search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
917 | WEEK 32-33 07 AUG 2019


OVEREENKOMST TUSSEN RIJKSWATERSTAAT EN WSV Wat Nederland en Duitsland gaan doen om


efficiëntie in bouwprojecten te verhogen


Creativiteit Snikheet was het, die ene week in juli. Het was zelfs een nieuw record: de thermome- ter ging donderdag 25 juli door de historische grens van 40 graden heen: het was 40,7 gra- den in het Noord-Brabantse Gilze-Rije. Dat is zeldzaam: de kans op zulke temperaturen is in Frankrijk, België en Nederland zo’n 1 tot 2 procent per jaar. Het oude record dateerde van 75 jaar geleden en stamde uit 1944: 38,6 graden was het toen op 23 augustus. Aan de wal is er dan van alles mogelijk: airco’s, venti- latoren, alle ramen, deuren en gordijnen ge- sloten houden. Toch vooral wel naar kantoor gaan om te werken omdat het daar zo heerlijk koel is in vergelijking met thuis. Aan boord is dat altijd net een wat grotere uitdaging, al is het maar omdat er natuurlijk gewoon gewerkt moet worden. Warm weer is altijd vervelend


DUISBURG ‘Leren van elkaar als goede bu- ren’ is het motto van het convenant dat Rijswaterstaat (RWS) en de Duitse Wasser- und Schifffahrtsverwaltung (WSV) 22 juli met elkaar hebben afgesloten. Het doel is om bouwprojecten op de vaarwegen efficiën- ter en vooral sneller door te voeren. Het eer- ste gezamenlijke project wordt aan de West- Duitse kanalen aangepakt: het repareren en renoveren van de sluizen. Als allereerste gaat het om de bolders in de sluizen.


JUDITH STALPERS


Erica Slump, directeur-hoofdingenieur RWS Noord-Nederland, kwam samen met twee medewerkers apart uit Leeuwarden naar het WSV-kantoor in Duisburg-Meiderich voor de ondertekening van het bilaterale verdrag. Zo ondernam ook Hans-Heinrich Witte, voorzit- ter van de Generaldirektion Wasserstraßen und Schifffahrt (GDWS) – het overkoepelend orgaan van alle regionale WSV’s - speciaal de lange reis uit het noordelijke Kiel. Kennelijk is het zet- ten van vier handtekeningen - twee onder de Duitse en twee onder de Nederlandse versies van het verdrag - zo belangrijk om persoonlijk af te reizen. Voor de binnenvaart kan het ver- drag inderdaad veel betekenen: namelijk een snellere aanpak van renovatie en nieuwbouw op, eerst maar, de Duitse waterwegen. Wat houdt dit convenant in volgens de twee onder- tekenaars? Een kleine weergave van een knus- se ceremonie van twintig minuten.


Erica Slump noemt het verdrag een eerste stap. “In onze respectievelijke organisaties is heel veel know how. Wij zijn goed in het ene; de Duitsers zijn goed in wat anders. Die kennis willen we met elkaar delen. We zijn immers buren die goed met elkaar kunnen opschie- ten. In die zin is ook het verdrag opgesteld". Het gaat om de aſtrap voor een jarenlange samenwerking. Ook dat staat in het verdrag. “Het is niet voor het eerst dat RWS met de WSV samenwerkt. We doen dat al in de Eems- Dollart-commissie (sinds 1960) en sinds eind 2018 ook in de Westereems-commissie". Maar dit is het eerste verdrag dat om bouwprojec- ten gaat.


Ook Hans-Heinrich Witte ziet dat zo: “Beide organisatie brengen hun sterke kanten mee in dit verdrag. Daar ben ik heel blij mee. Het gaat om het verbeteren van de waterwegen in beide landen. Aan de Duitse kant moet met de samenwerking meer snelheid in de procedu- res komen". Nederland werkt al lang volgens het principe building-and-design. Dat wil zeg- gen dat de planning van een project en de uit- voering ervan bij één en hetzelfde bedrijf (of consortium) liggen. Dat is nieuw voor Duitse grote kunstwerken. Daar mag de planner niet ook uitvoeren. Dus zijn er twee, vaak extreem lange, aanbestedingsprocedures nodig. Die kunnen dankzij een nieuwe wet-in-wording naar Nederlands model worden samenge- voegd. “Dus moeten we leren hoe je de aan- besteding doet, hoe bedrijven de opdracht


krijgen toegedeeld, hoe je de bedrijven moet begeleiden. Wij kunnen op deze punten uit de ervaring van de Nederlanders putten". Witte verwacht veel tijd te winnen met de plan-en-bouw-methode.


“In de praktijk stuurt het RWS een schaduw- team naar het WSV om over de processen te adviseren, terwijl de Duitse collega’s on- der andere ervoor zorgen dat het allemaal volgens het Duitse recht gaat”, licht RWS- medewerker Okke van Brandwijk toe. Zijn evenknie bij de WSV, Thomas Rosenstein, stelt het eerste concrete project voor waar de sa- menwerking wordt uitgetest: de bolders in het Dortmund-Eems-kanaal worden aange- pakt. Zo ook het afsluiten van de contrac- ten met de ‘Festmacher’, de mensen die de binnenvaarders helpen bij het vastsnoeren van de schepen in de sluizen. “Maar”, zo zegt Rosenstein, “we willen daarna ook de verbou- wingen aan de sluizen zelf gemeenschappelijk aanpakken".


De Nederlanders willen profiteren van de in- voering van meer technische standaarden voor de bouwwerken. In Duitsland zijn de keu- ze van aandrijvingen voor sluisdeuren, sluit- systemen voor sluisdeuren, en andere on- derdelen verregaand gestandaardiseerd bij nieuwbouw, terwijl in Nederland vaak nieuw wordt ontworpen. Van Brandwijk: “Hier zijn de Duitsers beter dan wij. Van die kennis wil- len wij profiteren". Standaardisatie zorgt voor snellere ontwerpen, en levert mogelijk ook kostenbesparingen op, vooral qua personeel. Rosenstein: “Wat verder in het verdrag is ver- ankerd zijn trainingen voor (jonge) ingenieurs in elkaars organisaties. Zo moet de nieuwe kennis echt voet vatten". Van Brandwijk be- aamt: “Dit met de blik op de toekomst om sa- men meer te doen, en om elkaar makkelijk te kunnen vinden". Ook Witte herhaalt telkens weer: “We streven immers een duurzame sa- menwerking na, die de komende jaren zijn vruchten moet afwerpen. We verheugen ons over iedere vorm van versnelling". Slump en Witte prijzen tot slot nogmaals de goede sa- menwerking tot nu toe. “Ondanks dat we verschillende opvattingen hebben over het grensverloop in de Eems is de samenwer- king in het Noorden goed. We beheren dit ge- bied gemeenschappelijk met verkeerscentra- les en dergelijke". Hetzelfde geldt voor de Rijn waar de twee landen, samen met de andere Rijnstaten (Frankrijk, België. Zwitserland) er gemeenschappelijk voor zorgen dat de lan- ge rivier zo goed mogelijk bevaarbaar blijſt. Dat moet nu ook voor het West-Duitse kana- lengebied gelden, waar de nood aan renova- ties enorm is en ergernissen en economische schade groot. De binnenschippers – meestal onder Nederlandse vlag – verliezen daar da- gen aan wachten voor de sluizen. Dat maakt het transport voor de Duitse industrie al- daar onnodig duur. In de herfst 2019 wil- len Slump en Witte een eerste evaluatie ge- ven, tijdens de vergadering van de reguliere Eems-commissies.


als je actief bezig bent en er niet van kunt ge- nieten. Geklaag, gemopper en vooral veel ge- zweet ligt dan op de loer. Maar juist dan komt de creativiteit van menig schipper en schip- persvrouw in het zicht. Wat te denken van een ventilatoroase in de stuurhut? Met je korte broek en t-shirtje vooral niet te veel bewegen zodat je de maximale frisse lucht krijgt. Of een zwembad? De schepen die er ruimte voor hebben, hebben de afgelopen weken wel een badje op het dek gehad. En voor de echte fa- natiekelingen onder ons: met een leeg ruim valt er altijd wel een golfslagbad te creëren. Vergeet vooral ook niet te genieten: zonlief- hebbers konden juist hun geluk niet op. Want wat is er tenslotte fijner dan een ligstoel neer te zetten of een baddoek neer te leggen en al varende te genieten van het zonnetje, het mooie uitzicht en het leven op het water?


7


Bruggen gestremd door hoge temperaturen


ROTTERDAM In de laatste week van juli werd Europa geteisterd door hoge temperaturen. Ook voor de scheepvaart waren de gevol- gen daarvan goed te merken: diverse brug- gen waren gestremd vanwege problemen met de hitte.


Als bruggen te warm worden, zet het metaal in de bruggen uit. Daardoor kunnen ze niet meer goed geopend of gesloten worden en besloot Rijkswaterstaat in een aantal gevallen de bruggen niet meer te bedienen.


Rijkswaterstaat heeſt gedurende de warm- ste dagen voortdurende bruggen gekoeld om te zorgen dat deze niet nog verder uitzetten. Dat werd ofwel gedaan met koelwagens met water of handmatig door medewerkers met sproeislangen. Zo werden de bruggen over het Prinses Margrietkanaal gekoeld, maar ook de Merwedebrug en Spijkenisserbrug. Een aan- tal andere bruggen ging alleen in de ochtend even open om de scheepvaart te laten door- varen. Het koelen gebeurde niet met drinkwa- ter, maar in de meeste gevallen met water uit de kanalen en rivieren bij de bruggen zelf. Het gaf overlast voor zowel het wegverkeer als de scheepvaart.


De Noorder- en Zuidersluis van de Oranjesluizen konden op 26 juli ook niet be- diend worden, zij het om een andere reden: het was extreem warm in een bedienpost. Schepen konden wel schutten via de Prins Willem-Alexandersluis en de Middensluis: er waren stewards bij aanwezig om de


scheepvaart en pleziervaart in goede banen te leiden.


In Brussel is besloten om de sluisoperaties ge- durende de hittegolf aan te passen, zodat er minder water verloren gaat. Een van de ge- volgen daarvan was dat plezierboten niet meer alleen geschut konden worden op het Brusselse kanaal bij de sluizen van Molenbeek en Anderlecht: er gingen dus meerdere ple- zierboten tegelijk doorheen, of samen met binnenvaartschepen. Aan het Albertkanaal zijn de waterkrachtcentrales van Olen en Ham ingeschakeld als pompen, zodat er water werd teruggepompt naar de hogere delen van het Albertkanaal. Op die manier werd verhin- derd dat er water verloren ging tussen de slui- zencomplexen. Op de IJzer was er daarnaast een diepgangbeperking.


De storingen bij de bruggen met warm weer zijn geen nieuw probleem. Ook vorig jaar is er sprake van geweest. In Rotterdam zijn daar al maatregelen voor genomen: de klep van de Binnenhavenbrug is bijvoorbeeld iets inge- kort. Daardoor komt de brug niet meer vast te zitten bij extreme hitte en is het natspuiten van die brug ook niet meer nodig. Hoe er in de toekomst omgegaan zal worden met de warmte, is onbekend. Het koelen van de bruggen is een optie, maar wel een kostba- re en overlastgevende, zeker als de hitte lan- gere tijd aanhoudt. Het brugdek inkorten of de voeg tussen land en brugdek vergroten is ook een idee, maar dat is niet bij alle bruggen mogelijk.


De Noordersluis van de Oranjesluizen: deze kon gelukkig nog wel bediend worden tijdens de hittegolf. Foto: Jeroen Mies (Rijkswaterstaat)


AVERECHTS


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44