gekraak, dat na enkele seconden abrupt stopte. Hij glimlachte: Oké. Een overijverige zweethond kwam uit de dekking, neus in de sneeuw, rende het pad over en begon al snel aanhoudend te blaffen. De overloper lag. Dit was de definitieve bevestiging. Na een tiental minuten had de hond klaarblijkelijk genoeg van het Totverbellen en hobbelde hijgend weg. Het werd weer stil. Terwildt bleef zitten, dacht aan kerstavond, vanavond, alleen in de Zum Schwarzen Adler.
Ach, hij zou zich wel vermaken in zijn eentje tussen die knippe- rende kerst-elektronica en het karakterloze Xmas-plastic van AliExpress. De koeling was in ieder geval goed Duits gevuld, dacht hij tevreden, de geest van kerstmis kan ook in een fles schuilen. Als hij wilde – de doos stond in de keuken – kon hij de kunstkerstboom opzetten. Het gedrocht kon je, inclusief ver- siering en verlichting, in één keer als een paraplu uitschuiven. ‘Ik red het wel zonder hoor’, had hij gezegd. Hij ging sowieso de volgende dag weer naar huis.
Terwildt had vaker gelogeerd in dit wat vervallen hotel in het dorpje S., tussen de heuvels van het Märkisch-Oderland. Zum Schwarzen Adler was tot voor een paar jaar trefpunt voor lokale jagers; het werd sedert jagersheugenis uitgebaat door dezelfde familie. De kale putjes in de vale Perzische kleedjes op de tafels getuigden van steun aan de ellebogen van generaties rustende en drinkende jagers. Maar naarmate de jachtvelden hier meer en meer in West-Duitse handen overgingen, verloor de Adler zijn klandizie: de Wessies gingen voor het comfort en de uitgebreide kaart van de nieuwe Van der Valk, tien kilometer verderop. Voor vervanging van de handgeknoopte gezelligheid in de gelagkamer was al lang geen geld meer, laat staan voor een algehele, aan de moderne tijd aangepaste renovatie. De laatste manlijke nazaat van het hoteliersgeslacht werkte dan ook noodgedwongen buiten de deur, in de keuken bij Van der Valk. De vrouw kookte nog, tapte bier en was haar eigen kamer- meisje. Terwildt kwam hier graag, zolang het nog kon.
De tijd begon immers te dringen. Want op kerstavond en beide kerstdagen was deze herberg voor het eerst gesloten, hadden ze hem gemaild. De man moest beide dagen werken, zij beunde
dan zwart bij in de bediening en als Zimmermädchen, ook bij de Toekanfamilie. Voor Terwildt maakten ze een uitzondering, hij kon blijven slapen, kreeg de sleutel. Kein Thema, hij kende immers de weg naar de Kühlschrank und so weiter.
Vanuit de verte klonk, ver voor de afgesproken tijd, het signaal Hahn in Ruh. Alleen een enkele hond had er nog niet genoeg van en jakkerde schor luidgevend zijn hersenschimmen na. Terwildt klom de bok af, nam de Sauer onder zijn arm en liep rustig naar de dekking waarin de overloper lag. In de sneeuw zag hij royaal uitschot, long. Prima. Hij liep over het duidelijke zweetspoor de dekking in, schrok van twee opvliegende raven die boven hem in de besneeuwde bomen gingen zitten en luid hun ongenoegen uitkrasten. De onder hun gewicht buigende takken ontdeden zich van hun witte ballast die naast hem neer- plofte. Zij hadden het varken al gevonden, dacht hij. Al snel zag hij een donkere verhoging op de bosgrond tussen de roestbruine varens. En twee grote gele ogen die hem over de overloper aanstaarden; een bebloede grijze snuit, grimmige tanden in de opengesperde bek, ademwolken die zich mengden met de damp uit het dode varken… Wolf!
Hij verstijfde. Het dier moest net zo geschrokken zijn als hij, ze bleven elkaar als bevroren aanstaren. Terwildt voelde op dat moment, hoe groot en imponerend het dier ook was dat op tien meter voor hem stond, geen echte angst. De wolf maakte geen aanstalten te vluchten. Een minutenlange staredown volgde; twee paar ogen, die elkaar in hun onzekerheid leken te hypnoti- seren. Terwildt voelde kramp in zijn arm opkomen, liet even de buks bewegen, waarop de wolf kort reageerde door de bebloede bovenlip op te trekken. Ze verstarden daarna allebei weer.
“ 34 • deJager
Eén van ons twee moet het veld ruimen, dacht Terwildt
Terwildt voelde een vreemde mengeling van machteloosheid en spanning, alsof zijn hele wereld was gekrompen tot dit stukje bos, met dit dode varken, deze wolf en hijzelf. Niets leek te kunnen ontsnappen uit de omklemming van dit moment. En die wereld kromp en kromp tot alleen deze bizarre dialoog tussen de twee ogenparen overbleef. Hij en de wolf, dit was nu alles wat er was. Dat besef maakte hem op de een of andere manier toch rustig; ook de wolf leek wat te ontspannen. Het dode var- ken tussen hen in was iets wat ze nu in gedachten deelden, een prooi die ze elkaar betwisten. Normaal zou de wolf vluchten, maar nu had hij zich het varken eigengemaakt, leek zijn prooi te willen verdedigen. Eén van ons twee moet het veld ruimen, dacht Terwildt. Zelf achteruit lopen zou bij de wolf een onge- wenste reflex op kunnen roepen. En hij zou geen tijd hebben door te laden. Zonder dat hij de mogelijkheid had te schieten, was de wolf in twee, drie sprongen bij hem. Even knipperde de wolf met de ogen. Wat zou het dier denken; kon het denken? Wilde het een eind maken aan deze patstelling? Hoe dan? Ter- wildts gedachten maalden koortsachtig rond. En dan… zou de wolf wel alleen zijn, of zou er een roedel in de buurt zijn?
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100