1058 | WEEK 2-3 8 JANUARI 2025


Groningen Seaports investeert in walstroom voor de Eemshaven


DELFZIJL Groningen Seaports investeert 9,8 miljoen euro voor een walstroomin- stallatie op de zware ladingkade en de zuidzijde van de Beatrixhaven in de Eemshaven. Daar heeſt het algemeen be- stuur van het havenbedrijf voor Delfzijl en de Eemshaven afgelopen 20 december mee ingestemd.


Door walstroom beschikbaar te stellen, zet het havenbedrijf een volgende stap in het realiseren van schone scheepvaart in zijn havens. Daarnaast is er een groeiende vraag naar de beschikbaarheid van wal- stroom in de haven. Voor het project ont- vangt Groningen Seaports een subsidie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.


IMO (International Maritime Organisation) heeſt de ambitie om wereldwijd een bij- drage te leveren aan het beperken van de


opwarming van de aarde. Om de gestel- de doelen te behalen, is de inzet van wal- stroom in de havens cruciaal. Ook vanuit de EU is met de maatregelen in de Green Deal een duidelijke rol weggelegd voor de maritieme sector in het beperken van de verdere opwarming. Daarnaast is er vanuit de offshore sector toenemende aandacht voor verduurzaming. Om deze partijen te bedienen, is de aanleg van walstroom een vereiste.


Schone schepen Groningen Seaports’ CEO Cas König: “Wij streven naar een toekomst, waarin duur- zame havenfaciliteiten centraal staan. De investering in walstroom past bij onze ha- venvisie, waarin is opgenomen dat scho- ne schepen de haven bezoeken. Een be- langrijk onderdeel van de strategie voor schone scheepvaart is het aanbieden van walstroom.”


19


De zware ladingkade en zuidzijde van de Beatrixhaven krijgen walstroom. Foto Groningen Seaports


Verdere groei in Green Award-certificeringen voor binnenvaart


ROTTERDAM In 2024 heeſt Green Award op verschillende fronten groei doorgemaakt. Het aantal gecertificeerde schepen, het programma van eisen en de omvang van de vloot zijn allemaal uitgebreid. Volgens voorlopige gegevens is de vloot van al vele honderden schepen met maar liefst 13 procent verder gegroeid.


Per 1 januari 2025 introduceert Havenbedrijf Rotterdam een vernieuwde beloningsregeling, gerelateerd aan Green Award. Er gaat een algemene duurzaam- heidsbijdrage van 5 procent gelden voor alle schepen. Schepen kunnen deze bij- drage vermijden door hun CO2-emissies te registreren en te delen via het Green Award-programma. Om dit proces te facili- teren, heeſt Green Award een speciaal CO2- registratieformulier ontwikkeld.


COLUMN


Recht in zicht


Ynke Ooijkaas


E ynke.ooijkaas@boonkvanleeuwen.com T 010 2811 815 I www.boonkvanleeuwen.nl


Naast de kwijtschelding van de duur- zaamheidsbijdrage bij een CO2-registratie, worden schepen met een Green Award- certificaat aanvullend beloond op basis van hun mate van verduurzaming.


1. Brons of zilver: 15 procent korting op het havengeld;


2. Goud: 30 procent korting op het havengeld;


3. Platina: gratis toegang tot de haven (ver- eist emissieloos varen).


Hele sector draagt bij “We hebben ervoor gekozen om de hele sector bij te laten dragen aan verduurza- ming via een algemene bijdrage van 5 pro- cent”, aldus een woordvoerder van het Havenbedrijf. “Ondernemers die investeren in duurzaamheid en transparant zijn over


hun emissies, kunnen met onder meer het Green Award-certificaat en CO2-registratie deze bijdrage compenseren en zelfs profite- ren van aanzienlijke kortingen. Hiermee sti- muleren we zowel innovatie als de samen- werking binnen de sector.”


Met deze aanpak wil het Havenbedrijf Rotterdam een versnelling in de verduurza- ming van de scheepvaart realiseren en tege- lijkertijd een eerlijke en transparante rege- ling bieden voor alle ondernemers.


Waardevol instrument Directeur Green Award Jan Fransen rea- geert positief op de nieuwe maatregel: “Als medeoprichter van Green Award is Port of Rotterdam al meer dan 30 jaar nauw betrokken bij de verduurzaming van de scheepvaart. Het is goed om te zien dat ons


steeds evoluerende programma van eisen een blijvend waardevol instrument is om concrete stappen richting verduurzaming te stimuleren. Verbetering begint immers bij bewustwording en inzicht, en ons CO2- registratieformulier is daarvoor een waar- devol hulpmiddel.”


Het vorig jaar gedoopte ms Helios (135 me- ter) van HGK Shipping telt 312 geïntegreerde zonnepanelen in de kapluiken.


Archieffoto


Wat hoort bij het schip?


Iedereen heeſt wel een beeld bij een bin- nenvaartschip. Maar als een schip wordt verkocht, of als er beslag wordt gelegd op het schip, wat hoort dan bij het schip en wat niet?


De wet maakt een verschil tussen scheeps- bestanddeel en scheepstoebehoren. Een scheepsbestanddeel zit aard en nagelvast aan het schip. Het gaat dan om motoren, door motoren aangedreven installaties zo- als lieren en kranen, tanks en laad- en losin- stallaties, die zijn ingebouwd in het schip.


Ook spullen die volgens met maatschappe- lijk verkeer tot het schip behoren, zijn een scheepsbestanddeel. Denk daarbij bijvoor- beeld aan stalen platen die verwerkt zijn in een casco, een demontabel stuurwiel, een zwembad dat in het dek ingebouwd is of de mast en reling van een schip. Een hoofdmo- tor die tijdelijk voor revisie uit het schip wordt gehaald, blijſt bestanddeel van het schip.


Scheepstoebehoren zijn spullen die voor het schip op de lange termijn nuttig zijn, maar die geen bestanddeel zijn. Navigatie- en communicatiemiddelen die los ge- maakt kunnen worden zonder schade aan het schip toe te brengen, worden apart als


scheepstoebehoren bestempeld. Denk ver- der aan ankers, reddingsboten, trossen, meerdraden, vistuig, zeilen. Het lijkt logisch om aan te nemen dat ook een gangway of loopbrug een scheepstoebehoren is.


Het enkele feit dat spullen vastgelast zijn aan het schip, maakt een ding nog niet tot scheepsbestanddeel. Het is in de scheep- vaart gebruikelijk dat zaken worden vast ge- last aan boord om schuiven te voorkomen of om lading te borgen voor de reis.


Het is belangrijk om het verschil tussen een scheepsbestanddeel en een scheeps- toebehoren in de gaten te houden. De ei- genaar van het schip is automatisch eige- naar van de scheepsbestanddelen. Als een hoofdmotor onder eigendomsvoorbehoud wordt geleverd, verdwijnt dat eigendoms- voorbehoud op het moment dat de mo- tor is ingebouwd in het schip. Dit geldt niet voor scheepstoebehoren. Op navigatie- apparatuur die redelijk eenvoudig los van


het schip gemaakt kan worden, kan een ei- gendomsvoorbehoud worden gevestigd en dit kan ingeschreven worden in het ka- daster zodat dit tegen derden kan worden tegengeworpen.


Maar wat is precies een eigendomsvoorbe- houd? Bij een eigendomsvoorbehoud gaat de eigendom pas over als aan een bepaalde voorwaarde is voldaan.


De eigenaar van een goed kan het goed al- tijd opeisen (revindicatie). De eigenaar van het goed die het goed, bijvoorbeeld een bij- boot, levert onder eigendomsvoorbehoud, blijſt eigenaar van de bijboot totdat een be- paalde voorwaarde (meestal 100 procent betaling) is volbracht. Dat betekent dat als de bijboot niet wordt betaald, de leveran- cier het bijbootje mag terughalen. Het be- drijf is altijd eigenaar gebleven. Het eigen- dom is nooit overgegaan op de koper van de bijboot, omdat de koper de koopsom niet (helemaal) heeſt betaald.


Ynke Ooijkaas is advocaat bij Boonk Van Leeuwen Advocaten te Rotterdam en gespecialiseerd in vervoers-, binnenvaart- en handelsrecht. Ynke heeſt vrijwel haar hele werkzame carrière in een op scheepvaart gerichte werkomgeving doorgebracht en geeſt juridische ondersteuning aan diverse binnenvaartorganisaties als ook aan de zogenaamde ‘bruine vloot’.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36