WEEK 42-43 14 OKT 2015
EÉN OP DE DRIE LEERLINGEN HAAKT AF
Leerlingen in de Duitse binnenvaart zijn héél tevreden – als ze tenminste doorzetten
DÜSSELDORF De helſt van de Duitse jongeren die een opleiding in de binnenvaart volgt, zegt zijn droomberoep te hebben gevonden. Het helpt dat ze tijdens de opleiding goed verdienen, en ook dat ze goede toekomst- perspectieven hebben. Leven met onre- gelmatig werktijden “is niet voor iedereen weggelegd”, zeggen ze. Dat maakt de com- binatie werk en familie moeilijker, maar niet onmogelijk.
groeide naar 19,9 procent (+1,3 procent). Het BfG noemt in zijn statistiek alleen die perso- nen op die ook in Duitsland sociale premies afdragen. In de praktijk werken meer mensen op Duitse binnenvaartschepen.
Vergrijzing De vergrijzing blijſt ook in de Duitse binnen- vaart toenemen. Waren er vroeger nauwelijks 65-plussers op schepen, nu is het een meet- bare groep van 3,2 procent van de werkende beroepsbevolking. In het algemeen neemt de groep ouderen (56-plussers) procentueel gestaag toe met momenteel 28,7 procent. Terwijl de middengroep (25-55 jaar) procen- tueel afneemt. Het aantal jongeren blijſt al jaren rond de 11 procent stabiel, (zie tabel 1).
Wie in Duitsland in de binnenvaart werkt, krijgt meer loon dan de gemiddelde Duitse werknemer. En dat al vanaf de opleiding. Dat blijkt uit een studie van het Bundesamt für Güterverkehr (BfG). Dit overheidsinstituut heeſt voor werknemers in het goederenver- keer de trends op de arbeidsmarkt op een rijtje gezet. Hieronder meer informatie uit het hoofdstuk over de binnenvaart.
Binnenvaart krimpt In de binnenvaartsector wordt onderscheid gemaakt tussen vrachtvervoer en passagiers- vervoer. De sector als geheel krimpt, een krimp die geheel is toe te schrijven aan het vrachtvervoer. Het aantal vrachtschepen is sinds 1999 met 30 procent afgenomen naar 2590 schepen. Het aantal scheepseigenaren is sinds die tijd bijna gehalveerd naar 559. Voor- al het aantal particulieren neemt drastisch af. In de passagiersvaart is een omgekeerde trend. Daar neemt het aantal schepen met 16 procent toe naar 2954. Met andere woor- den: Duitsland heeſt meer passagiers- dan vrachtschepen op zijn binnenwateren varen. Dat is al sinds 2008 het geval, zie illustratie. Navenant neemt ook het aantal werkende personen in de binnenvaart af. In 2014 was hun aantal 4527 (-1,1 procent ten opzichte van 2013). Daarvan is 5,4 procent vrouw. Ook dit cijfer neemt al jaren af: alsmaar minder vrouwen dus in de Duitse binnenvaart. Daar tegenover staat het groeiend aantal buiten- landers in Duits dienstverband. Hun aandeel
Beroepsopleiding Veel aandacht besteedt het BfG in zijn rapport aan het segment jongeren. Daar- voor ondervroeg het 117 leerlingen. Dat is ongeveer één derde van alle leerlingen in de binnenvaartopleidingen. Het Duitse opleidingssysteem is een meester-leerling- -systeem, of ook duaal systeem genoemd. Een bedrijf neemt je als leerling aan. Daar werk je, terwijl je tegelijkertijd op een beroepsschool je opleiding volgt. De Duitse overheid subsidieert bedrijven die een leerling opnemen, ongeveer met 25.500 euro per leerling. Er zijn twee beroepsscholen voor de binnenvaart, in Duisburg en in Schönebeck (bij Magdenburg). De opleiding duurt drie jaar.
Een derde van de ondervraagden komt uit een schippersfamilie. Twee derde komt dus van 'de wal'. Van de ondervraagden onderging 61 procent zijn opleiding bij een binnenvaartonderneming, 28 procent bij het WSV (vergelijkbaar met Rijkswaterstaat) en 10 procent elders. Het aantal leerlingen is de laatste jaren achteruit gegaan. Waren het er in 2009 nog 491. In 2014 waren het er 360, waarbij het aantal vrouwen op twee handen te tellen is. Uiteindelijk slaagt 92 procent voor de opleiding. Dat is hoog vergeleken met andere beroepsopleidingen. In de binnenvaart houden echter wel veel leerlingen tussentijds met de studie op. De sector telt zo'n 33 procent drop-outs. Het landelijk gemiddelde is 25 procent. Hebben
15
Tabel 1
ze eenmaal een diploma op zak, dan blijven de meeste leerlingen in het bedrijf werken waar ze hun opleiding hebben genoten. De tevredenheid onder de ondervraagde binnenvaartleerlingen is hoog. Twee derde zegt tevreden tot zeer tevreden te zijn. Stressfactoren die ze noemen zijn onregelmatige werktijden, ploegen- en nachtdiensten, hoge werkdruk en conflicten met collega's. De leerlingen die bij een vrachtvervoerder in opleiding zijn, noemen ook de moeilijk combinatie van werk en familie als stressfactor. Tijdens de opleiding verdienen leerlingen gemiddeld 989 euro per maand. Dat is zo'n 200 euro meer dan leerlingen in andere beroepen. Ook later, als matroos of als stuurman, hebben ze een hoger startsalaris dan bij andere beroepsgroepen gebruikelijk is.
Het merendeel (72 procent) zou weer voor dit beroep kiezen als ze opnieuw een keuze moesten maken. En 78 procent van de
Tabel 2 ‘Duitse binnenvaart krimpt’. Bron: rapport van BfG
ondervraagden zou het beroep bij vrienden aanbevelen. Ze vinden het imago van de transport en logistiek sector in het algemeen positief. Voor 43,6 procent is binnenschip- per een droomberoep. Het Bundesamt für Güterverkehr merkt echter op dat het verloop onder werknemers in de binnenvaart hoger is dan elders. Na een aantal jaren maakt een groot deel de sprong naar de wal, ondanks de goede toekomstperspectieven. In de binnen- vaart zijn de promotiekansen en lonen beter dan in andere sectoren.
Afronding infrastructuurprojecten regio Utrecht
UTRECHT Met de onthulling van het nieuwe naambord van de Galecopperbrug en het aanbrengen van het laatste stukje asfalt op de Jutphasebrug heeſt minister Schultz van Haegen op maandag 5 oktober de gereedko- ming van 2 belangrijke infrastructuurprojec- ten in de regio Utrecht gemarkeerd. Het gaat om de renovatie van de Galecopperbrug en de afronding van 8 bruggen over het Amster- dam-Rijnkanaal.
Minister Schultz: “Met de renovatie en vervan- ging van de bruggen blijven de stad Utrecht, oost- en westzijde van het Amsterdam-Rijn- kanaal en de regio ook in de toekomst goed bereikbaar over weg en water. Met het ophogen van de bruggen is er straks ook meer vervoer over water mogelijk en ontlasten we de wegen. Dit is goed voor de doorstroming van het verkeer in de regio en belangrijk voor de leefbaarheid”.
Project KARGO In 2011 is Rijkswaterstaat samen met aanne- mer KWS-Mercon gestart met het vervangen en renoveren van 8 stalen boogbruggen over in het Amsterdam-Rijnkanaal, het Lekkanaal en het Boven-IJ (project KARGO). De sta- len boogbruggen stammen uit de periode 1934-1976. Sommige waren al meer dan 80 jaar oud. De bruggen hebben een opknap-
beurt gehad of zijn helemaal vervangen. De gerenoveerde Jutphasebrug wordt medio oktober teruggeplaatst.
Galecopperbrug In 2013 is samen met aanneemcombinatie Galecom gestart met de renovatie van de Galecopperbrug. Er rijdt meer en zwaarder verkeer over dan in de jaren ‘70 was voorzien waardoor de brug versterkt moest worden. Op 13 september jongstleden was de brug weer in zijn geheel beschikbaar voor het verkeer.
Samenwerking ‘Zowel bij de Galecopperbrug als bij het project KARGO is de hinder voor de omge- ving, weggebruiker en scheepvaart beperkt gebleven. Door slim plannen en een goede samenwerking met aannemers en omge- vingspartijen zoals gemeenten, bedrijven en omwonenden. Het invaren van een nieuwe of gerenoveerde brug vond in bijna alle gevallen in slechts 8 uur plaats’, aldus Rijkswaterstaat. Zowel de renovatie van de Galecopperbrug als het project KARGO zijn binnen de gestelde planningen afgerond. Medio oktober vindt de laatste brugwissel plaats voor het project KARGO. Medio oktober zijn ook alle afronden- de werkzaamheden van de Galecopperbrug gereed. De gerenoveerde of vervangen brug- gen kunnen nu weer 30 tot 80 jaar mee.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36