974 | WEEK 42-43 20 OKTOBER 2021


3 gezicht van de binnenvaart veranderen


Transport en Regionale Economie van de Universiteit van Antwerpen het ‘uitdagende tijden’ voor wat betreſt de binnenvaart. Om het volume aan binnenvaartvervoer te verhogen, is volgens hem samenwerking be- langrijk. Oplossingen ziet hij in het verkorten van de keten tussen verlader en binnenvaart- bedrijf, de behoeſte aan regulering en techno- logische ontwikkelingen, zoals de bierboot en de scheepstrein.


Via een videoboodschap gaf Renata Kadric, projectleider Cinea van de Europese Commissie een introductie van het Novimar- project en de bijbehorende EU-doelstellingen. Voor haar was dit ‘het gemakkelijkste project’, vanwege de goede samenwerking van de part- ners. Kadric zei altijd blij te zijn met vernieu- wingen in de binnenvaart, zoals bij het pa- rallel lopende project van decarbonisatie en vergroening.


Marco Scholtens, projectcoördinator namens Netherlands Maritime Technology, voegde daaraan toe dat voor de scheepstrein de tech- nische uitrusting niet de enige vereiste is, maar dat er nog andere projectonderdelen nodig zijn, zoals uit de volgende paneldiscus- sies ook zou blijken.


Economisch potentieel In de eerste discussieronde bespraken Edwin van Hassel, eveneens professor aan de facul- teit Transport en Regionale Economie van de Universiteit van Antwerpen en Alina Colling, onderzoeker van de TU Delſt het economische en maatschappelijke potentieel van een ingrij- pend nieuw logistiek concept.


Colling heeſt Novimar als afstudeerproject ge- kozen. Zij heeſt daarbij naar het kostenmo- del gekeken en een kosten/batenanalyse ge- maakt, gericht op de Rijn. Deze verschilt nogal van die voor de Donau, waar meer duwvaart bestaat en de lonen doorgaans lager zijn. Een uitdaging zijn volgens Van Hassel de sluizen, omdat daar meer bemanning nodig zal zijn. “Ik heb een interessante kijk gekregen op di- verse aspecten van de binnenvaart”, aldus Colling en Van Hassel stemde daarmee in: “We creëren nieuwe inzichten”.


Veiligheid voor alles De tweede gespreksgroep, bestaande uit Dr. Alexander Lutz, CEO Argonics, Maarten Flikkema, innovatieconsulent en Colin Guiking, specialist menselijke factoren, beiden


van MARIN en Nzengu Wa Nzengu, veiligheids- functionaris van Bureau Veritas, bediscussi- eerde wat de invloed is van de scheepstrein op de navigatie en veiligheid bij menselijke factoren.


Nzengu meende dat er aanpassingen no- dig zijn in de regelgeving. Het studieproject brengt volgens hem wel waardevolle risico- analyses aan het licht voor Bureau Veritas. Guiking zag in het menselijk aspect geen verschil in benadering tussen Duitsers en Nederlanders. Wel vindt hij, dat hoe meer au- tomatisering er plaatsvindt, des te minder be- trokkenheid bij het varend personeel is waar te nemen.


Testdag Willemstad Na een filmpje over een testdag met een scheepstrein bij Willemstad ging Lutz die- per in op het Command Control Systeem en de intensieve voorbereidingen voor die test- dag. Flikkema lichtte toe, dat het idee voort- komt uit het ‘truck platooning’ in het weg- vervoer. Hij merkte wel, dat als er meer dan een scheepslengte afstand ontstaat tussen de deelnemende vaartuigen, het resultaat min- der wordt. De schipper van het leidende schip heeſt volgens hem veel informatie nodig, zoals waar de schepen op de rivier moeten varen. Op de vraag van discussieleider Van Laar hoe snel onbemand varen mogelijk zal zijn, gaf Lutz aan dat Novimar op CCR-niveau 2 ope- reert. Lutz, gevestigd in Stuttgart, ziet wel een verschil in benadering tussen Duitsland en Nederland: “De Duitsers volgen meer de re- gels, terwijl Nederlanders meer de vrijheid ne- men.” Volgens Flikkema blijſt van Novimar de diepgaande ervaring over, die in simulatoren zal worden ingebracht. Hij hield daarom met- een een pleidooi voor nieuwe projecten.


Scheepsontwerp Deel drie betrof een discussie tussen Igor Bačkalov, scheepsbouwkundige van de Universiteit van Belgrado, Bengt Ramne, di- recteur van het Zweedse ScandiNAOS en Carmen Kooij, onderzoeker van de TU Delſt over innovatieve scheepsontwerpen en ladingbehandeling.


Bačkalov stelde dat de start eigenlijk al in 1948 bij hen was, met het begin van de ontwikke- ling van de duwvaart op de Donau. De Zweed Ramne maakte melding van een ladingbehan- deling, waarbij een voertuig de containers van opzij lost. “Zo creëert men een terminal waar geen terminal is”, is zijn stelling, die Bačkalov ook voor de Donau toejuicht. Volgens Ramne is Ro-Ro een nichemarkt die ook geschikt kan worden gemaakt voor het containertransport. Carmen Kooij heeſt in haar afstudeerproject de volgende vragen gesteld: ‘wie is er aan boord?’, ‘wat doen zij?’ en ‘welke functies zijn voor navigatie, technisch en voor ondersteu- ning?’ om na te gaan of het voordeliger is au- tonoom varen in te voeren.


Op de vraag van gespreksleider Van Laar wat de volgende stap zal zijn, antwoordde Bačkalov dat er politieke druk nodig is voor verdere ontwikkelingen. Het maatschap- pelijk voordeel moet volgens hem duide- lijk zijn. Ramne vertelde blij te zijn dat hij de


ONNODIG STILLIGGEN KOST GELD Bel van Andel 010 4293316


• Topkwaliteit tractieaccu’s, scheepsaccu’s en dynamo’s • Uit voorraad geleverd en vakkundig gemonteerd • Dealer voor Mastervolt en Victron omvormers en lader


Van Andel zorgt al ruim 85 jaar voor de juiste spanning aan boord!


www.vanandel-rotterdam.nl | info@vanandel-rotterdam.nl Nu ook Leverbaar:


authorized partner of man engines


geautoriseerd dealer


stage V gecertificeerde motoren in verschillende vermogens


info@degrootmarine.co m | www.degrootmarine.com De Groot Diesel Marine Service s | Tel. 078 - 303 97 0 0


authorized partner of man engines


Service motoren Hermotoriseren Levering motoren Service boegschroeven


Levering boegschroef-systemen Levering onderdelen Levering en plaatsen van ballastpompen


officieel


authorized partner of man engines


geautoriseerd dealer


officieel


geautoriseerd dealer


officieel


authorized partner of man engines


geautoriseerd dealer


officieel


binnenvaart heeſt leren kennen, want Zweden kent immers amper binnenvaart.


Donau en Rhône Hierna gingen Didier Bacon, directeur van het Franse Touax River Barges, en Róbert Rafael, directeur van Pro Danube Management in ge- sprek over de marktmogelijkheden en het vooruitzicht op praktische toepassing. “Het concept is goed, het kan geld besparen” zei Bacon, “maar een nieuw concept vraagt om nieuwe regels.” Oostenrijker Rafael rea- geerde met: “Wij kennen al lang duwvaart op de Donau, de uitdaging voor de Donau zijn containers; die zijn er momenteel vrijwel niet.” Hij gaf aan dat de hoogte van de bruggen drie lagen niet toelaat en ook de geringe diepgang een belemmering is. Bacon stelde schertsend voor om dan maar met 2,5 laag te gaan varen. Hij benadrukte echter meteen dat drie lagen containers nodig zijn om rendabel te kunnen varen.


De vraag is volgens gespreksleider Van Laar of we als binnenvaart kunnen concurreren met andere vervoersmodaliteiten. Novimar kan daarbij een oplossing zijn. Rafael meent dat de Donaurivier steeds voorspelbaarder wordt en dat daardoor de beleidsmakers ervan weg- blijven. “Er is politieke steun en goede infra- structuur nodig, maar ook goede schepen”, aldus de Pro Danube-manager. “We moeten inventariseren welke projecten nodig zijn om meer vracht naar de Donau te krijgen.” Bacon beaamde dit voor wat betreſt de Franse rivie- ren, noemde de Rhône bij naam en bevestigde dat Novimar concreet resultaat biedt.


Handboek Na deze praatsessies was het woord nogmaals aan Alina Colling. Zij presenteerde het scheepstreinen handboek met daarin de laat- ste ontwikkelingen en vijf onderzoekstopics die zijn voortgevloeid uit de studies van de af- gelopen vier jaar.


Tot slot gaven Michael Goldan, het brein ach- ter Novimar, Patrick Potgraven, programma- manager Smart Shipping van Rijkswaterstaat en Nik Delmeire, coördinator IWT Platform een terugblik op het project en de conferentie. Potgraven als SMASH!-coördinator zei dat er diverse opties van onbemand varen zijn. Dat vraagt aanpassingen aan de infrastructuur, zo- als digitale sluislichten. Hij is blij met de diep- gaande onderzoeken van Novimar.


Delmeire heeſt diverse taken in Brussel, zoals vergroening en de modal shiſt. Hij zegt: “Er is voor dit project


niet veel vracht nodig, maar wel veel sche- pen.” Goldan lichtte toe dat een scheepstrein uit allerlei types schepen kan bestaan en niet alleen containers hoeſt te vervoeren. Ook moet het in de toekomst mogelijk worden om onderweg tussen scheepstreinen te wisselen.


Potgraven zegde toe dat het onderzoeksresul- taat van Novimar naar de minister gaat. Hij gaf ook aan dat binnen tien jaar dertig procent van het binnenvaartpersoneel zal vertrekken. Dat is een probleem, maar kan wellicht ook een oplossing zijn: “We moeten de binnen- vaart minder arbeidsintensief maken.”


Sneller vooruit Delmeire toonde dat de beoogde 25 procent groei in het watertransport in Zuid-Europa vrijwel niets is, maar in West-Europa heel veel betekent. “Nieuwe projecten gaan te lang- zaam. We moeten sneller vooruit”, is zijn ad- vies. Volgens Goldan komen we nu van de fase van experimenteren naar die van implemen- tatie. Dat vraagt ook verandering van menta- liteit. “Laten we de invoering niet te moeilijk maken”, zo reageerde Potgraven, “sommige regels zijn hinderlijk voor de ontwikkeling. Als je het niet nodig hebt, doe het dan niet.” Het slotwoord was aan Annick De Ridder, lo- coburgemeester van Antwerpen en tevens voorzitter van Port of Antwerp. Zij liet blij- ken trots te zijn dat Novimar haar stad voor de conferentie had uitgekozen en zij vindt het goed dat zo kennis wordt uitgewisseld. De Ridder schetste Antwerpen als unieke lig- plaats voor de binnenvaart, waar vier grote vaarwegen elkaar kruisen.


Zij gaf toe dat het voor de binnenvaart moei- lijk is om zich aan de veranderende omstan- digheden aan te passen, zoals aan de klimaat- omstandigheden en economische condities, zoals de ‘Suezcrisis’. Voor ‘haar’ haven noem- de zij als motief: “Niet streven om de grootste te zijn, maar streven om de meest flexibele te zijn.” De scheepstrein van Novimar vindt zij “ambitieus en goed nieuws voor de haven, maar ook voor het milieu.”


Annick De Ridder.


DIESEL MARINE SERVICES


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72