search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
mijn missie’


toen contact gezocht met Den Haag om aan te geven dat ik geïnteresseerd was. Toen kreeg ik van mijn basis- commandant de vraag waar ik het lef vandaan had gehaald om zelf contact met Den Haag op te nemen. Dat had via de hiërarchieke lijn gemoeten. Voor straf kwam ik niet in aanmer- king.” Toen er in 2007 mensen voor Soedan werden gevraagd, werd ze door haar toenmalige squadroncommandant bovenaan de lijst gezet. In de brief die ze vervolgens kreeg, stond dat 55 jaar eigenlijk te oud is, maar dat ze ondanks haar leeftijd toch voorgedra- gen zou worden bij de VN. Ze werd uitgebreid gekeurd én goedgekeurd. Na een voorbereiding in Nederland vertrok ze op 2 januari 2008 met een groep van dertien militairen naar de hoofdstad Khartoem. “Daar zaten we met de hele wereld in de klas.” Haar standplaats werd Juba, de hoofdstad van Zuid-Soedan.


Hup eruit


Rond Juba voerden de observers gewapende en ongewapende patrouilles uit naar bijvoorbeeld de haven en het vliegveld om te contro- leren of er geen wapens gesmokkeld werden en naar dorpen, waar ze vragen stelden over de leefomstan- digheden. “Overal sprak ik met de mensen. Als we naar de markt gin- gen, stapte ik uit om fruit te kopen en thee te drinken. Dan vroegen mijn collega’s: ‘Vind je dat niet eng?’ Hoezo eng? Ze schieten je niet dood. Veel internationale collega’s waren bang om uit te stappen tijdens een patrouille. Die wilden snel een rondje rijden en dan terug naar het kamp. Ik zei altijd: ‘Hup eruit, pra- ten met de mensen.’ Dat is je werk, alleen door te praten en te luisteren kom je van alles te weten.” Ze vertelt dat ook de tolken altijd doodsbang waren als zij met iedereen in gesprek ging. “Ik snap hun verantwoorde- lijkheidsgevoel wel. Maar je kunt niet alleen een rondje maken met


je auto. Ik verloor op een gegeven moment mijn VN-pas, die kwamen de mensen daar me gewoon nabren- gen. Er was wederzijds vertrouwen.” Natuurlijk heeft ze ook wel eens onveilige situaties meegemaakt, maar bang is ze nooit geweest. Volgens haar zal dit ook te maken hebben met haar leeftijd en ervaring met reizen en andere culturen.


Gender op de agenda Dat praten zou ze ook doen met de


vrouwelijke lokale bevolking, had ze zich stellig voorgenomen. Als de waarnemers in een dorp hun vragen- lijst over onder meer voedsel, water, ziekten en communicatie afwerkten, gebeurde dat automatisch met de mannen van de gemeenschap. “Als ik het gesprek met het dorpshoofd had afgerond, zei ik altijd: ‘Who is the representive of the women?’ Dan werd ik soms raar aangekeken, maar meestal werd er wel een vrouw geroepen en gingen de mannen gelijk weg. Soms zat er in no time een hele kring vrouwen om mij heen. Dan stelde ik ze vragen over bijvoorbeeld zwangerschap, geboorten en SOA’s. Dan hoor je hele andere dingen dan van de mannen. Die vrouwen zijn sterk hoor, die bestieren het hele dorp. Ze zeiden: ‘Je bent de eerste militair die ons naar onze mening vraagt.’”


Koet rapporteerde natuurlijk ook alles wat ze van de vrouwen hoorde, maar het viel haar op dat het hele genderverhaal niet meegenomen was bij deze missie. “Die insteek was er bijvoorbeeld wel bij de missie in Afghanistan, maar niet bij UNMIS.” Aan het eind van haar missie kregen de veteranen bezoek van toenmalig minister van Defensie Eimert van Middelkoop en toenmalig directeur Directie Operaties Lex Oostendorp. Koet sprak die laatste aan om te ver- tellen over haar ervaringen met de vrouwen van Soedan. Hierop werd afgesproken dit op te pakken als ze weer terug was in Nederland en er


Militair observer Sieta Koet in gesprek met de vrouwen van het dorp Sudan Safari. Foto: privécollectie Sieta Koet


volgde een succesvolle debriefing van Koet in Den Haag om het gender- verhaal in ieder geval op de Neder- landse UNMIS-agenda te krijgen. “Ik had van tevoren niet de illusie dat ik daar de wereld kon veranderen. Ik wist dat ik geen enorme veranderin- gen kon bewerkstelligen. Maar mijn missie was praten met de vrouwen. Daar wilde ik iets mee doen en dat is gelukt.”


Sieta Koet schreef na haar vertrek bij de luchtmacht in 2010 een boek over haar ervaringen in Soedan: Militair observer in Sudan (Van Kuyk Uitge- vers, ISBN 9789080061002). Bestel via tel: 024-6632466 of e-mail: uitgevers@harryvankuyk.nl.


UNMIS De United Nations Mission in the Sudan


(UNMIS) startte op 24 maart 2005 na het tekenen van het vredesakkoord tussen de regering van Soedan en de Soedanese Volks- bevrijdingsbeweging. Taken van de VN- militairen waren het ondersteunen van de uitvoering van het vredesakkoord, het bieden van humanitaire ondersteuning en bescher- ming van de mensenrechten. Nederland leverde militaire waarnemers en politiefunc- tionarissen aan UNMIS. In 2011, na de onaf- hankelijkheid van Zuid-Soedan, werd UNMIS opgevolgd door United Nations Mission in the Republic of South Sudan (UNMISS).


MAART 2015


19


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65