search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: José van der Waerden - Illustratie: Shutterstock


PATRICK KENIS OVER ‘STUREN EN SAMENWERKEN’ IN HET IZA:


‘Regionale organisatie moet samenwerking faciliteren’


Patrick Kenis is hoogleraar Public Governance aan de Tilburg School of Economics and Management (TiSEM). Hij houdt zich bezig met sturingsvraagstukken in het publieke domein. Kenis is kritisch over de manier waarop de overheid met het Integraal Zorgakkoord samenwerking wil bereiken. “Het succes van het sturen op organisatie overstijgende samenwerkingsverbanden is vaak beperkt.”


A 10 - MAART 2023


ls Belg ziet Patrick Kenis de transi- tie die het Integraal Zorgakkoord teweeg wil brengen als een typisch Nederlands fenomeen, waarin problemen worden benoemd en


geprobeerd wordt om deze door sturing op te lossen. Het IZA onderstreept dat er veel verbete- ringen mogelijk zijn door samenwerking tussen partijen. Dat de sturing van bovenaf moet komen, vindt hij maar moeilijk te begrijpen.


“Wat in het IZA met samenwerking wordt bedoeld, blijft vaag”, signaleert Kenis. “Gaat het om samenwerking in de keten, om shared service- constructies of is het gericht op een multidiscipli- naire aanpak bij complexe gezondheidsthema’s, zoals obesitas bij kinderen? Vanuit sturingsper- spectief is het IZA niet zo helder, want deze drie voorbeelden vragen om een andere governance. In het derde voorbeeld heb je veel partijen nodig: scholen, huisartsen, medisch specialisten, ouders. Dan ligt de governance heel moeilijk.’


Verantwoordelijkheid voor governance Wie is er verantwoordelijk voor de governance, de sturing? “Meestal nemen professionals bij complexe problemen de sturing op zich, zoals een kinderarts die met andere partijen gaat praten”, zegt Kenis. “In het IZA ligt de opdracht bij de regio- nale verbanden, als uitvoeringsorganisatie van de overheid. Die regionale structuren moeten ervoor zorgen dat de samenwerking uitgevoerd wordt. Ik vraag mij af of ze dat kunnen, de organisaties die moeten samenwerken geven hun soeverei- niteit niet zomaar op omdat iemand van buiten dat roept. Wat ook riskant is aan het IZA, is dat kaderstellende regionale uitvoeringsorganisaties vinden dat goed functionerende samenwerkings- verbanden niet in hun mal passen en in het ergste geval daardoor zelfs verdwijnen.”


Voorwaarden voor samenwerking Kenis schetst de voorwaarden die nodig zijn om de samenwerking te laten slagen: purpose, governance en legitimiteit. ‘Purpose betekent dat de samenwerkingsverbanden moeten weten waarom en voor wie ze dit doen. Bijvoorbeeld: we gaan kinderen met obesitas een gezondere levensstijl aanbieden. Dat is praktisch, geen abstract verhaal. De tweede eis is de governance van de samenwerking: wat of wie zorgt ervoor dat de actoren betrokken zijn en hun bijdrage kunnen en willen leveren? Dat kan via een aantal modellen: met z’n allen, via een regisserende organisatie of via een van de actoren die de lead neemt. Bijvoorbeeld de kinderarts, die in het netwerk Aanpak Kindermishandeling het initiatief nam.”


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32