MARVA’S VAN HET EERSTE UUR
Maak een man vrij voor de vloot
Ze behoren tot de Marva’s van het eerste uur en werden, onbedoeld, de pioniers van de integratie van vrouwen bij de marine: Ineke Scheltema-Hellingman (92) en Mies van Nieuwenhuijze-Blom (94). Ze wonen beiden in Den Haag en spreken elkaar regelmatig.
Door: Anne Salomons R
uim zeventig jaar geleden werd de MARVA (Marine Vrouwen Afdeling) op 31 oktober 1944 in Londen
opgericht. Niet uit emancipatieover- wegingen, maar simpelweg omdat er na de Tweede Wereldoorlog te weinig mannen voorhanden waren. Onder het motto ‘Maak een man vrij voor de vloot’, werden vlak na de oorlog jonge vrouwen actief gewor- ven om administratieve functies binnen de marine te vervullen. “Er stonden advertenties in de krant”, herinnert Mies van Nieuwenhuijze- Blom zich. “Maar het waren vooral veel dochters van marinemensen die zich aanmeldden.” Mies werkte tij- dens de oorlog als secretaresse op het hoofdkantoor van de HTM in Den Haag waar ze door een collega, de vrouw van een marineofficier, warm werd gemaakt voor de marine. “Van alle meisjes werd wel eerst gecontro- leerd of ze niet fout waren geweest in de oorlog of pro-Duits waren.” Na een korte opleiding ging zij als matroos 3e klas in mei 1946 scheep op de Willem Ruys richting Batavia. Aan boord kreeg ze er meteen een streepje bij en anderhalf jaar later werd zij, geheel tegen haar zin, tot officier benoemd. “Ik was in Bata- via geplaatst bij het archief, maar ik moest voor een nare vent werken die me heel vervelend behandelde”,
14 MAART 2015
Ineke Scheltema-Hellingman: “Er was een grote saamhorigheid onder de vrouwen.” Foto: Claudia Heinermann
vertelt zij schoorvoetend. “Ik was zogenaamd niet aardig genoeg voor hem en ik wilde niet met hem uit- gaan.” Op eigen verzoek werd zij overgeplaatst en kwam te werken op de afdeling Hydrografie, een depot waar alle zeekaarten werden ingete- kend met gegevens die onder meer door schepen onderweg vergaard werden, zoals mijnenvelden, drij- vende mijnen, verdachte schepen,
hoe diep havens waren, of er ergens zandbanken lagen en waar vuurto- rens stonden. Maar op een gegeven moment werd haar dus plompverlo- ren medegedeeld dat ze officier zou worden. “Dat vond ik helemaal niet leuk, want dat betekende dat ik niet langer bij mijn eigen groep in het MARVA-huis kon slapen. Ik vroeg of ik er eerst nog over na mocht denken, maar daar was geen sprake
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65