search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
I


n dit overzicht ga ik in op de definitie van een hybride, hoe je hybridisatie tussen wolven en honden kunt vaststellen en wat genetische analyses van wolven wél en niet kun- nen vertellen. Veel van de claims over hybridisatie komen immers voort uit foute interpretaties van resultaten.


WAT IS EEN HYBRIDE? Op het eerste gezicht lijkt dit een vraag met een eenvoudig ant- woord: een hybride is het resultaat van een kruising tussen twee soorten, in dit geval een wolf en een hond. De nakomeling is 50% wolf, en 50% hond. Als die zogenaamde eerste-generatie-hybride (F1) weer kruist met een wolf, heb je een dier dat 75% wolf is, en 25% hond (eerste terugkruising). Herhaal dat nog een generatie, en je hebt een dier dat 87,5% wolf-DNA heeft, en 12,5% DNA van een hond (tweede terugkruising). In de derde terugkruising zit er nog maar 6% hond in. Die 6% honden-DNA zit verknipt in vele kleine stukjes, verspreid over de 39 paren chromosomen. Wan- neer beschouwen we zoiets niet meer als een hybride, en dus als iets dat onwenselijk is voor de populatie? Het verschil tussen honden en wolven is bovendien klein: honden zijn zo’n tienduizend jaar geleden ontstaan uit wolven, en de enige echt belangrijke verschillen die er in die periode zijn ont- staan, zijn het gevolg van domesticatie zelf: kenmerken gelinkt aan gedrag, lichaamsbouw en grootte, vachtkleur en -structuur. Het merendeel van het genetisch materiaal van honden wordt nog steeds gedeeld met wolven. In het genoom (de volledige genetische samenstelling van een organisme, red.) van elke wolf is er zo’n 1% tot 5% DNA dat we niet kunnen onderscheiden van honden, en vice versa. Of dit voorouderlijke variatie is of het resultaat van oude vermenging, is niet uit te maken. Zelfs niet met de meest geavanceerde (ge- nomische) analyses. Dus vanaf welke hoeveelheid honden-DNA spreken we dan van een hybride? Alle mensen zijn technisch gezien ook hybriden: elke mens heeft zo’n 1% tot 6% DNA in zich van een andere, intussen uitgestorven mensensoort, maar we beschouwen onszelf daarom niet als hybriden. In de praktijk beschouwen we een wolf als een hybride wanneer we meer dan 5% van het DNA met grote statistische betrouwbaarheid kunnen toewijzen aan honden. Dat komt ongeveer overeen met een derde-generatie-terugkruising.


MONITORING VAN WOLVEN IN EUROPA Om te duiden hoe hybrides gedetecteerd kunnen worden, is het nodig om even uit te zoomen naar hoe wolven genetisch worden


“ 56 • deJager


Omdat wolven en honden zo nauw verwant zijn aan elkaar, is de detectie van hybridisatie niet eenvoudig


opgevolgd in Europa. Het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) maakt deel uit van een internationaal consor- tium van onderzoekslaboratoria uit Duitsland, Denemarken, Polen, Tsjechië, Oostenrijk, Nederland en België die genetische monitoring van wolven op eenzelfde manier uitvoeren (CEwolf genaamd), en die ook gegevens in een gezamenlijke databank uitwisselen. We vertrekken doorgaans vanuit speekselsporen op prooiresten, een plukje haar of uitwerpselen. We isoleren daaruit het DNA (inclusief het DNA van de prooi), en op dat DNA-extract doen we drie opeenvolgende analyses. Ten eerste bepalen we het aantal kopieën van het zogenoemde Amy2B-gen. Dat gen codeert voor een enzym dat helpt bij de vertering van zetmeel. Tijdens de domesticatie (het proces van genetische verandering bij dieren onder invloed van de mens, red.) van wolven is gebleken dat de capaciteit tot verteren van zetmeel een voordeel gaf aan honden. In de loop van de evolutie van honden zijn er verdubbelingen ontstaan van dat gen, en nu komt dat gen bij alle hondenrassen voor in 4 tot meer dan 30 kopieën (Reiter et al. 2016), en slechts 2 bij wolven. Wanneer we bij deze analyse meer dan 2 kopieën vinden per genoom, weten we dat er DNA van honden in het spel is. Ten tweede controleren we op het zogenoemde mtDNA (een DNA-streng die enkel via de moederlijn wordt doorgegeven). Een korte, maar heel variabele regio, de zogenaamde ‘Control Region’ (CR). Dat stuk DNA kent meer dan 75 varianten, waarvan enkele typisch zijn voor Europese wolven, en andere varianten typisch zijn voor honden. Variant WH01 komt voor bij 95% van de Centraal-Europese wolven, WH02 bij 5% en WH22 is typisch voor de Alpiene en Apennijnse wolvenpopulaties. WH01 en WH02 komen echter ook verspreid voor in heel Oost-Europa tot ver in Centraal-Azië. WH02, de variant die ook wolf August (met data- banknummer GW979m – de wolf die afgelopen zomer bij Ouds- bergen in België werd doodgereden) heeft, is bijvoorbeeld ook algemeen voorkomend in Mongolië. WH02 vinden we bij minder dan 5% van de honden terug, zoals bijvoorbeeld bij Maltezers. Dat betekent niet dat wolf August afkomstig was uit Mongolië, of een hybride is tussen een Mongoolse wolf en een Maltezer. Het betekent enkel dat de oermoeder van WH02 nazaten heeft die verspreid over Eurazië voorkomen, en dat die variant ook aanwezig was in de wolf-voorouders van honden. Ten derde, een DNA-staal dat wordt bevestigd als wolf via de vorige twee analyses (twee kopieën van Amy2B en WH01, WH02 of WH22) kunnen we individueel identificeren met een methode die ook in forensisch menselijk onderzoek wordt gebruikt om slachtoffers of daders op te sporen: twee merkers identificeren het geslacht en 12 variabele microsatellietmerkers geven een unieke genetische vingerafdruk van een individu. Elke combi- natie van varianten op al die merkers (het genotype, aangeduid met een GW-volgnummer en geslacht) wordt in een gedeelde databank opgeslagen, samen met informatie over plaats en datum waar het staal werd gevonden. Met zo’n genotype kun je ook de ouders detecteren, als die tenminste al in de databank zijn geregistreerd. Op die manier heeft CEwolf intussen DNA van meer dan 3000 wolven uit de Centraal-Europese populatie sinds 2005, én een stamboom voor honderden individuen die soms wel 10 generaties teruggaat. De GW-codes van roedelhouders in de Benelux en Duitsland worden ook jaarlijks vrijgegeven via www.wolvesmap.zoogdiervereniging.nl. We kunnen zo nagaan dat wolf GW1608m, die in maart 2020 Nederland (onder andere Buurmalsen), België (Herentals en Wiekevorst) en Luxemburg


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100