Zuivelreus houdt voortrekkersrol
In alle opzichten ervaarde FrieslandCampina 2016 als een turbulent jaar. De melkaanvoer, de zuivelprijzen en het fosfaatonheil noopten tot een buitengewone hoeveelheid regiewerk. Iets wat directievoorzitter Roelof Joosten past. Dat laat hij ook met ‘zijn’ mestverwerkingsproject Jumpstart wel blijken. TEKST FLORUS PELLIKAAN
anaf de tiende etage in het hoofd- kantoor van FrieslandCampina biedt zijn werkkamer een fantastisch uitzicht over Amersfoort en de directe om- geving. Onbedoeld symboliseert het de open en heldere blik die directievoorzitter Roelof Joosten in de zuivelwereld heeft. Die bleek afgelopen jaar ook meer dan nodig door tal van nieuwe uitdagingen. Daags na de presentatie van de jaarcijfers blikt Joosten terug, maar ook vooruit. ‘Het afgelopen jaar heeft laten zien dat we nog beter zul- len moeten anticiperen op veranderende omstandigheden.’
V
Hoe is het FrieslandCampina gelukt om in dit moeilijke jaar toch nog deze financiële resultaten neer te zetten? ‘De cijfers over de eerste helft van 2016 gaven, ingegeven door de extra melk, na- tuurlijk nog weinig hoop op een goed jaar- resultaat. In mei zagen we echter de markt licht kantelen, waarop wij de prijzen heb- ben verhoogd, omdat we wisten dat de markt vanwege de lage prijzen kort afge- dekt was. Die prijsverhoging hebben we in de pers uitgedragen en niet zonder succes.’
Tijdens de nieuwsjaarbijeenkomst van NZO noemde u de melkprijs nog uiterst fragiel. Is dat nu anders? ‘Fragiel is de melkprijs nog steeds, maar we zien wel dat het aanbod van melk in Nieuw- Zeeland en Australië achterblijft. Ook is er licht meer vraag vanuit China. Daarnaast zullen voor de binnenlandse markt de fos- faatreductiemaatregelen waarschijnlijk
zorgen voor een paar honderd miljoen kilo minder melk. Dat geeft rust in de fabrieken en we kunnen beter inzetten op toegevoeg- de waarde. Dat zou tot betere prestaties moeten leiden. De eerste maanden, of laat ik zeggen het eerste halfjaar, verwacht ik dat de garantieprijs wel rond de 35 tot 36 cent blijft.’
Afgelopen jaar stond ook in het teken van het door FrieslandCampina ingrij- pen in de melkleveranties. Hoe heb- ben jullie dat ervaren?
‘De coöperatieleden en de onderneming FrieslandCampina hebben elkaar een aantal keren verrast. De productie viel hoger uit of de verwerkingscapaciteit bleef achter in combinatie met onbalans in de zuivelmarkt. Daarom hebben we de twee- en tiencents- regeling gehad om de groei in melkaanvoer te temperen. Het heeft de onderneming tot 31 december respectievelijk veertien en tien miljoen euro gekost, maar het betreden van de spotmarkt kost veel meer. Het is niet dat FrieslandCampina in paniek was, maar door de grote melkstroom ontstond er een onba- lans tussen aanbod en verwerkingscapaci- teit en daar moesten we wel op anticiperen.’
Hoe proberen jullie de grip op de melkaanvoer te verbeteren? ‘We zullen als coöperatie en onderneming intensiever en meer proactief elkaar infor- meren over vraag en aanbod en proberen die op elkaar af te stemmen. Ook zullen we met de leden van de coöperatie overleggen over wat we eventueel met de extra melk
kunnen doen en wat daarvan de gevolgen zijn voor bijvoorbeeld de totale melkprijs. Op de lange termijn gaan data over gewas- sen, het weer en koeien ons echt helpen om het melkaanbod beter te voorspellen. Mocht het melkaanbod toch uit de hand lopen, dan hebben we in de reglementen de clau- sule om de aanvoer te beperken. Bovenaan staat dat we melk willen verwaarden en niet wegwerken.’
In de fosfaatreductieregeling heeft de zuivelverwerkende industrie een voortrekkersrol gespeeld. Waarom? ‘We hadden liever niet voor die keuze ge- staan. Als er bijvoorbeeld drie jaar geleden veel steviger was gekozen voor grondgebon- denheid, dan waren we niet voor dit pro- bleem komen staan. Maar verlies van deroga- tie kwam nu als een muur op de sector af.’ ‘Toen bleek dat de overheid niet wilde en belangenorganisaties als LTO en NMV niet konden, moesten wij als zuivel wel onze verantwoordelijkheid nemen, hoewel NZO daar niet op was ingericht. Dat zag je in het begin even terug in het ontbreken van de eensgezindheid binnen de dertien leden van NZO, waar wij slechts één stem van zijn. Het was te gek voor woorden dat leden eruit stapten, want die eensgezindheid hadden we juist richting de overheid nodig’, klinkt Joosten nog altijd geïrriteerd. ‘Gelukkig is iedereen wel weer aan boord gekomen en is de ministeriële regeling er gekomen. Maar begrijp me goed, voor individuele veehou- ders is het heel pijnlijk.’
Tijdens de presentatie van de jaarcijfers gaf u aan de stroom melk van niet- leden te willen afouwen. Betekent dit het afstoten van melkveebedrijven in Duitsland en België die geen lid zijn? ‘Vorig jaar hebben we het aantal Duitse en Belgische leveranciers al flink afgebouwd naar wat heet een strategisch niveau. Ik doelde vooral op het minder inkopen van melk in Azië en het Midden-Oosten. Er ko- men steeds meer technologieën waarmee melk over steeds grotere afstanden kan wor- den getransporteerd. Daardoor kunnen we meer ledenmelk inzetten en hoeven we minder lokale melk in te kopen.’
veeteelt MAART 1 2017 61
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76