WEEK 42-43 14 OKT 2015


Vlootvernieuwing bij de brandweer


DORDRECHT In de afgelopen twee, drie jaar zijn verschillende nieuwe grote en kleine blusboten in de vaart gebracht. In het recente verleden is de brandweer al flink financieel gekort. In de komende jaren moet nog eens circa veertig miljoen euro worden bezuinigd. Ondanks de opgelegde bezuinigingen lukt het de diverse brandweerregio’s toch om geld bij- een te brengen voor de aankoop van nieuwe, moderne schepen.


nenvaart worden gesteld. De schipper van een blusboot komt vaak uit de binnenvaart. Matrozen worden (meestal) intern opgeleid. Moet de boot naar een calamiteit dan stappen er brandweerlieden aan boord die een speciale module hebben gevolgd, die onderdeel is van de opleiding bevelvoerder. Hoeksema: ”Daarbij leren ze ook in grote lijnen hoe een schip is ingedeeld en dat de schippers heel belangrijk zijn als gids aan boord van het schip waarop de calamiteit plaatsvindt”. Ook is er een handboek Waterrand voor incidentbestrijding te water.


N


ederland is opgedeeld in 25 veilig- heidsregio’s waarin onder andere wordt samengewerkt op het terrein van brandweerzorg, rampenbeheer-


sing en crisisbeheersing, Er zijn zo’n duizend brandweerposten binnen deze regio’s. Circa zeventig procent van de brandweerlieden is vrijwilliger. Daar waar de posten zich bevinden in de nabijheid van water dat beroepsmatig dan wel recreatief wordt gebruikt, beschikken de posten ook over vaartuigen. Daarnaast wordt samengewerkt met havenbedrijven die over blusboten beschikken om calamiteiten in hun havengebieden het hoofd te bieden. De brandweerschepen worden ingezet voor red- ding en het voorkomen en blussen van bran- den. “De grote blusvaartuigen hebben ook een bergingsfunctie en kunnen op kleine schaal hulp verlenen en als duikplatform dienen voor duikploegen. Er worden (nog) geen statistieken bijgehouden van het aantal keren per jaar dat de schepen in actie komen voor calamiteiten in de binnenvaart”, zegt Frans Hoeksema, clustercommandant van de regionale brand- weer, cluster Dordrecht – Zwijndrechtse Waard. Hij schat het aantal uitrukken op twintig tot vijſtig keer per jaar. Maar de schepen worden ook ingezet bij de bestrijding van branden aan de wal, die vanaf het water kunnen worden geblust.


Bemanningseisen en opleiding De bemanning van de schepen moet aan dezelfde eisen voldoen als die aan de bin-


Aanvaartijd Het is logisch dat met een beperkt aantal schepen die een groot werkgebied moeten bestrijken de aanvaartijden niet gelijk zijn aan de aanrijtijden op de wal. “De aanvaartijd van blusboten is op de grote rivieren en het Hollandsch Diep circa 45 minuten. In geval van Lek en Nederrijn kan dit langer duren. Zover nu bekend heeſt dit nog niet tot problemen geleid. Op de Rijn tot Koblenz wil men naar dertig minuten”, weet Hoeksema. In het district waarin hij werkzaam is, de clus- ter Dordrecht – Zwijndrechtse Waard, wordt geopereerd vanuit de post Oranjepark. Komt er een oproep voor de blusboot Zuid-Holland- Zuid die in de haven bij het Duivelseiland in Dordrecht is gestationeerd, dan is de dienst- doende brandweerploeg binnen acht minuten aan boord. Deze post is 24 uur per etmaal bezet. Er kan dus snel worden uitgevaren. De regionale posten in Nijmegen en Tiel echter laten ploegen opstappen van locaties die zo dicht mogelijk in de buurt van de calamiteit liggen. Dat mogen de districten zelf regelen.


Overleg met binnenvaart Met de vlootvernieuwing speelt de brand- weer onder andere in op de veranderende samenstelling van het scheepvaartverkeer. Binnenvaart- en passagiersschepen worden steeds groter. Er is een toenemend verkeer van waterbussen, watertaxi’s en andere dienstver- leners die passagiers vervoeren. Ladingsoorten veranderen. Er worden steeds meer gevaarlijke stoffen over water vervoerd. LNG heeſt zijn intrede gedaan als brandstof voor de voortstu- wing. Daarmee veranderen ook de eisen die aan de brandbestrijding en hulpverlening op het water worden gesteld. De verwachting dat hierover geregeld overleg wordt gevoerd met


brancheverenigingen en binnenvaartor- ganisaties blijkt niet te kloppen. Volgens Hoeksema is er slechts summier overleg en kan dit zeker beter.


Vloot


De vloot van grote blusschepen bestaat mo- menteel uit vier schepen die tussen 2013 en 2015 in de vaart zijn genomen. Daarvan is er één in Nijmegen gestationeerd, de Gelderland. In Tiel ligt het schip Batouwe. In Dordrecht is de Zuid-Holland-Zuid beschikbaar. In Dinteloord ligt de Furie 4 van de brandweer Midden- en West-Brabant. De brandweer Amsterdam-Amstelland krijgt over enige tijd de beschikking over het nieuwe blusvaartuig Jan van der Heyde IV, ter vervanging van de huidige boot. Daarnaast zijn in de havens van Amsterdam de Hephaistos en de Poseidon actief, in gezamenlijke dienst bij de Amsterdamse brandweer en het Amsterdamse havenbedrijf. Ook de Rotterdamse haven beschikt over blusboten. De havendienstboten RPA 10 tot en met RPA 16 zijn uitgerust als blusboot. Daarnaast zijn nog een onbekend aantal kleinere boten actief door heel Nederland. Ook dat zijn vaak jonge boten. In juni 2015 heeſt de brandweer in Friesland bijvoorbeeld twee nieuwe blusboten in ontvangst genomen, bestemd voor de posten Lemmer en Langeweer. Het zijn boten van 6,80 meter lang en 2,5 meter breed. Ze kunnen een snelheid van 70 tot 80 kilometer halen. De brandweerpost Vinkeveen beschikt sinds 2008 over de grootste blusboot in het Groene Hart. Twee blusstralen heeſt ie. Hij kan een snelheid halen van zestig kilometer per uur. Aan boord allerlei voorzieningen die nodig zijn voor reddingen.


Blusboot Zuid-Holland-Zuid De blusboot Zuid-Holland-Zuid is in de laatste week van september operationeel geworden. Het schip vervangt de oude boot met dezelfde naam die ruim dertig jaar dienst heeſt gedaan. De bouw van het schip werd gegund aan scheepswerf De Haas Maassluis BV. Het schip is 23,95 lang en 5,85 breed bij een diepgang van 1,47 meter en heeſt een waterverplaatsing van 72,8 ton. De voortstuwing bestaat uit twee Ca- terpillar motoren van elk 651 kW. Daarmee kan een maximum snelheid van 39 kilometer per uur worden bereikt. Voor de brandbestrijding


kan ge-


bruik worden gemaakt van twee bluspom- pen van 357 kW, die zorgen voor een wateropbrengst van twee maal 7.000 liter/11 bar voor op het schip, terwijl vanaf het middendek een wateropbrengst van 18.000 liter/11 bar geleverd kan worden. Ook is er een voorraad van 20000 liter schuimvormend middel aan boord.


Module Scheepsbrandbestrijding Frans Hoeksema leidt op 29 september een groep bevelvoerders in opleiding rond op de Zuid-Holland-Zuid. De brandweerlieden zijn naar Dordt gekomen voor het volgen van de module Scheepsbrandbestrijding. Daarin wor- den onder andere de kenmerken van branden aan boord besproken en aandachtspunten die van belang zijn bij branden op een schip. Voor Hoeksema zelf heeſt een schip niet veel gehei- men. Hij was tussen 1973 en 1983 werkzaam in de Rijn- en binnenvaart. “Ik heb op allerlei schepen gevaren, van spits tot Chemgassche- pen. Pas toen er kinderen kwamen, ben ik aan de wal gegaan en schipper geworden op de oude Zuid-Holland-Zuid”, vertelt hij. Dat werk heeſt hij vijf jaar gedaan, waarna verschillende walfuncties bij de Brandweer volgden. “De affiniteit met het water is gebleven en door mijn werk blijf ik op de hoogte van de ontwik- kelingen in de binnenvaart”.


De brandweerlieden krijgen niet alleen de theorie van brandbestrijding op schepen voor- geschoteld. De praktijk wordt ge- oefend bij het Safety Center in Dordrecht. Hier beschikt men ondermeer over een gedeel- te van een schip, inclusief machinekamer. Per 1 januari 2016 gaat het beheer en de exploitatie van dit oefencentrum volledig over naar de Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid.


5


De nieuwe blusboot Zuid-Holland-Zuid.


Frans Hoeksema (rode jas) geeſt uitleg aan een groep bevelvoerders in opleiding. Foto’s Lida Saaij


Voorop kan worden gespoten met twee stralen van elk 7.000 liter per minuut.


Onderzoek naar de financieringsbehoeſte van de binnenvaart voor modernisering


De binnenvaart heeſt in toenemende mate moeite met het verkrijgen van krediet. Dit geldt niet alleen voor de dagelijkse exploitatie, maar ook voor nieuwe investeringen. Om de binnen- vaart te moderniseren en zijn volledig potentieel te optimaliseren, is er be- hoeſte aan gezonde kredietverlening. De Connecting Europe Facility (CEF) biedt de mogelijkheid om dit soort investerin- gen te ondersteunen, middels nieuwe financiële instrumenten, gecofinancierd


vanuit het EU-budget. Dit zou, indien geschikt, door de Europese Investerings- bank (EIB) kunnen worden uitgevoerd via nationaal of regionaal opererende banken of fondsen.


Door middel van een vragenlijst willen de Europese Schippers Organisatie (ESO) en de Europese Binnenvaart Unie (EBU) inventariseren wat de specifieke behoef- ten van de sector zijn met betrekking tot het gebruik van dergelijke financiële


instrumenten voor investeringen ten bate van modernisering. De enquête is in te vullen via http://survey.crup.hr/index. php/244988?lang=nl Alle antwoorden op deze vragenlijst zullen op een geaggregeerde basis (als totaal) worden behandeld. Anonimiteit en strikte vertrouwelijkheid zijn gegarandeerd.


Meer informatie is te vinden op www.survey.crup.hr/IWT/More_info_ NL.html


4.000 Harbour Runners klimmen en klauteren door de haven


ROTTTERDAM Containers, autobanden en vrachtwagens; het zijn maar een paar van de obstakels die deelnemers aan de Harbour Run in Rotterdam zondag 11 oktober moesten trotseren. Voor het evenement was veel be- langstelling: 4000 mensen hadden zich aange- meld. In totaal waren 27 obstakels opgetuigd op het ongeveer 10 kilometer lange parcours in de Waalhaven. In 2016 organiseren Shivers en WSM de vierde editie van de Harbour Run op zondag 9 oktober 2016.


Volg facebook.com/harbourrun en de website www.harbourrun.nl om als eerste op de hoog- te te zijn over de inschrijving.


Uw partner in scheepsverven @nelfpaints


www.nelfmarine.nl


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36