22
op afstand en zo’n bijeenkomst is een mooie gelegenheid om veteranen te ontmoeten. Ik bezoek ook andere plekken waar dat kan, zoals inloop- huizen voor veteranen. Verder heb ik geregeld overleg met lokale partners uit het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV), zoals maatschappelijk werkers. Ik vertegenwoordig de geestelijke ver- zorging bij het casuïstiekoverleg, maar vanuit mijn vertrouwensrol breng ik geen veteranen ter bespreking in.’
Sanneke Brouwers werkt als geestelijk verzorger voor het NLVi. Luisteren is de kern van haar werk. ‘Ik zit gewoon aan de keukentafel en neem de tijd voor het verhaal van de ander.’ Tekst Else de Jonge Fotografie Medea Huisman
U bent krijgsmachtaalmoe- zenier. Hoe ziet een gangbare werkdag bij u eruit? ‘Mijn werkdagen zijn zo divers, dat het woord ‘gangbaar’ eigenlijk niet van toepassing is. Wel kan ik iets zeggen over de belangrijkste onderdelen van mijn baan. De meeste tijd besteed ik aan het thuis bezoeken van veteranen die niet meer actief zijn voor Defensie. Sommige van hen bezoek ik jaren achter elkaar, anderen zie ik minder
vaak en het komt ook voor dat ik één gesprek met iemand voer en dat het daarbij blijft. Of er na een gesprek een vervolg komt, laat ik meestal aan de veteraan zelf over. Een ander onderdeel van mijn werk is het bezoeken van reünies en vetera- nendagen. Soms wordt me gevraagd een overdenking te doen of een gebed uit te spreken. Maar ook als ik niet zo’n bijdrage lever, dan ga ik. Wie als gees- telijk verzorger op een kazerne werkt, legt relatief makkelijk contact met militairen. Ik zit vanuit het NLVi meer
checkpoint
Waarom doen veteranen een beroep op u? ‘Om hun verhaal te kunnen doen. Daar komt het in de kern wel op neer. Soms krijg ik van veteranen terug: “Nu heb ik voor het eerst écht mijn verhaal verteld.” Dat vind ik heel waardevol. Ik kan door de aard van mijn baan veel tijd voor iemand nemen en een ver- trouwensband opbouwen. Soms hoor ik details (bijvoorbeeld waar, wanneer en hoe laat zich iets voordeed) waarvan de relevantie niet meteen duidelijk is. Dat laat ik gebeuren. Iemand die zich belast voelt door een gebeurtenis, wil vaak zijn verhaal zo compleet mogelijk vertellen, in zijn eigen tempo. Daarvoor ruimte bieden voorziet in een grote behoefte.’
U hoort vaak schrijnende verhalen. Hoe reageert u op wat u hoort? ‘Ik luister zonder te oordelen of met een oplossing te komen. Ik probeer erkenning te geven voor wat iemand heeft meegemaakt en voor de pijn die iemand daar nog van ondervindt. En ik probeer een verbinding te maken met andere elementen uit hun levens- verhaal. Ik sprak bijvoorbeeld een veteraan die op uitzending een kind had leren kennen. Hij was bang dat dit kind later door oorlogshandelingen iets zou overkomen. Vanuit schuld- en verantwoordelijkheidsgevoel houdt hij nu een extra oogje op buurtkinderen die met hun fietsje soms de straat op schieten. Door zo’n verbinding te leggen draag je bij aan betekenis- geving. Ik wijs erop dat het feit dát
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76