Weten wat je wilt meten Toch is het ‘rondstrooien’ van sensoren vol- gens Van den Hout geen goed idee. “Het is heel simpel om 50 gigabyte aan data extra op scherm van een operator te toveren, maar beter is het om jezelf af te vragen wat je nu echt wilt gaan meten. Van dat laatste worden bedrijven zich steeds beter bewust.”
Vierde fase Het goedkoper worden van sensoren en de interesse in predictive maintenance zorgen er voor dat de industrie in een volgende fase terecht is gekomen. “In deze vierde fase worden continumetingen steeds beter en wordt er meer data gebruikt om zowel storingen beter te voorspellen als het pro- ductieproces te optimaliseren. Met je con- tinumeting kan je namelijk veel beter zien waar er nog energie valt te besparen of flow valt te optimaliseren. En dat alleen al kan meer opleveren dan de implementatie van predictive maintenance an sich.”
Warmtewisselaar “Neem nu een warmtewisselaar”, gaat Van den Hout verder. “Die vervuilen op den
duur, waardoor ze minder efficiënt hun werk doen. Dat heeft gevolgen voor het proces. Door simpelweg een temperatuursensor voor en achter de warmtewisselaar te zetten en een handig algoritme in je procesbe- sturing te bouwen, waarbij je ook de flow meeneemt, zie je heel eenvoudig wanneer je warmtewisselaar weer schoongemaakt moet worden. Je ziet in de praktijk wel vaak dat er temperatuur wordt gemeten, maar zonder de flowwaardes kun je dan niet voldoende zeggen over de status van je warmtewisselaar. Dat laat dus ook weer zien dat je goed moet weten wat je nu precies gaat meten.”
Acceptatie Een volgende stap is de acceptatie van technologie door de markt. “Interessant is dat de smartphone de digitalisering van allerlei processen ook in de industrie heeft versneld”, meent Van den Hout. “We hadden al PDA’s in het jaar 2000, maar toen vonden de technisch managers dat maar niks. Toen diezelfde technisch managers een paar jaar later hun kinderen de hele dag met een smartphone in de hand zagen, herkenden
ze ineens wel de voordelen van dit soort devices. Maar ook in 2000 konden we al lang op een mobiel apparaat een grafiek met het temperatuurverloop bekijken. Het verschil is dat de markt nu dit soort technologie accepteert.”
Het verbinden van de drie pijlers ‘duur- zaamheid’, ‘maintenance’ en ‘veiligheid’ is volgens Van den Hout vrij rechtlijnig: “Pre- dic-tive maintenance leidt in veel gevallen tot procesoptimalisatie waarbij minder energie wordt verbruikt. Je kunt dus rustig stellen dat predictive maintenance een positief effect heeft op verduurzaming. Als je naar veiligheid kijkt, is de link tussen met maintenance uiteraard ook zeer dui- delijk. Je doet aan maintenance om het systeem binnen de veiligheidseisen te kunnen laten draaien. Buiten die grens- waarden kan het onveilig worden voor mens en milieu. Bij predictive maintenance heb je vervolgens ook nog eens het effect dat je niet meer onderhoud pleegt dan nodig, waardoor de kans op incidenten bij het onderhoud statistisch gezien weer afneemt.”
Duurzaam en industriële symbiose
Industriële symbiose is een woord dat de laatste tijd -onder andere in dit magazine- steeds vaker de kop opsteekt. Bij industriële symbiose wordt er door twee of meer bedrijven intensief samengewerkt op het gebied van uitwisseling van reststromen van zowel energie als grondstoffen. Dit gebeurt veelal op regionale schaal, waarbij er eigenlijk verrassend weinig geregeld is vanuit de nationale overheid (Zie ook Process Control 1, 2019).
Laurens Meijering
Een van de regio’s waar industriële symbiose bovenaan de agenda staat is Zeeland. Het industriecluster dat zich in Zeeland, het westen van Brabant en net over de grens in België bevindt, heeft een onafhankelijke partij in het leven geroepen waar centraal wordt gekeken naar de mogelijkheden van industriële symbiose. Smart Delta Resources (SDR) wordt betaald uit een pot die door participerende bedrijven en provinciale overheden wordt gevuld.
Routes Vorig jaar liet SDR een ‘roadmap’ ontwikke- len door onderzoeksbureau CE Delft. Laurens Meijering van SDR vertelt er meer over. “In de roadmap hebben we CE Delft laten kijken naar hoe we met ons industriële
42 | nummer 4 | 2019
cluster in 2030 kunnen voldoen aan de klimaatdoelstellingen. Dat betekent dus 49% CO2
-reductie in 2030 en 95% in 2050.
Een enorme opgave dus.” In de roadmap worden de routes verkend waarlangs de reductie kan worden gerea- liseerd. Daar rolden acht concrete thema’s uit. “Dat zijn thema’s die voor de proces- industrie bekend zullen klinken, maar wij hebben ze in deze studie uiteraard in het perspectief van onze eigen regio kunnen bekijken”, legt Meijering uit.
Elektrificeren Een van de belangrijkste thema’s is water- stof. “En dan vooral blauwe en groene waterstof”, vult Meijering aan. CCS en CCU horen ook bij de belangrijke thema’s, even- als de recycling van plastics. Ook geother- mie is onderzocht, vooral vanwege de be- drijven in het westen van Noord-Brabant.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48