Leasen gebeurt nog meer in het buitenland


In het buitenland komt leasen nog eerder in beeld dan in Nederland. Dat stelt sectormana- ger melkveehouderij bij Rabobank Marijn Dekkers. ‘Het integraal financieren van een pakket investeringen en werken met een totaalaflossing is typisch Nederlands. Dat zien we elders minder.’


In het buitenland worden meer de specifieke objecten gefinancierd in plaats van een inte- grale financiering. ‘In België moet een trekker bijvoorbeeld ook in vijf jaar worden afgelost. Hierdoor komt leasen veel eerder in beeld.’ Waar Lely financial lease voor robots veelvul- dig in het buitenland toepast, is operational


lease vooralsnog alleen voorbehouden aan Nederland. ‘Er is wel vraag vanuit het buiten- land’, vertelt Gerben Buijs, area-salesmana- ger bij Lely. Maar we willen er binnen de thuismarkt eerst voldoende ervaring mee opdoen, voordat we het ook in het buiten- land introduceren.’


liquiditeit geven. Bij lease wordt in kortere tijd de aanschaf- prijs van het object afgelost, wat hogere maandlasten geeft. Met het ‘ontzorgen’ lijkt operational lease aantrekkelijk voor de hedendaagse melkveehouder. Toch past het volgens Buijs niet bij iedere melkveehouder. ‘Sommige melkveehouders zijn graag zelf eigenaar van een object. Of ze zijn heel handig en doen graag zelf een stuk onderhoud en vervanging.’ Hoewel er ook bij GEA wel eens vragen komen naar opera- tional lease, biedt de fabrikant het nog niet aan. ‘Het heeft binnen onze organisatie geen prioriteit. Een veehouder die handig is en zelf tepelvoeringen en slangen vervangt, kan snel voordeliger uit zijn’, stelt Knol. Maar zowel GEA als DeLaval bieden wel all-inservicecontracten aan en die kun- nen veehouders volledig naar eigen wens invullen. Het meest uitgebreide pakket komt in de buurt van het afdek- ken van de kosten, zoals dat ook met operational lease gebeurt.


Niet geschikt voor melkstal


Bij operational lease zoals Lely die aanbiedt voor melkro- bots, gaan Lely Finance en de melkveehouder voor 84 maan- den een wederzijdse verplichting aan. Maandelijks betaalt de veehouder een vast bedrag en aan het einde van de loop- tijd kan de veehouder de robot voor een afgesproken prijs al dan niet overnemen. Waar lease veel voorkomt bij melkro- bots, is deze vorm van financieren niet geschikt voor melk- stallen. ‘Een robot is net als landbouwmachines meer een op zichzelf staand, heel tastbaar object’, stelt Kappers. Johan Knol is het daarmee eens. ‘Bij lease is het object het onder- pand. Bij een robot zou je bij wijze van spreken de stekker eruit kunnen trekken en deze mee kunnen nemen. Bij een melkstal ligt dat veel gecompliceerder.’ Voordat er een leaseovereenkomst wordt gesloten, vindt er


Marijn Dekkers, sectormanager bij Rabobank: ‘Leasen vanuit kracht is een prima keuze, leasen vanuit krimp niet’


eerst een creditcheck plaats of het melkveebedrijf de kosten kan betalen. ‘Hierdoor zijn we ook nog nooit in de situatie gekomen dat het weghalen van de robot in beeld kwam’, stelt Buijs. ‘In het geval een veehouder de lasten niet kan betalen, ga je eerst een gesprek aan. De melkrobot is het hart van het bedrijf. Die haal je niet zomaar weg.’ Kappers adviseert melkveehouders bij investeringen de opties van leasen zeker te overwegen. ‘Het kan soms echt de moeite waard zijn om voor leasen te kiezen. Maar het is gelet op de balansratio en de liquiditeit per situatie ver- schillend en ook de persoonlijke voorkeur van de onderne- mer telt.’ Ook Dekkers adviseert leasen te overwegen. ‘We bieden het zelf ook aan, omdat het echt voordelen kan heb- ben. Leasen vanuit kracht is een prima keuze, wanneer het bedrijf niet de liquiditeit wil inzetten om te kopen. Maar leasen vanuit krimp, omdat de huisbankier geen lening wil geven, is onverstandig.’ l


veeteelt MAART 1 2017 57


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76