search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
BEDRIJFSREPORTAGE VAN HYFTE


Na twee weken


krijgen de kalveren melk via de


kalverdrinkautomaat


terne arbeid willen gaan werken’, legt Jonas gedreven uit. De huidige melkveestapel van 260 stuks is goed voor een jaarproductie van 11.454 kg melk met 4,32% vet en 3,44% eiwit. ‘De productie stijgt nog sinds we compact voeren en ook de winst door betere genetica zorgt voor een verdere toename van de melkgift.’ De hoge melkpro- ductie vindt Jonas positief, maar hij wil er graag nog hogere gehalten bij. ‘In het verleden heb ik vooral op veel kilogrammen vet en eiwit geselecteerd. Nu verleg ik de focus wat meer naar de gehalten.’


Dat hoge producties kunnen samengaan met hoge gehal- ten, bewijst de favoriete Balistodochter van Jonas. Ze is geboren uit een embryo van CRV en combineerde 12.000 kg melk met 5,24% vet en 4,00% eiwit in haar tweede lactatie. ‘Als één koe dat kan neerzetten, wil je graag streven naar meer van zulke koeien in de stal.’


Tussenkalftijd van 385 naar 400 dagen Behalve op melkproductiekenmerken let Jonas ook op uiergezondheid, kruisligging en kruisbreedte, en vrucht- baarheid bij de stierkeuze. Alle ingezette stieren zijn genoomstieren, de namen van de stieren houden ze niet meer bij. ‘Vanaf het begin van het genoomtijdperk zijn we volledig op jonge genoomstieren overgegaan. We hebben altijd geloofd in de snelle vooruitgang van de genetica.’


Elk kalf wordt op genoomfokwaarden getest en elke vaars met een te lage NVI krijgt een embryo van CRV ingeplant. ‘We zetten elk jaar ongeveer tachtig embryo’s in. Elke vaars met minder dan 200 NVI krijgt een em- bryo, daarboven zetten we gesekst sperma in. Bij de koei- en ligt de grens op 150 NVI, daarboven gebruiken we gesekst sperma, daaronder witblauwe kruisingsstieren.’


80 veeteelt DECEMBER 1/2 2018


Waar de tussenkalftijd voorheen op 385 dagen lag, gaat die stilaan richting 400 dagen. ‘We kiezen er nu voor om de koeien wat later te laten kalven.’ Dat levert wellicht ook hogere gehalten op, maar dat is volgens Jonas lang niet de voornaamste reden van de keuze om later te gaan insemineren. ‘Met deze producties zien we de koei- en niet vervetten en een iets langere tussenkalftijd is in dat geval geen probleem.’


Alle inseminaties gebeuren nog steevast door de ki-die- renarts van CRV. ‘Met een goede inseminator wil ik niet investeren in zelf insemineren.’ Elke vrijdag worden koeien met meer dan 33 dagen na insemineren stan- daard gescand op dracht. ‘Zo kun je heel kort op de bal spelen, want gemiddeld komen we daardoor op minder dan 42 dagen uit. Bij goed cyclerende koeien insemineer ik graag rond 100 dagen.’ Het melken neemt twee keer per dag tweeënhalf uur in beslag in de 2 x 16 zij-aan-zijmelkstal. De lange melktijd is voor een deel te wijten aan het handhaven van een vaste procedure bij het melken van de koeien. Zo wordt er altijd voorgedipt, voorgemolken en pas na een korte wachttijd het melkstel aangsloten. Na het melken wordt er ook weer gedipt. ‘We vinden het belangrijk om goed te melken en houden vast aan die volgorde tijdens het melken.’


Hogere opname dankzij compact voeren Er wordt ook standaard met twee man gemolken. Melk- baarheid vormt inmiddels wel een aandachtspunt bij de stierselectie. ‘Het is niet fijn wanneer door één moeilij- ker te melken koe het ritme van melken verstoord ge- raakt. Melksnelheid is nu een aandachtspunt bij de keu- ze van stieren’, vertelt Jonas.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106