Ignace Schretlen/Armand Girbes
021
COVID-19 en de intensive care
Het kan niemand ontgaan zijn, zoals we in het Frans zeggen: “On est dans la merde” of in het Engels: “Houston, we have a problem”. COVID-19 is nu voor iedereen voelbaar. Ik wil nu geen weten- schappelijke verhandeling houden over COVID-19, maar om heel veel redenen is het niet een gewone griep. Als hoofd van een IC-afdeling en intensivist heb ik er natuurlijk nog veel meer mee te maken dan de gemiddelde Nederlander. Iedereen heeft het nu over de intensive
care en het aantal ziekenhuisbedden in Nederland staat opeens op de agenda. Het besef dat er in Nederland relatief weinig IC-bedden zijn dringt nu overal door. Ook weten we weer wat beter waar het in de zorg om draait: de professionals aan het bed van de patiënt. In de afgelopen weken had ik veel-
vuldig contact met vooral Italiaanse collega’s, naast Chinese collega’s, die we dankzij de congressen en de Europese IC-vereniging goed kennen en zij deel- den al hun ervaringen en informatie. Zo weet je precies voordat de eerste patiënt arriveert wat je te wachten staat en hebben we tijd voor de voorbereidingen. We kunnen al hun informatie gebruiken om te bepalen hoe wij patiënten het beste kunnen behandelen. En daarnaast kijk je naar alle beschikbare websites die waardevolle informatie met ons delen. Je hebt met veel dingen te maken. In
de eerste plaats ontmoet je een enorme solidariteit onder alle medewerkers, artsen en verpleegkundigen voorop. En ook de collega’s van de logistiek denken en helpen mee, naast vele andere colle- ga’s. Het is werkelijk zo fantastisch om te midden van deze mensen te mogen werken. Ook loont het dat wij gewend zijn aan korte lijntjes, dat je je collega’s goed kent en al langer samenwerkt. In mijn ziekenhuis hebben we bovendien het voordeel dat we al wat rampen hebben meegemaakt: van de Volendam- brand, Turkish Airlines, brand op de OK
en de watersnoodramp met een onderge- lopen ziekenhuis. Ervaring die zich nu uitbetaalt. Je hebt echter ook te maken met de
angsten en onzekerheden die iedere werknemer kan hebben, net als alle bur- gers, nu er zo’n onbekende ziekte op ons afkomt. Natuurlijk denkt ook iedereen aan de extra risico’s die hij/zij nu zelf loopt bij de behandeling van patiënten. Wij staan tenslotte aan de frontlinie. Heel moeilijk is het om die risico’s in het juiste perspectief te zien. We zien in filmpjes hoe Chinese en Italiaanse colle- ga’s in ‘astronautenpakken’ rondlopen te midden van patiënten, terwijl onze uit- rusting veel beperkter is, overigens op goede gronden. Maar er blijft natuurlijk een bepaalde mate van onzekerheid, om- dat niet alles precies bekend is. En moet de collega met suikerziekte of de oudere mannelijke collega met overgewicht wel werken te midden van COVID-19-patiën- ten, wetende dat het overlijdensrisico bij
‘Je hebt ook te
maken met angsten en onzekerheden die
iedere werknemer kan hebben’
hen verhoogd is wanneer ze de aandoe- ning krijgen? ‘Deskundigen’ zijn helemaal niet zo
deskundig op dit moment, want er zijn nog onvoldoende gegevens en er blijft voorlopig heel veel onbekend. Daarnaast moeten we opeens ook met schaarste werken: te weinig slangen voor de beade- ming, een dreigend tekort aan bescher- mende mondkapjes en beschermbrillen enz. We hebben al te weinig medewer- kers, wat als veel van ons ziek worden en niet kunnen werken?
Ik moet ook veel denken aan de mensen, de patiënten die op een wachtlijst staan voor een behandeling en nu nog langer moeten wachten in onzekerheid. Aan de mensen, patiënten die midden in een behandeling zitten en die extra risico’s lopen bij het oplopen van COVID-19. O, wat is dat extra zwaar als je nu midden in een chemotherapie schema zit. Alleen zij weten en voelen echt hoe verschrik- kelijk zwaar dat is. En vergeet hun omge- ving van dierbaren niet die onmacht, onzekerheid en angst allemaal tegelijk moeten doorstaan. Informatievoorziening aan medewer-
kers is belangrijk en daarom sturen we een dagelijkse nieuwsbrief. Iedereen is enorm gemotiveerd om te helpen en van alle kanten wordt hulp door artsen en verpleegkundigen aangeboden, ook al is de behandeling van de IC-patiënt niet hun vak. We hebben ons doel goed voor ogen en zullen maximaal voor alle patiënten zorgen, ik heb er ondanks alle obstakels veel vertrouwen in. Maar we moeten ook goed voor onszelf zorgen en niet tot de totale uitputting doorgaan. En vooral ook voor wat afleiding zorgen en ons regelmatig op de gewone dingen focussen. In de auto terug naar huis, laat in de avond, luister ik nu niet meer naar de radio, maar speel de muziek van Mo- zart. Net als ongeboren baby’s in de buik word ik daar dan weer heel ontspannen en rustig van. Ik raad het iedereen aan.
Armand Girbes is intensivist-klinisch farmacoloog en hoofd afdeling ICV VUmc
Wat vindt u? Op deze pagina’s biedt Arts en Auto ruimte aan lezers en belanghebbenden met een uitgesproken mening over zorggerelateerde onderwerpen. Stuur uw voorstel voor een tekst van circa 600 woorden naar
redactie@artsenauto.nl
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76