search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
014 Interview


landen waar ze checklists hebben waaraan academische persberichten moeten voldoen. Dat zou een goede zijn. En ik vind dat je als onderzoeker ook je verantwoordelijkheid moet nemen. Je moet het zelf checken voordat een bericht de deur uitgaat.”


Volgestapeld met werk Dat doet Smeets zelf ook. Sinds augustus heeft ze een vaste aanstelling als hoogleraar weten- schapscommunicatie aan de Universiteit Leiden. Officieel voor vier dagen in de week, al blijft het daar doorgaans niet bij. “Dat promovendi en universitair docenten worden volgestapeld met werk en 50-60 uur per week moeten werken, vind ik echt niet oké. Voor mezelf is dat anders: als hoogleraar kies je daarvoor.” Naast haar werk voor de universiteit geeft Smeets lezingen, schrijft ze sinds 2009 wekelijks een column voor de Volkskrant en heeft ze inmiddels een handvol boeken uitgebracht. Een bevriende huisarts uitte laatst zijn zorgen


en vroeg haar of ze niet te veel hooi op haar vork neemt. De hoogleraar vindt van niet. “Ik heb niet zoveel hobby’s. Veel dingen die ik leuk vind, zijn veranderd in werk. Ik heb vroeger een kleinkunstcursus gedaan; ik sta graag op een podium om een verhaal te vertellen. Schrijven vind ik geweldig; als kind schreef ik al boekjes. En lesgeven – elk jaar een lading enthousiaste studenten – en onderzoek doen, waarbij ik óók nog eens zelf kan bepalen wát ik onderzoek én met wie ik samenwerk, vind ik ook fantastisch.” Al kent het hoogleraarschap ook minder leuke


kanten. “Ik was journalistieke snelheid gewend. Nu zitten dingen twee of drie jaar in de pijplijn voordat je een stap verder komt. Moet je leuren met je onderzoek om het gepubliceerd te krij- gen. En dan heb je nog te maken met de grote organisatie, de bureaucratie, de ‘computer says no’-achtige systemen.” Een zucht, een overden- king en dan: “De leuke dingen zijn zó leuk. Het is de enige baan in loondienst waarvan ik me kan voorstellen dat ik het tot mijn pensioen blijf doen. Of dat gaat lukken, hangt ervan af of ik de niet-leuke dingen kan blijven handelen.”


Uit de hand gelopen Voor wie Smeets kent als ‘die vrouw van de getallen’, is het misschien verrassend dat ze hoogleraar in de wetenschapscommunicatie is geworden. “Op de middelbare school vond ik wiskunde eigenlijk helemaal niet zo leuk”, vertelt ze. “Nederlands was mijn favoriete vak. Maar goed zijn in wiskunde is schaarser, dus daarom heb ik destijds daarvoor gekozen.” Tijdens haar promotieonderzoek valt het Smeets en collega-wiskundige Jeanine Daems op dat er zo weinig toegankelijke informatie is voor wie weinig van wiskunde weet. “Blogs waren óf op


kinderen óf op diehard-wiskundigen gericht. Wij dachten: laten we iets ertussenin maken. Dat is een beetje uit de hand gelopen.” Noem het maar een beetje. In 2006 ziet hun


CURRICULUM VITAE


Ionica Smeets (1979) geboren in Delft


1998-1999 Technische informatica,


Technische Universiteit Delft 1999-2005


Toegepaste wiskunde, cum laude, Technische Universiteit Delft 2004-heden


Wetenschapsjournalist voor o.a. Volkskrant en New Scientist NL 2005-2010


PhD On continued fraction algorithms,


Universiteit Leiden 2006-2010


Blog Wiskundemeisjes met Jeanine Daems 2010-2011


Postdoc over publiek begrip van wetenschap met Bas Haring,


Universiteit Leiden 2013


Eureka - vierdelige


televisieserie over wiskunde in het dagelijks leven, KRO 2014


Boek: Het exacte verhaal -


wetenschapscommunicatie voor bèta’s.


Uitgeverij Nieuwezijds 2015-heden


Hoogleraar wetenschaps- communicatie,


Universiteit Leiden 2019


Voorzitter Libris Literatuurprijs 2019


Boek: Superlogisch - Hoe getallen je helpen om de


wereld beter te begrijpen, Uitgeverij Nieuwezijds


weblog Wiskundemeisjes het levenslicht. Een jaar later winnen ze twee Dutch Bloggies. In 2010 rondt Smeets haar proefschrift af, waarna ze be- sluit niet in de wiskunde, maar als wetenschaps- journalist verder te gaan. In die rol schuift ze geregeld aan bij De Wereld Draait Door en presenteert ze programma’s als De Rekenkamer en Eureka. In 2014 is ze te gast in Zomergasten en doet ze mee aan De Slimste Mens. Maar inmiddels is Smeets erachter dat bekend zijn niet zo haar ding is. “Vooral die piekbekendheid, dat je de dagen na De Slimste Mens of DWDD continu wordt aangesproken, vind ik heftig.” Tegenwoordig wijst ze de meeste tv-verzoeken


af. “Voor Jouw Vrouw, Mijn Vrouw VIPS heb ik vriendelijk bedankt”, zegt ze, met een lach. En de talkshow die haar benadert voor een item over moeders met een carrière, krijgt ook nul op het rekest. “Dat dit überhaupt een item is”, klinkt het, voor Smeets’ doen, best fel. “Ik ging laatst met een groep onderzoekers voor een conferentie naar Amerika, waarbij een man mij hogelijk verbaasd vroeg: goh, hoe doe je dat met de kinderen? Dan denk ik: gast, jij hebt toch ook kinderen?” Terug naar tv. Zelf programma’s maken staat


voor Smeets momenteel ook op een laag pitje. Bewust. “Laatst was ik nog eens een dag aan het filmen. Dan word je met alle egards behandeld. Iedereen regelt alles voor je. Zeg ik ’s avonds thuis tegen Han (haar man, red.): ‘Ik lust wel een glas water.’ Hij kijkt me aan: ‘Daar is de keuken.’ Roem is gevaarlijk voor je persoonlijkheid.”


Bèta’s onderwijzen Nee, laat Smeets maar lesgeven op de univer- siteit: echte bèta’s onderwijzen in haar vak- gebied. “Voor studenten biomedische of bio- farmaceutische wetenschappen die gewend zijn om kwantitatief onderzoek in een lab te doen, is het soms wel een shock als ze mensen moe- ten gaan interviewen.” Het roept de vraag op wat deze bèta’s aan een master wetenschaps- communicatie hebben als ze later in een laboratorium staan. “Ook als je verdergaat als onderzoeker, is het een pre als je je resultaten kunt communiceren.” Maar kijken we naar de medische wereld, dan


is het overbrengen van wetenschappelijke in- formatie natuurlijk vooral van belang voor wie patiëntcontact heeft. Anno 2020 is daar meer aandacht voor dan ooit in medische opleidin- gen. Voor patiënten zijn er toegankelijke flyers en filmpjes én ze mogen gesprekken met hun behandelaren opnemen. “Het gaat veel beter dan twintig jaar geleden”, erkent Smeets. “Maar


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84