WEEK 26-27 24.06.2015
POSITIEVE GELUIDEN OP ONTMOETINGSDAG IN CHARLEROI Wallonië geeſt prioriteit aan binnenvaart
CHARLEROI De DPVNI, het promotiebureau voor de binnenvaart in Wallonië, organiseer- de op woensdag 10 juni in Charleroi haar jaarlijkse ontmoetingsdag voor betrokke- nen bij de binnenvaart en het intermodaal transport. Nadat een aantal sprekers de lof- trompet had gestoken over het vervoer over water en de jaarlijkse prijs van de DPVNI was uitgereikt, ontstond er een geanimeerde netwerkbijeenkomst.
5
De ‘Direction de la Promotion des Voies navi- gables et de l’Intermodalité’, kortweg DPVNI biedt ieder jaar een trefpunt voor diegenen die bij de binnenvaart in België betrokken zijn. De ontmoetingsdagen worden door de DPVNI in samenwerking met de vier havenautoritei- ten (ports autonomes) van het Waalse gewest, de PAL in Luik, de PAN in Namen, de PAC in Charleroi en de PACO in het centrum en wes- ten van Wallonië, bij toerbeurt georganiseerd. Dit jaar was de beurt aan de Port autonome de Charleroi, die haar gasten ontving in het Charleroi Espace Meeting Européen (CEME). Namens de burgemeester van Charleroi heet- te diens kabinetchef, Christian Laurent, de aanwezigen welkom. Hij opende vervolgens de ‘Séance Academique’ met een uiteenzet- ting over de economische activiteiten en de stadsvernieuwing in Charleroi en de rol die de rivier de Sambre daarin speelt. Met name aan de noordoever van de Sambre zijn en worden een aantal nieuwbouwprojecten gereali- seerd, die de oude kolen- en staalstad in een modern centrum met allure moeten omtove- ren. Laurent onderstreepte de economische rol van deze stad in het Zuiden van België. Charleroi zelf heeſt 200.000 inwoners, maar in de omgeving wonen circa 600.000 mensen. Het is daardoor vooral een knooppunt van personenvervoer met een centraal station met 8 miljoen reizigers en een luchthaven met 6,5 miljoen passagiers per jaar, die van daar naar 143 bestemmingen vliegen. Maar ook de ha- ven van Charleroi mag er zijn. De PAC beschikt over 29 haventerreinen met een oppervlakte van 430 hectare langs de Sambre en het kanaal Brussel-Charleroi met drie havenbek- kens. In 2014 realiseerde de PAC een overslag van 1.687.700 ton. De hoofdmoot daarvan vormen nog steeds metallurgische producten (31 procent) en mineralen en bouwproducten (25 procent).
Recoval Na deze inleiding kwam Frédérique Bouillot aan het woord. Zij is ingenieur onderzoek en ontwikkeling bij RECOVAL, een van de gebruikers van het havengebied van PAC. Recoval houdt zich bezig met het behande- len en veredelen van afvalproducten van de ijzer- en staalindustrie. Bouillot illustreerde het productieproces bij Recoval en hoe haar afdeling dat constant tracht te verbeteren met als doel ‘zero waste’, dus hergebruik van alle
De nieuwe sluis in Ivoz-Ramet Foto DPVNI.
afvalproducten. Recoval heeſt twee produc- tiesites met opslagterreinen, in Châtelet en in Farciennes, beide op bedrijfsterreinen van de PAC. De fabrieken produceren elk zo’n 200.000 à 300.000 ton aan losgestorte lading, die deels ook tussen de vestigingen wordt vervoerd. Omdat beide vestigingen van Recoval aan het water liggen, veel van hun klanten aan het water zijn gevestigd en zij ook nog een fabriek in Genk aan het Albertkanaal hebben, was vol- gens Bouillot de keuze voor zo veel mogelijk vervoer via de binnenvaart gauw gemaakt.
Stand van zaken Aansluitend stelde Yvon Loyaerts, directeur-ge- neraal mobiliteit en waterwegen van de Waalse overheid de vraag “welke vaarwegen en welke intermodaliteit willen wij ?” en gaf vervolgens zelf het antwoord met een overzicht van de stand van zaken van de infrastructuur en scheepvaartwegen in Wallonië. Loyaerts plaatste dit in het kader van het beleid van de Europese Unie (TEN-T) met de negen multi- modale hoofdcorridors door Europa (‘Work plan of European Corridors’). Hij wees er op dat Wallonië in het hart van dit netwerk ligt en compleet deel uitmaakt van de corridor Noordzee-Middellandse Zee van Glasgow/ Edinburgh naar Marseille. De werkzaamheden van de Waalse overheid - en daarmee ook de financiering van de projecten - zijn op deze Europese plannen en met name op het Sei- ne-Schelde-project afgestemd. De vaarwegen in Wallonië hebben een totale lengte van 450 km. Daarvan zijn 365 km bevaarbaar voor schepen van 1.350 ton of groter, waarvan 185 km voor schepen > 2.000 ton. Momenteel zijn op de Schelde de volgende werkzaamheden aan de gang: Nieuwe stuwen bij Kain en
Hérinnes; Doortocht van de stad Doornik op klasse Va brengen; Vergroten van de door- vaarthoogtes van de bruggen en op de Maas de grote bouwprojecten van de nieuwe sluis Ivoz-Ramet en de vierde sluis bij Lanaken-Ter- naaien. De laatste twee projecten zijn vrijwel afgerond. Na jarenlange problemen met wachttijden bij de oude sluis kon op 2 juni jongstleden de nieuwe sluis bij Ivoz-Ramet in gebruik worden genomen. De eveneens lang verwachte opening van de vierde sluis in Ter- naaien staat voor dit najaar gepland. Er zijn echter al weer een tiental werkzaamheden in studie. In het westen wil men het middel- ste deel van de Leie op klasse Vb brengen en het kanaal Nimy-Blaton en de Sambre moeten klasse Va krijgen. Nieuwe sluizen zijn gepland bij Obourg (Centrumkanaal) en in Viesville, Gosselies en Marchienne (kanaal Brussel-Charleroi). Langs de Maas staan naast verdieping van de rivier op 3,40 m een nieuwe sluis in Ampsin-Neuville, de stuw van Monsin en verhoging van de bruggen van het Albert- kanaal op de agenda. Dit laatste heeſt ook de hoogste prioriteit bij de beheerder van het Vlaamse deel van het Albertkanaal.
Elf intermodale terminals Na deze opsomming sprak Maxime Prévot, vicepremier van Wallonië en minister van openbare werken de aanwezigen toe. In een gloedvol betoog liet hij de infrastructuur van het vervoer in Wallonië nog eens de revue pas- seren, nu meer vanuit een politiek perspectief met de nadruk op de kosten en financiering van de projecten. Prévot toonde ook de werk- zaamheden die de vier Waalse havenautoritei- ten aan hun haventerreinen laten uitvoeren. De binnenvaart in Wallonië vervoert jaarlijks
40 à 45 miljoen ton (40,2 in 2014, ruim 45 per jaar in de jaren 2004-2008). Duidelijke groei zit er in het containervervoer. In 2014 was er weer een toename van het aantal TEU met 31 procent en werd bijna de 50.000 TEU-grens bereikt. Inmiddels zijn er elf intermodale terminals, waarvan acht trimodaal (binnen- vaart-spoor-weg). Loyaerts en Prévot durven dan ook van een echte ‘ boom’ te spreken.
Streven Prévot benadrukte nogmaals, dat het streven van de Waalse overheid is, om geheel in lijn met de Europese plannen de Maas tot aan Na- men – net als het Albertkanaal - bevaarbaar te maken tot 9.000 ton. De sluis van Ampsin moet daarin de laatste schakel worden. Ook moeten de vaarwegen in het Scheldegebied in het westen op een capaciteit van 2.000 ton worden gebracht, aldus de vice-premier.
DPVNI-prijs De minister besloot zijn optreden met de uitreiking van de DPVNI-prijs. De DPVNI reikt al 15 jaar jaarlijks een prijs uit aan die onderneming die de grootste vooruitgang heeſt geboekt bij het inzetten van de binnen- vaart voor haar transportbehoeſten. Minister Prévot kon dit jaar de prijs overhandigen aan Michel Evrard, vertegenwoordiger van Calcai- res de la Sambre. In zijn dankwoord en aan- sluitende presentatie gaf Evrard aan dat het bedrijf zich al sinds 1821 met de winning van kalk uit de rijke kalklagen langs de Sambre bezig houdt. De laatste twintig jaar heeſt het bedrijf een modernisering ondergaan, waarbij ook het vervoer van de kalk en kalksteen ruim de aandacht kreeg, hetgeen nu – na 2004 – in een tweede prijs van de DPVNI resulteerde. Het bedrijf is in die twintig jaar gegroeid van een productie van 350.000 ton in 1995 naar 650.000 ton nu. De omzet steeg daardoor van 2,5 miljoen naar 8 miljoen euro in 2014. Een groot deel van het vervoer gaat richting Rotterdam en wordt uitgevoerd door Cement Tankvaart BV uit Raamsdonksveer. Vandaar dat een foto van hun ‘Anjeliersgracht’ de uitnodiging van de DPVNI opsierde.
De ‘Anjeliersgracht’ ligt te laden bij Calcaires de la Sambre Foto DPVNI.
Na deze plichtplegingen konden de aanwe- zigen tijdens een ‘walking dinner’ genie- ten van een warm buffet en tegelijkertijd uitgebreid netwerken. Tijdens de gesprekken werd duidelijk dat niet alleen de Waalse transportwereld aanwezig was, maar dat ook een flink aantal Vlamingen acte de présence gaf. Zo bijvoorbeeld ook Jan Van Gorp en Mendel Topsvoort, respectievelijk Operations & Import Manager en Export Ma- nager van China Shipping Agency (Belgium) NV in Antwerpen. “De ‘Séance Academique’ had een goed gehalte”, merkte Van Gorp op en Topsvoort voegde daar aan toe:“Wij ko- men ieder jaar, want het is een uitstekende gelegenheid om onze relaties in Wallonië te ontmoeten”. Marc Delaude van het DPVNI en zijn team konden dan ook terugblikken op een geslaagde ontmoetingsdag.
Uw partner in scheepsverven @nelfpaints
www.nelfmarine.nl
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52