917 | WEEK 32-33 07 AUG 2019
Eigenaar salonbakdekkruiser Nymphaea wil uitzondering of subsidie voor varend erfgoed
41
De Nymphaea keert van Terschelling terug in de Zoutkeetsgracht. ‘Ze gooiden blikken doperwten naar beneden op mijn dek’.
AMSTERDAM Dick Pels kocht veertig jaar ge- leden de nu 102-jarige salonbakdekkruiser Nymphaea en restaureerde het schip. Maar nu hij misschien elektromotoren moet plaat- sen, vindt hij dat de gemeenschap een steen- tje mag bijdragen aan het behoud van dit va- rend erfgoed.
HEERE HEERESMA JR.
Het mag een wonder heten dat Dick Pels geen tennisarm heeſt gekregen van het terugzwaai- en, want als er één schip opvallend is, dan is het wel zijn Nymphaea. “Het is de groot- ste salonbakdekkruiser die er rondvaart,” zegt hij. Hij kocht het schip in 1979 toen het in deplorabele staat in de Nieuwe Houthaven in Amsterdam lag. “Ik had een roze bril op,” geeſt hij nu toe. Pels woont veertig jaar op de Nymphaea en heeſt haar zoveel mogelijk in de originele staat teruggebracht.
Voor die staat moeten we terug naar 1917, het jaar dat de Nymphaea (30 x 5 meter, tweemaal Daf 575 van 160 pk elk) werd gebouwd bij de werf Conrad te Haarlem als privéjacht voor de Rotterdamse reder Albert Goudriaan en zijn gezin. Vanaf de vaste ligplaats in de Veerhaven te Rotterdam werden reizen gemaakt naar Zeeland, de Wadden en de Oostzee. Van die reizen hield Goudriaan nauwkeurige logboe- ken bij. Naast het gezin Goudriaan (vrouw, zoon en dochter) waren er een kapitein, een bootsman, twee matrozen en een kok aan boord, die sliepen in kleine ruimtes die met stalen schotten van het eigenaarsgedeelte waren gescheiden. “De klassenverhoudingen werden in staal uitgedrukt,” zegt Pels, ooit di- recteur van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks. Goudriaan, zijn gezin en zijn gas- ten ontbrak het aan weinig; er was een ligbad, een open haard en een wijnkelder. Tot de gas- ten behoorde ook koningin-moeder Emma, die in 1922 aan boord ging voor een tocht van Vlaardingen naar Den Briel. Hierdoor wordt de Nymphaea soms ten onrechte aangeduid als ‘het jacht van koningin Emma’. Midscheeps bevindt zich nog steeds de grote machineka- mer, waarin oorspronkelijk twee Standard- benzinemotoren van 100 pk elk stonden. Tegenwoordig is de machinekamer de mu- ziekkamer van Pels, die na een academische carrière als universitair docent sociologie
singer-songwriter is geworden. De twee Dafs staan in geïsoleerde kasten. In 1942 werd de Nymphaea gevorderd door de Duitse bezetter en werd officieel ingezet als betonningsvaar- tuig op de rivieren, maar Pels vermoedt dat zij vooral als jacht van de plaatselijke comman- dant heeſt gediend. Na de oorlog verkocht de familie van de inmiddels overleden Goudriaan de Nymphaea aan het Loodswezen in Den Helder. Maar Pels sprak de zoon van de toen- malige schipper en die zei: “Het was gewoon het jacht van de directeur”. Over de periode 1950-1960 is weinig bekend. Daarna kende de Nymphaea, herdoopt in Onrust en Lord Onrust, vele eigenaren, van antiquairs tot ca- fébazen, en zou volgens Pels ook enige tijd ‘hoerenkast’ zijn geweest in de Amstel tegen- over de Hermitage.
Slingerbak Volgens Pels is de salon het meest au- thentieke gedeelte van de Nymphaea, met name de ge- draaide trap naar het voorschip. De groot- ste restauratie was de vervanging van bijna het gehele onderwa- terschip. Bij een hel- lingbeurt bij Metz op Urk is de Nymphaea bijna omgevallen. Dat is waarom Pels tegen- woordig werſt bij SRF in Harlingen, waar een botenliſt is die beter geschikt is voor het scherpe onderwaterschip. Afgelopen maand is de Nymphaea naar Terschelling geweest. “Het is een slingerbak,” vertelt Pels over het gedrag op ruw water. “Met enige snelheid gaat het nog wel, maar je moet niet dwarszees komen te liggen met windkracht zes”. Over een reis naar Cuxhaven noteerde de toch niet kinder- achtige Goudriaan in zijn logboek: “Nu wel he- vig slingerend”.
Erfgoed Pels lag eerst met de Nymphaea in de Nieuwe Houthaven, die hij omschrijſt als een hippie- achtige enclave, maar met kennis van sche- pen en bereidheid elkaar te helpen. Na een
periode in de Noorderhaven in Groningen- Stad, kreeg de Nymphaea na een jarenlange procedure in 1989 haar huidige ligplaats aan de Amsterdamse Zoutkeetsgracht. Hiervoor moesten een paar kleine bootjes van buurt- bewoners, die geen officiële ligplaats hadden, een stukje opschuiven en dat leidde tot agres- sieve reacties. “Ze lieten hun bootjes liggen,” vertelt Pels. “Toen hebben we een keer een bootje weggehaald naar de overkant en toen kwamen ze hier voor de deur staan te roepen en te schelden. Ze gooiden blikken doperw- ten naar beneden op mijn dek. En vuilniszak- ken. Er is zelfs een man met een buks langsge- komen die op mij heeſt geschoten. Niet raak, maar hij heeſt wel een raam hier kapotgescho- ten. Omdat zijn bootje weg moest. Hij kon voor me liggen, maar hij wou deze plek. De politie heeſt zijn buks afgenomen. Het bootje is verdwenen, de man ook”.
De gemeenschap zou moeten willen dat het schip vaart en zichtbaar blijſt. Fijn als de gemeenschap ook investeert!
Net als veel andere Amsterdamse bootei- genaren verkeert Pels in onzekerheid over de milieumaatregelen die het GroenLinkse college voor hem in petto heeſt. Moet de
Foto's Heere Heeresma jr.
Nymphaea straks ook elektrisch gaan varen? “Ik vind dat er uitzonderingen moeten zijn, zo- als er uitzonderingen zijn voor locomotieven en vintage automobielen. Die moet je niet we- ren, maar in ere houden”. Als hij de Nymphaea van elektromotoren moet voorzien, dan vindt Pels het niet onredelijk dat de gemeenschap daar mede in investeert. “Ik heb tot nu toe al- les zelf betaald. Ik hoef daar niks van terug te hebben, maar het is ook een gemeenschaps- dienst. Je onderhoudt een schip dat groter is dan jijzelf, dat een geschiedenis heeſt en een toekomst. Je zou als gemeenschap wil- len dat het schip vaart en zichtbaar blijſt. Het zou dan fijn zijn als de gemeenschap nu ook investeert”. Als tegenprestatie zou Pels de Nymphaea ter beschikking willen stellen voor representatie bij Sail of andere evenemen- ten. “Ik ben niet de enige die het bezit, het is erfgoed, sociaal bezit. Ik kan het verkopen of voor één euro aan het Maritiem Museum in Rotterdam geven. Maar ze willen het niet eens hebben, het kost teveel geld”. Pels vergelijkt de Nymphaea, erkend varend erfgoed, met een monumentaal pand dat gerestaureerd moet worden; daar is wel subsidie voor be- schikbaar. “Dit kan niet duren. Het is alsof je een Frans kasteel hebt dat je niet meer kunt onderhouden”.
Dick Pels in de salon van de Nymphaea. ‘Je onderhoudt een schip dat groter is dan jijzelf.’
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44