42
Nederlands Nieuw-Guinea ’49 ’50
De gebeurtenissen van 1949 tot en met 1963 op een rij ’52 ’54
27 december 1949 Nederland draagt de soevereiniteit over aan de Verenigde Staten van Indonesië. Het westen van Nieuw-Guinea blijft in handen van Nederland.
Verdediging De verdediging van Nieuw- Guinea bestaat dan uit 150 man van het KNIL, enkele eenheden Papoeamilitairen en marineschepen voor de kust. In december 1949 stuurt de landmacht het 7e bataljon Garderegiment Prinses Irene en enkele ondersteunende eenheden naar Nieuw-Guinea. De marine stuurt een korvet, een aantal kleinere trans- portschepen en personeel
en vliegtuigen van de Marine Luchtvaartdienst. In de loop van 1950 volgen nog 500 KNIL-militairen en een infanteriecompagnie van het korps Mariniers.
2 januari 1950 Soekarno belooft in zijn nieuwjaarsrede dat Irian Barat (Nieuw-Guinea) nog dat jaar bij Indonesië komt.
17 augustus 1952 Soekarno maakt in zijn rede op Onafhankelijkheidsdag duidelijk dat Indonesië desnoods met geweld het gezag over Nieuw- Guinea van Nederland zal overnemen.
16 september 1952 In haar troonrede zegt koningin Juliana dat Nederland de Papoea’s tot zelfstandigheid zal opleiden en de economische vooruit- gang van Nieuw-Guinea zal bevorderen.
Infiltraties In de eerste helft van de jaren vijftig proberen Indonesische militairen te infiltreren. Hoewel de infiltraties vaak kleinschalig zijn, weten Indonesische infiltranten in een aantal gevallen (Gaga in 1952, Fak-Fak in 1953 en Etna-baai in 1954) langere tijd uit handen van de Nederlanders te blijven.
’61
14 april 1960 Nederland besluit op 14 april 1960 meer militaire eenheden te sturen. In mei vertrekt vliegdekschip Karel Doorman samen met andere marine- schepen – volgeladen met oorlogsmaterieel – voor vlagvertoon rond de wereld; in werkelijkheid gaat de reis naar Nieuw-Guinea. In dezelfde maand wordt het 6e Infanteriebataljon Oranje Gelderland opgericht, dat in september 1960 naar Nieuw-Guinea vertrekt.
Verdere versterking In de periode 1961-1962 volgen nog eens twee infan- teriebataljons, twee afde- lingen luchtdoelartillerie en 18 vliegtuigen van de
checkpoint
luchtmacht, waardoor de Nederlandse sterkte groeit van 5000 Nederlandse militairen in 1960 naar 10.000 in 1962, waaronder veel dienstplichtigen.
17 augustus 1960 Indonesië verbreekt de diplomatieke betrekkingen met Nederland.
Opnieuw infiltraties De infiltraties nemen in inten siteit toe. De Indonesische infiltranten zijn beter bewa- pend, beter opgeleid en voorbereid dan in de jaren vijftig. Indonesische militai- ren die in november 1960 (Boeroe) en september 1961 (Sorong) infiltreren, weten maandenlang uit handen van de Nederlanders te
-
Februari 1961 Op 21 februari wordt het Papoea Vrijwilligers Korps (PVK) opgericht om bij te dragen aan de verdediging van Nederlands-Nieuw- Guinea tegen de infiltratie van het Indonesische leger. Van 18 tot 25 februari vinden verkiezingen plaats voor de Nieuw-Guinea Raad, die op 5 april formeel wordt geïnstal- leerd. Van zelfbestuur op lokaal niveau is geen sprake.
1 december 1961 Nederland geeft de Papoea’s een vlag, een volkslied en een nationaal symbool.
1954 De marine krijgt de verant- woordelijkheid voor de ver- dediging van Nieuw-Guinea; de landmacht keert terug naar Nederland.
December 1955 Voor het eerst zijn er weer besprekingen tussen Nederland en Indonesië over Nieuw-Guinea. Beide landen handhaven hun standpunten ten aanzien van de soevereiniteit en de onderhandelingen mislukken.
21 februari 1956 De Indonesische regering zegt de Nederlands- Indonesische Unie op. Soekarno verwijst hierbij
’62
19 december 1961 Soekarno geeft in een toespraak zijn zogenaamde ‘laatste bevel’ inzake Nieuw-Guinea. Dit is een oproep aan het volk zich gereed te houden Nieuw- Guinea gewapenderhand te veroveren. In de achterlig- gende jaren heeft Indonesië zijn strijdkrachten op orde gebracht en voelt zich sterk genoeg om aan te vallen. De spanningen nemen nu snel toe.
blijven.
2 januari 1962 Minister-president De Quay komt met een verklaring, dat de Nederlandse regering bereid is zonder voorwaarden vooraf met Indonesië te onder- handelen. De VS begint
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76