54
‘Ik heb voldoende aan de verhalen, herinneringen en vrienschap- pen die ik aan die tijd heb overgehouden’
Gewonden De volgende dag, dinsdag 2 oktober, vertrekt de eenheid van Gielens om 7.00 uur ’s ochtends richting de Baluchi-vallei. Bij de ingang van deze vallei nemen ze aan de rand van de green zone stelling in. Het is dan nog rustig, maar Inge ziet de vrouwen en kinderen uit de quala’s vertrekken, een teken dat er iets staat te gebeuren. Als ze vervolgens hun stelling loslaten en zich dieper de vallei in verplaatsen, breekt de hel los. ‘Er viel een mortier op vijftig meter afstand en twee voertuigen raakten in gevecht met de Taliban’, vertelt Gielens. ‘De chauffeur van een van onze voertuigen had scherfwerking in zijn gezicht gekregen omdat een granaat afketste op het pantser van de YPR. Ik heb zijn gezicht nog schoongeveegd en er werd een medevac aangevraagd. Toen we weer verder gingen, reed een voertuig op een IED. Twee militairen raakten daarbij zwaargewond en moesten uiteindelijk naar Nederland afgevoerd worden. Later bleek dat nog eens twee militairen gewond waren geraakt.’ De Quick Reaction Force (QRF) wordt opgeroepen om het voertuig te bergen en het peloton verplaatst zich naar Poentjak om daar de nacht door te brengen. In haar dagboek schrijft Gielens die avond: ‘We hadden
checkpoint
vandaag vijf gewonden, maar gelukkig is iedereen er nog. Het was een bijzon- dere, aparte en indrukwekkende dag.’ Een dag later keert het peloton van Gielens terug naar Tarin Kowt, maar nog is het niet klaar met de scher- mutselingen. Bij het oversteken van een rivier, bij de Irish Crossing, rijdt plotseling een auto op het konvooi in om een zelfmoordaanslag te plegen. Gielens ziet een gigantische vuurbal de lucht ingaan en het peloton gaat ‘onder pantser’. Gielens: ‘Mijn collega had die ochtend nog tegen onze chef gezegd dat hij een slecht gevoel had over de terugverplaatsing naar Tarin Kowt. Toen we op weg waren dacht ik zelf: we hebben al lang geen zelf- moordaanslag meer meegemaakt. Dertig minuten daarna was het raak.’ De QRF wordt wederom ingeschakeld en stelt vast dat de schade aan het Nederlandse voertuig meevalt. Van
de auto met de bom is alleen nog een stuk chassis over en bij het passeren van de locatie ziet Gielens her en der stukjes mens op de grond liggen. Als het peloton op het kamp in Uruzgan aankomt, is daar een filmploeg bezig. Niet iedereen heeft daar op dat moment behoefte aan en de verwensingen zijn niet van de lucht. ‘Op dat moment kwam even alle schrik, woede en onmacht eruit’, herinnert Gielens. ‘Sommige collega’s hebben later wel problemen gekregen om het allemaal te verwerken, maar ik heb er nooit last van gehad. Het overkomt je gewoon en ik heb het in een roes beleefd. Waarschijnlijk door alle adrenaline die dan vrijkomt.’
Fouilleren Het moment dat misschien nog wel meer indruk op Gielens heeft gemaakt, is de dag dat zij op pad
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76