• honden
Heb jij ook een vraag over het werken met jachthonden? Mail naar:
redactie@jagersvereniging.nl Samenstelling & redactie Judith Habets | Foto’s Anoeska Vermeij
Frank Paalman V
olgens mij wil de voorjager hier te snel en te veel van de hond. Voor een jachthond is een dummy het minst belangrijk, daarna komt koud wild en bovenaan het verlanglijstje staat warm wild. Wild staat dus heel ver boven een dummy. Vermoedelijk heb jij dat als voorjager
nóg belangrijker gemaakt voor de hond, door zo overdreven enthousiast te reageren op de training als hij wild terugbrengt dat de hond daar heel opgewonden van is geraakt. Als jij heel enthousiast gaat doen, dan denkt de hond ‘dit is geweldig’ en gaat hij van opwinding erop kauwen. Ik zie dat vaak op trainingen. Als een hond voor het eerst een kraai terugbrengt, dan lijkt dat soms wel het achtste wereldwonder. Let op je manier van doen. Het terugbrengen moet routine worden, het is tenslotte zijn werk. Op het moment dat jij iets normaal vindt, vindt de hond dat ook. Daar komt bij dat je die keren dat je de hond wél uitbundig beloont vanzelf heel speciaal en bijzonder worden voor de hond.
Om de hond het beschadigen van wild af te leren, moet je een stapje terugdoen in de training. Begin weer met dummy’s, bindt er daarna eens een keer een vleugeltje om, dan twee vleugels en train – als dat goed gaat – met een vachtdummy. Bouw het zo langzaam op. En denk vooral om je eigen houding: blijf relaxed.
Sommige rassen zijn wat feller dan andere en schudden bij het oppakken het wild meteen ‘dood’. Daarnaast zijn er ook rassen die, naast de jacht, gefokt zijn om ongedierte te bestrijden en daarbij zelfstandig te werk te gaan. Dan zit die felheid erin, en is het lastig om dat in goede banen te leiden. Voor zulke rassen is het een stuk moeilijker om een aangeschoten fazant ongeschonden terug te brengen.
december-januari 2023-2024/12-1 • 87
Frank Paalman is mede- eigenaar van Jachthon- dentraining Young Hunter en jaagt met drie springer spaniëls in de praktijk in binnen- en buitenland. Hij loopt wedstrijden met zijn honden en is keurmeester bij Workingtesten. ‘Het trainen van (voor)jagers om met hun verschillende jachthonden tot een bruikbare combinatie te komen, blijft boeiend. Ik kijk altijd naar welk doel ze voor ogen hebben.’
Antwoord Frank
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100