NRM Vraagprogramma: 140 zwartbonten en 70 roodbonten verwacht in Zwolle
Aftellen NRM is begonnen D
De vijftiende NRM vindt plaats op vrijdag 30 juni en zaterdag 1 juli. Een beurs, een dochtergroepenpresentatie en een individu- ele keuring maken deel uit van het programma, dat dit jaar geen keuring van honderdtonners bevat. Voor deelnemers staan in het vraagprogramma alle voorwaarden voor deelname op een rij.
e in dit artikel genoemde criteria gelden als richtsnoer voor de regio-
nale selectiecommissies. Na aanmelding beslist de NRM-rundveeshowcommissie in laatste instantie over definitieve deel- name aan de (dochter)groepenpresenta- tie en de keuring van individuele dieren.
Individuele dieren
Bij individuele dieren worden de CRV- gefiatteerde melklijsten beoordeeld. Bij lactaties langer dan 305 melkdagen geldt de door CRV gefiatteerde 305 dagen- melklijst. Uiteraard is het streven erop
gericht om tijdens de NRM de allerhoog- ste top in productie en exterieur te pre- senteren. De dieren worden naar leeftijd in rubrieken ingedeeld. Als richtsnoer gelden de volgende criteria:
Vaarzen
De eerste gegevens vanuit de melkpro- ductieregistratie dienen naar inzicht van de voorselectiecommissie acceptabel te zijn; dat wil zeggen dat de voorspelde 305 dagenproductie globaal moet vol- doen aan de eisen die onderstaand ge- steld worden aan een eerste lactatie.
Reglement rundveeshow
1. De NRM vindt plaats op 30 juni en 1 juli 2017 in de IJsselhallen te Zwol- le. De individuele keuring is op zater- dag 1 juli.
2. De aanmelding voor deelname dient vóór 7 april 2017 bij het hoofdkan- toor van CRV binnen te zijn.
3. Er vindt een voorselectie plaats, die wordt georganiseerd vanuit het CRV- hoofdkantoor. Uitgangspunt bij de selectie van vaarzen is dat deze dieren hebben afgekalfd op een maximale leeftijd van 32 maanden (2.08 jaar).
4. In de catalogus worden van de indivi- duele dieren, voor zover mogelijk, twee volledige lijsten vermeld. Bij meer dan twee zullen de beide hoog- ste lijsten (in kilogrammen vet en ei- wit) worden gepubliceerd, terwijl van vaarzen de voorspelde 305 dagenpro- ductie wordt opgenomen.
5. Alle voor de show aangemelde dieren en hun ouders en grootouders dienen geregistreerd te zijn in het CRV-stam- boek. De inzenders dienen deel te ne- men aan de door CRV goedgekeurde mpr.
34 VEETEEL T JANUARI 1/2 2009VEETEEL T FEBRUARI 2 2017
6. Alle voor de show aangemelde die- ren dienen vanaf 6 april 2017 onaf- gebroken in het bezit te zijn van de inzender.
7. Dieren die niet in Nederland zijn geboren, kunnen alleen deelnemen als ze vanaf 1 maart 2017 daadwer- kelijk en onafgebroken deel heb- ben uitgemaakt van het Nederland- se runderbestand en als zodanig in het CRV-stamboek zijn geregis- treerd.
8. De individuele dieren mogen niet vóór afloop van de keuring worden afgevoerd.
9. Alle dieren dienen op de dag van de show melkgevend te zijn.
10. Alleen de in de catalogus vermelde dieren mogen worden opgesteld.
11. De opstelling in de stallingshal is per eigenaar.
12. De deelnemers zijn verantwoorde- lijk voor het tijdig verschijnen van de dieren in de ring. Het te laat ver- schijnen kan uitsluiting van deelna- me tot gevolg hebben. Ook dienen de deelnemers aanwijzingen van de
organisatie, juryleden en functiona- rissen op te volgen. Het niet opvol- gen hiervan kan eveneens uitslui- ting van deelname en/of verwijdering uit de uitslag van alle dieren van de betreffende inzender tot gevolg heb- ben.
13. De organisatie zorgt voor ruwvoer, stro en krachtvoer en dergelijke.
14. De begeleiders van alle dieren op beide dagen van de show dienen ge- kleed te zijn in een witte broek en een wit overhemd (zonder opdruk). De begeleiders mogen geen hoofd- deksel dragen.
15. De zwartbonte dieren moeten voor- zien van een zwart halster worden voorgebracht, de roodbonte dieren met een bruin halster.
16. Per dier zal in de ring slechts één be- geleider, voorzien van NRM-hesje, worden toegelaten. Dieren die slecht hanteerbaar zijn en de presentatie van andere dieren verstoren, wor- den van deelname uitgesloten. Dit is ter beoordeling van de hoofdring- meester.
Dieren met meer kalvingen
In de te publiceren lactaties moet het aantal kilogrammen vet en eiwit in de eerste lactatie minimaal 540 (roodbont 500) en in de tweede en volgende lactatie minimaal 620 (roodbont 560) bedragen. Bij tweedekalfsdieren wordt de afgeslo- ten erkende eerste lactatie vermeld. Deze moet dus aan voornoemde eisen voldoen. Bij derdekalfsdieren worden de afgesloten erkende eerste en tweede lac- tatie vermeld. Deze moeten dus beide aan voornoemde eisen voldoen. Bij meerdere lactaties moeten er min- stens twee aan de gestelde eisen voldoen. De voorselectie vindt regionaal plaats.
Tabel 1 – Aantallen dieren per regio per keuringsstandaard
regio Noord
Oost
Zuid-West totaal
zwartbont 57
38 45
140
roodbont 8
40 22 70
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48