search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
FOKKERIJ Soort sperma geen invloed op ontwikkeling van kalf


Conventioneel of gesekst sperma?


Er is geen verschil in ontwikkeling tussen dieren die worden geboren uit gesekst of uit conventioneel sperma. Dit concludeert Lisette Kastelein in haar afstudeeropdracht voor de opleiding Animal Breeding and Genetics aan Wageningen Universiteit. tekst Diane Versteeg


R


ecent werd in Duitsland een klein onderzoek uitgevoerd onder 36 melk- vaarzen waaruit zou blijken dat nakome- lingen van gesekst sperma zich minder goed ontwikkelen dan nakomelingen uit conventioneel sperma. ‘Onzin’, conclu- deert Lisette Kastelein, die uit een veel grotere database met in totaal 166.822 dieren putte en de gegevens van nakome- lingen uit gesekst en uit conventioneel sperma met elkaar vergeleek. Kastelein voerde het onderzoek uit als on- derdeel van haar master Animal Breeding and Genetics aan de Wageningen Univer- siteit (WUR). Van de totale onderzoekspo- pulatie waren 140.612 kalveren geboren uit conventioneel sperma, 26.210 kalve- ren kwamen uit gesekst sperma. ‘Het grote verschil in aantallen kalveren komt doordat gesekst sperma minder vaak ge- bruikt wordt dan conventioneel sperma’, legt de jonge onderzoekster uit.


DNA niet aangetast


Figuur 1 – Gemiddelde exterieurscore voor dieren geboren uit gesekst en uit conventioneel sperma


dieren geboren uit conventioneel spema dieren geboren uit gesekst sperma


100


50 60 70 80 90


frame uier type benen av


Om seizoensinvloeden uit te sluiten zijn alleen gegevens gebruikt van bedrijven waar binnen drie maanden ten minste twee kalveren uit zowel gesekst als con- ventioneel sperma werden geboren. ‘Alle kalveren werden in 2008 of later geboren. De bedrijven zijn met deze randvoorwaar- den geselecteerd door CRV. De mpr- en bedrijfsinspectiegegevens van de dieren heeft CRV geanonimiseerd beschikbaar gesteld voor het onderzoek’, vertelt ze. Binnen het onderzoek vergeleek Kastelein de kalvervitaliteit, melkproductie (in zo- wel kilo’s melk als vet en eiwit) en exteri- eurkenmerken. Ze hield daarbij rekening met de leeftijd bij keuren, de leeftijd van de moeder bij afkalven, het aantal lacta-


22 VEETEEL T JANUARI 1/2 2009VEETEEL T FEBRUARI 2 2017


tiedagen en het moment van afkalven in het jaar.


Inmiddels wordt de techniek van het sek- sen van sperma alweer ruim tien jaar toegepast in de melkveehouderij. De we- tenschappelijke methode is begin jaren tachtig al ontwikkeld, maar deze was lan- ge tijd veel te duur en te langzaam voor commerciële toepassing. In 2007 bracht CRV als eerste gesekst sper- ma van Nederlandse stieren op de markt. Iets eerder deed de Engelse ki-organisatie Cogent dit al met sperma van buitenland- se stieren. ‘Het is bekend dat de bevruch- tingscijfers van gesekst sperma lager liggen dan de cijfers van conventioneel sperma’, vertelt Gerben de Jong, hoofd van de Animal Evaluation Unit (AEU) van CRV. ‘Dat roept de vraag op of kalveren die het resultaat zijn van een bevruchting met gesekst sperma, zich ook minder goed ontwikkelen.’ Wetenschappelijk gezien is het vrij on- waarschijnlijk dat het seksen van sperma invloed heeft op de ontwikkeling van het kalf, omdat het DNA in de spermacel niet wordt aangetast door deze techniek. Zo laat Han Mulder, universitair docent Ani- mal Breeding and Genetics aan Wagenin- gen Universiteit, weten. ‘Toch blijft het nodig om nieuwe technieken goed te eva- lueren op mogelijk nadelige effecten en daar zijn dit soort analyses voor nodig.’


Exterieur vrijwel gelijk


Op basis van de analyse blijkt dat er geen significante verschillen zijn in kalvervita- liteit, melkproductie en exterieurkenmer- ken tussen dieren die geboren zijn uit ge- sekst en uit conventioneel sperma. Ook voor berekende fokwaarden voor zowel melkproductie als exterieur werd geen verschil gevonden tussen de nakomelin- gen geboren uit gesekst of uit conventio- neel sperma (zie figuur 1). Dit blijkt ook uit praktijkcijfers. ‘Beide groepen koeien scoorden met 80,5 punten bijvoorbeeld een exact gelijk resultaat op algemeen voorkomen’, zegt Kastelein en wijst op een van de vele overeenkomsten in exterieurscore tussen beide groepen. De gemiddelde melkgift in de derde lacta- tie verschilt zelfs maar tien liter: dieren uit gesekst sperma produceerden gemid- deld 9805 kg melk, dieren uit conventio- neel sperma 9795 kg melk.


‘Die verschillen zijn zo minimaal dat we heel stellig durven te zijn: veehouders kunnen met een gerust hart gebruikma- ken van gesekst sperma’, zegt Kastelein. ‘Ze hoeven zich geen zorgen te maken over een minder sterke ontwikkeling van de dieren.’ l


gemiddeld aantal punten


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48