Tekst Maarten Bokslag Foto’s Maarten Bokslag en Frans Hoofwijk


komt dure schade 1 2 Verhoog de bandenspanning


Zet een camper met te zachte banden in de herfst stil en je weet zeker dat de banden in het voorjaar een platte kant hebben. Dat is een dure fout, want wat sommige mensen ook zeggen: een platte kant gaat niet vanzelf weg. Het gevolg is dat de auto gaat trillen. Nieuwe banden monteren is de enige oplossing. Zorg daarom dat de banden een atmosfeer extra spanning hebben, voor de camper de stalling ingaat. Check de juiste druk: meestal is de normale bandenspanning 4,5 bar, dan dat wordt dus 5,5 bar. Niet vergeten de druk in het voorjaar weer te verlagen: een te hoge bandenspan- ning gaat ten koste van het comfort en de wegligging.


3 2


3 Zet alle kranen open In het najaar werken alle kranen nog perfect, maar na de winter- stalling gaan ze opeens lekken. Wat is er gebeurd? De kranen zijn na het aftappen van het water niet opengedraaid. Daardoor blijft het afdichtrubber – het leertje – stevig aangedraaid, maar zonder waterdruk. Het rubber verdroogt en gaat scheuren. Repareren is goed mogelijk, maar wie wil iets laten maken dat in feite heel had kunnen blijven? Kortom: zet die kranen altijd open bij het aftap- pen van de watertank.


>> NKC Kampeerauto nr. 8/2016 | 57


1 Houd de accu’s goed geladen Campers hebben altijd een beetje lekstroom: de startaccu en de huishoudaccu lopen heel langzaam leeg en daar kunnen ze absoluut niet tegen. Snel ontladen – bijvoorbeeld door de auto te starten – is geen probleem. Maar dat langzame leeglopen leidt tot ernstige schade aan de accu; zeker als die al wat ouder is, trekken de loden platen krom en dat overleeft de accu niet. Daarom is het noodzakelijk om de accu’s af en toe aan een druppellader aan te sluiten. Er zijn tijdschakelaars te koop die zorgen dat de stroom eens per week enige tijd wordt ingeschakeld. Want doorlopend aan de lader is ook niet goed voor de levensduur van de accu’s. Is er geen stroom in de stalling aanwezig, haal de accu’s dan uit de auto en laad ze thuis af en toe op.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100