search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
50


klonk over de radioverbindingen. Van de twaalf Indonesische Whiskey- klasse onderzeeboten voeren zes met Russische bemanningen. Deze bemanningsleden droegen Indonesische uniformen zonder rangonderscheidingstekens en hadden documenten op zak die verklaarden dat zij vrijwilliger waren in Indonesische dienst. Door deze heimelijke werkwijze kon Moskou elke betrokkenheid ontkennen en mogelijke escalatierisico’s beperken. Tegelijk bood het conflict de kans om de nieuwste Sovjetwapens in de praktijk te testen.


Vrees voor machtigste Nederlandse oorlogsschip In het Indonesische invasieplan speelden deze zes door Russen bemande onderzeeboten en de Tu-16’s met KS-1 Komet antischipra- ketten een cruciale rol. Zij waren aangeduid als de ‘strategische dek- kingseenheden’ van de invasievloot. Met andere woorden, zij moesten de geduchte Nederlandse marine- schepen, die Nederlands Nieuw- Guinea verdedigden, uitschakelen en de weg vrijmaken voor de amfibische landingsmacht. De Indonesische defensietop hield daarbij rekening met de terugkomst van het machtigste Nederlandse oorlogsschip, vliegkamp- schip Hr.Ms. Karel Doorman, die zich eerder in 1960 in Nederlands Nieuw- Guinea had vertoond. De Indonesische invasievloot bestond uit ongeveer


‘De spanning was om te snij- den en politiek Den Haag stond onder grote druk’


checkpoint


zestig marine- en koopvaardijschepen met aan boord ruim 12.000 mariniers en soldaten. Het aanvalsdoel was Biak, de belangrijkste Nederlandse militaire basis. Volgens een Russische oud-marineofficier was zijn onderzee- boot aangewezen voor een aanval in de baai van Manokwari, waar op dat moment het fregat Hr.Ms. Evertsen lag afgemeerd. Maar slechts enkele uren voor de geplande aanval ontving de onderzeeboot de opdracht terug te keren. Want aan de onderhandelings- tafel was zojuist een akkoord bereikt.


Wie wist wat? Was Den Haag op de hoogte van deze naderende invasie en de geheime Russische steun? De Marine Inlichtingendienst (MARID) leverde de belangrijkste inlichtingenrapportages aan de militaire en politieke top, en deze rapportages klonken steeds alarmerender. De dienst volgde nauwgezet de Russische wapenlever- anties. Medio 1962 trok de MARID de (juiste) conclusie dat de Indonesiërs nog niet in staat waren zelf alle geavanceerde systemen te bedienen. Korte tijd later constateerde de MARID dat zes van de twaalf Indonesische onderzeeboten met Russische bemanningen opereerden en dat Russische piloten in de Indonesische Tu-16’s vlogen. De inlichtingendienst onderschepte vervolgens berichten waaruit bleek dat de met Russen bemande onderzeeboten onder bevel kwamen van de Indonesische marinetop en operationele taken kregen toegewezen, al bleven de details daarvan onbekend. Dat Indonesië begin augustus 1962 een omvangrijke invasievloot had samen- gebracht was bij de MARID en de regering wel bekend, maar over het aanvalsdoel tastten zij in het duister. De MARID dacht (ten onrechte) dat de invasie zou plaatsvinden op de zwak verdedigde zuid- en westkust van Nederlands Nieuw-Guinea. De inlich- tingendienst vond het onwaarschijnlijk dat Soekarno een riskante aanval zou wagen op de verder gelegen en beter verdedigde militaire steunpunten in het noorden. Niettemin was de


spanning om te snijden en politiek Den Haag stond onder grote druk keuzes te maken.


Amerikaanse druk De Amerikaanse inlichtingendiensten ontvingen eveneens signalen over de vergaande Russische inmenging. Kennedy had van zijn veiligheidsadvi- seurs te horen gekregen dat Soekarno bij het falen van de onderhandelingen zou overgaan tot grootschalige militaire actie. Uit vrees voor verdere escalatie zette Kennedy niet alleen Indonesië, maar ook zijn NAVO- bondgenoot Nederland onder zware druk om tot een vreedzaam akkoord te komen. Het Nederlandse kabinet zwichtte op 15 augustus 1962 voor deze Amerikaanse druk en de dreiging van een Indonesische aanval. Maar het kabinet had op dat moment niet door hoe de actieve Sovjetsteun deze naderende invasie mogelijk maakte en dat dát een belangrijke reden was voor de Amerikaanse diplomatieke druk. Al met al lijkt het erop dat Nederland door het oog van de naald is gekropen en dat de Russen wel degelijk geheime operaties hadden gepland voor de strijd om Nederlands Nieuw-Guinea.


info Meer lezen


‘Geheime Sovjetsteun in Nieuw- Guinea’, Marineblad (nr. 5 2012)


‘Het Nieuw-Guineaconflict in nieuw perspectief’, Tijdschrift voor Zeegeschiedenis (nr. 1-2014)


over Matthijs Ooms


Luitenant-ter-zee der 1e klasse Matthijs Ooms doceert aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) en doet promotieonderzoek naar koopvaardijbescherming in de Koude Oorlog. Hij is een veteraan van de anti-piraterijmissie Atalanta, waaraan hij in 2009 heeft deelge- nomen als commandocentrale offi- cier aan boord van Hr.Ms. Evertsen.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76