NIEUW-GUINEAGANGER TINY VAN HINTHEM BLIKT TERUG
V ‘Zinloos maar wel
levensbepalend’
Veteraan Tiny van Hinthem moest met de Charlie-compagnie een immens gebied beveiligen bij Fak-Fak in Nieuw-Guinea. In dat gebied vonden vooral in 1962 veel Indonesische infiltraties plaats. Ook Van Hinthem stond oog in oog met een infiltrant. “Toen was het hij of ik.” Hij heeft geen positief beeld van zijn uitzending, maar die is wel levensbepalend geweest.
Door: Fred Lardenoye
an november 1960 tot november 1962 was de Charlie-compagnie van het 6e Infanterie- bataljon Regiment Oranje-Gelderland gelegerd in het plaatsje Fak-Fak op de westkust van Nieuw-Guinea. In april 1961 voegde tirailleur Tiny van Hinthem zich bij de compagnie, die overigens nooit op volle sterkte is geweest. Immers, naast het peloton zware wapens bestond de eenheid uit slechts twee in plaats van de gebruikelijke drie infanteriepelotons. Alles bij elkaar telde de Charlie-compagnie inclusief ondersteuning maar 137 militairen om een immens gebied mee te beveiligen.
Vriendschap
“Onze opleiding kregen we onder winterse omstandig- heden op de heide bij Roermond. Dan weet je gelijk hoe goed en realistisch onze voorbereiding was, want zoals bekend vind je noch veel winter, noch veel hei op Nieuw- Guinea”, herinnert Van Hinthem (73) zich. “Gelukkig wist ik wel iets af van het militaire bestaan in de tropen via twee ooms van me, die in Nederlands-Indië hadden gediend.” Veel tijd om na aankomst te acclimatiseren,
kregen de nieuwkomers niet: ze werden geacht vanaf de eerste dag de vaak lange en zware junglepatrouilles mee te draaien. “Ja, dat was zwaar. Toch ervoer ik ze in het begin nog als een soort plezierpatrouilles. Er was immers nog geen sprake van Indonesische dreiging. Dat veran- derde eind 1961.” Van Hinthem was zeker geen modelmilitair en kwam als gevolg daarvan regelmatig in conflict met sommige kaderleden. “Nee, dat boterde niet erg. Enkelen van hen hadden in Indië gediend en vonden dat ze nog een appeltje te schillen hadden met de Indonesiërs. Vaak ontbrak de menselijke maat. Gelukkig waren er positieve uitzonderingen, zoals mijn eerste pelotonscommandant luitenant Groenewegen. En de aalmoezenier natuurlijk, die kwam regelmatig een paar biertjes brengen als ik weer eens een paar dagen verzwaard arrest had. Goed contact had ik met een aantal maten en vooral met mijn Papoea- vriend Annagletus. De leiding juichte privécontacten met Papoea’s niet erg toe, maar ik heb zelden in mijn leven zo’n mooie vriendschap beleefd. Tot diep in 1964 hebben we gecorrespondeerd en toen was het plotseling over. Ik vermoed dat Annagletus zich bij het verzet heeft aange- sloten en daarbij is omgekomen, maar zeker weten doe ik dat niet.”
Begin 1962 beleefde hij zijn eerste vuurcontact. “Nou, beleven is niet helemaal het goede woord, want in ieder geval, ik was er niet erg bewust bij. Ik handelde heel intu- itief en ook wel een beetje egoïstisch vanuit de wil om samen met mijn maten te overleven.” Op basis van zijn handelen werd de tirailleur bevorderd tot korporaal. Lang zou die pret echter niet duren, want als gevolg van een nieuw conflict was hij zijn strepen binnen anderhalve dag ook weer kwijt.
Oog in oog
Tiny van Hinthem (l) met anti-Soekarnovlieger. Foto: privécollectie Tiny van Hinthem
34 OKTOBER 2015
Bij een vuurwapenongeval op 7 april 1962 vielen aan Nederlandse kant een dode en een gewonde. “Je zou ver- wachten dat het omkomen van een maat een dreun voor het moreel zou zijn. Gek genoeg was dat niet het geval.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65