Checkpoint Barry
Oud en nu A
ls je sommige oude verhalen leest, dan zou je denken dat de dood welhaast een welkome afwisseling was
van het leven aan het front. Verhalen over voeten die zo vochtig waren dat ze afstierven in de gevechtslaarzen, barre kou in combinatie met slechte kleding waardoor mensen doodvroren op hun post of dysenterie die de ingewanden kapotmaakte. Wij gingen op pad met het meest chique dat Defensie op dat moment te bieden had aan PSU. Nieuwe camouflagepak- ken, scherf- en kogelwerende vesten, kevlar helmen en isolatiepakken waarin je eruitzag als een Teletubbie – ik wel tenminste.
Natuurlijk was het behelpen, maar daar- voor zit je in het leger. En in een oorlog. Onze boogtenten probeerden we bij min 20, min 30 te verwarmen met zo’n ouwe dieselkachel. Je kon hem lekker (over)verhitten door de stop niet terug te doen als de kachel brandde. Ik heb die dingen roodgloeiend zien worden, tot halverwege de schoorsteenpijp. Een andere manier om hem goed heet te krijgen, was kerosine in plaats van die- sel te gebruiken. De kachel begon er van te loeien als een Boeing 747. Maar dan moest je hem wel eerst aan de praat zien te krijgen.
Lag je daar op je knieën in een gaatje te loeren en te kloten met dat staafje met
De wereld
buiten de poort maakte al mijn ongemakken relatief
een lont eraan. Lont aansteken, in het gaatje en dan was het de bedoeling dat de diesel ging branden. Meestal ging de lont uit. Als de kachel dan eindelijk brandde, dan was het zaak om hem aan de praat te houden en op tijd de jerry- can te verwisselen. Zo’n kachel leek bij voorkeur midden in de nacht uit te gaan. Kon je je in de vroege ochtend afdrogen met een stijf bevroren hand- doek, nadat je je had gewassen door eerst een wak in het water in je teiltje te slaan. Wat het allemaal meer dan draaglijk maakte, was de situatie buiten de poort, waar we vrijwel dagelijks te vinden waren. Dat was een andere wereld, waarin wij slechts bezoekers waren. Die wereld buiten de poort maakte al mijn ongemakken relatief. Een week niet douchen en als het dan wel kan alleen met koud water. Nou en? Beter dan dag in dag uit op kapotte rubberen laarzen door een meter sneeuw naar je werk te moeten banjeren, met kranten om je voeten in plaats van sokken en gekleed in niets meer dan een pyjama. En dat was misschien nog wel een van de minste zorgen van die jongen die onze vrachtwagens moest laden. In een oorlog kom je erachter dat er niet zo heel veel dingen echt belang- rijk zijn. Veruit het meeste is luxe, al dan niet overbodig. Het essentiële laat zich tellen op de vingers van een hand. Eten, slapen, warmte en een dak boven je hoofd, blijven leven en weten dat er
mensen zijn die van je houden. We hadden het gewoon goed, al werd er natuurlijk ook gekankerd; bijvoorbeeld wanneer er, na een rit van twaalf uur, een maaltijd van enkel aardappelen en ketchup op ons stond te wachten. Maar zelfs dan konden we altijd nog een blik opentrekken. We kochten sloffen sigaretten voor een tientje, dronken en vraten een zeecon- tainer bier, fris en vulkoeken per maand leeg en konden televisiekijken via de satelliet. We verhuisden van de boog- tenten naar comfortabele prefabs met echte bedden en kregen verwarmde toiletruimtes en douchecabines met heet water.
Alles werd beter, alles wordt beter. Met iedere oorlog. Kleding, materieel, wapentuig, communicatiemiddelen en ook de nazorg. De ontwikkelingen staan niet stil. En de oorlog zelf? Die blijft even primitief en achterlijk als altijd.
Barry Hofstede maakte van november ’92 tot mei ’93 als dienstplichtig chauffeur deel uit van het 1e NL/BE VN Transportbataljon in Centraal-Bosnië, waarna hij tien jaar nodig had om die periode enigszins een plek te geven. Sinds 2002 ontplooit hij zich als (toneel)schrijver. Hij schrijft over uiteen- lopende zaken, maar oorlog en veteraan zijn in Nederland zijn terugkerende thema’s in zijn werk. In 2013 verscheen zijn eerste boek, NL-Peacekeeper. Daarnaast is hij hartstochtelijk muziekliefhebber. Hij denkt nog iedere dag aan wat hij heeft gezien en meegemaakt tijdens zijn uitzending.
OKTOBER 2015
23
Column
Foto: Birgit de Roij
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65