INTERVIEW MET EERSTE VROUWELIJK BRIGADEGENERAAL EN VETERAAN LEANNE VAN DEN HOEK
‘Diversiteit is nodig in de krijgsmacht’
Ze was de eerste vrouwelijke generaal in de krijgsmacht en is ook de eerste vrouwelijke veteraan met deze hoge militaire rang. Zelf blijft generaal Leanne van den Hoek er nuchter onder. “Je bent niet zeven dagen per week bezig met rolmodel zijn.”
Door: Fred Lardenoye Foto: ministerie van Defensie
“I
k ben blij dat generaal Van Uhm mij destijds naar Afghanistan heeft laten gaan. Dat was mij ondanks veel pogingen daartoe jarenlang niet gelukt omdat ik telkens op sleutelfuncties zat.” Leanne van den Hoek (56) had in 2007 al een glansrijke carrière, met als voorlopig hoogtepunt haar benoeming tot brigadegeneraal twee jaar eerder, maar deelname aan een militaire missie ontbrak nog. “Het was boeiend en hoewel het ook heftig was, kijk ik daar met veel plezier op terug. Ik vond het ook nodig, want je hebt in leiding- gevende functies gewoon veel te maken met militairen met uitzendervaring.”
Pornolat
Dat zij het zover zou schoppen in de krijgsmacht, was nog ongewis toen zij van de middelbare school afkwam. “Als meisje speelde ik ook gewoon met poppen, maar mijn vader zat bij de douane dus ik ben met uniformen opgegroeid. Ik wilde graag naar de politieacademie.” Omdat ze brildragend was, viel ze echter af bij de selec- tieprocedure. “Ik had nog niet zo’n zin in verdere studie en heb toen drie jaar bij Unilever gewerkt. In de tus- sentijd werd de KMA opengesteld voor vrouwen en die opleiding leek wel wat op de politieacademie. Wat me daarin aansprak, was het leiding geven, het werken met jonge mensen. Dus ik heb me aangemeld en werd aange- nomen.”
Zij behoorde in 1979 tot het tweede jaar met vrouwen op de militaire academie en kreeg dan ook te maken met een mannenbolwerk bij uitstek. Het leidde tot een ver- makelijke anekdote, die eerder in een boek beschreven is. “Op een gegeven moment ben je die foto’s van naakte vrouwen zo zat. Ik heb in een Bredase winkel een poster gekocht met mooi mannelijk naakt en die hing ik dan speciaal op als die mannen bij mij koffie kwamen drin- ken. Toen verdwenen die vrouwenposters vanzelf, echt
22 MAART 2015
waar!”, zegt ze met een aanstekelijke lach. “Ik betaalde met gelijke munt terug, maar je moet het ook met een beetje humor bekijken.” Ze kijkt dan ook met plezier terug op de KMA-opleiding. “Ik heb er heel veel geleerd en ook goede vrienden aan over gehouden. Je zit daar toch drie jaar bij elkaar en je ontwikkelt gelijk een net- werk, van oudere- en jongerejaars, waar je veel profijt van hebt in je verdere carrière.”
Gezinsvorming Wat volgde is een mooi oplopende carrière bij de land-
macht. Te beginnen met enkele operationele functies bij het dienstvak logistiek, gevolgd door een met succes afgeronde opleiding Hogere Militaire Vorming en met als voorlopig hoogtepunt in 2001 de benoeming tot eerste vrouwelijke bataljonscommandant van de krijgsmacht bij 200 Bevoorradings- en Transportbataljon. Daar waar veel vrouwen tussen hun 30e en 40e afhaken om een gezin te vormen, zette zij door. “Kijk, beleidsma- tig is voor gezinsvorming bij Defensie alles geregeld: je kunt een tijdje de dienst uit, je kunt parttime werken of fulltime en dan zelf voor kinderopvang zorgen. Maar je merkt wel dat het voor vrouwen lastig is om aan gezins- vorming te doen in een fase waarin je bij operationele eenheden geplaatst bent. Bij de marine ga je varen en bij de landmacht ben je vaak op oefening.” Zelf was zij ook getrouwd toen ze daar mee te maken kreeg. “Wij vonden dat als we aan een gezin zouden beginnen, een van ons beiden thuis moest blijven. Maar we hadden allebei veel plezier in ons werk en besloten om niet voor het gezin te gaan. Dus dat keuzemoment is er en je ziet dan heel veel vrouwen de dienst uitgaan. Ze hebben het idee dat ze, door bijvoorbeeld parttime te gaan werken, te veel op col- lega’s terugvallen en dat willen ze niet. Dat heb ik ook als directeur personeel van de landmacht gezien.” Volgens Van den Hoek is dat ook de belangrijkste reden waarom de eerder nagestreefde percentages vrouwen in de krijgsmacht niet gehaald worden. “Verder zie je min- der vrouwen in fysiek zware functies. Ze voelen zich qua werk vaak toch meer tot logistieke functies aangetrokken. En vrouwen vragen zich vaker af of er goede combinatie- mogelijkheden zijn qua werk en privé.”
Afghanistan
Die dienstverlating door vrouwen schept toch een pro- bleem, meent Van den Hoek. “Door de crisis hebben we relatief weinig moeite om aanwas te krijgen, maar op het moment dat de economie weer aantrekt, moet je echt alle
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65