WEEK 42-43 15 OKT. 2014


15 Schultz gaat voor toekomstvaste variant keersluis Kornwerderzand


DEN HAAG Minister Schultz van het minis- terie Infrastructuur en Milieu schrijſt in een brief aan de Tweede Kamer dat ze geen extra geld wil uittrekken voor verbreding van de sluis in de afsluitdijk bij Kornwerderzand. Wil de regio een bredere sluis dan zal deze zelf de meerkosten van 70 miljoen euro moeten ophoesten. De minister ziet, na het door- berekenen van de verschillende varianten, geen aanleiding tot een aanvullende bijdra- ge van het Rijk.


D


e regio heeſt de wens een nieuwe, bredere, sluis aan te leggen om zo het bedrijfsleven en met name scheepswerven in de regio een eco-


nomische impuls te geven. Het zou kunnen leiden tot een omzetstijging van circa 65 miljoen euro. Zeegaande en luxe megajach- ten kunnen nu niet de bedrijven en werven in het achterland bereiken. De groei komt overigens niet alleen bij de werven terecht, ook toeleveranciers en onderaannemers profiteren hiervan . Ook heeſt een grotere sluis positieve effecten op het wegverkeer en de recreatie- en beroepsvaart. Schultz heeſt in juni in het Algemeen Overleg Water- veiligheid aangegeven mee te willen werken aan het onderzoeken van de regiovariant en te bezien of deze variant kan worden mee- genomen. Voorwaarden daarbij waren dat de meerkosten gedragen dienen te worden door andere partijen dan het Rijk, omdat deze variant primair regionale belangen dient en geen Rijksopgave. Ook moest een en ander passen binnen de planning van het project Afsluitdijk.


Kostenvergelijkingen Tussen juni en eind september zijn er verschil- lende kostenvergelijkingen van de varianten gemaakt. Het verschil in investeringskosten tussen de Rijksvariant en regiovariant is 120 miljoen euro. Omdat er mogelijk inverdie- neffecten te behalen zijn bij de regiovariant, waardoor het Rijk in de toekomst kosten bespaart, is dit in de berekeningen meegeno- men. “De verwachte besparingen op beheer en onderhoud zijn met name het gevolg van het eerder vervangen van de brug bij Kornwer- derzand. Daartegenover staan echter vrijwel evenveel extra beheer en onderhoudskosten voor de nieuwe sluis en de diepere vaargeul. Per saldo is daarom tot en met 2028 geen besparing voorzien, op basis waarvan het Rijk een bijdrage zou kunnen leveren aan de regiovariant. Er is in mijn optiek dan ook geen sprake van inverdieneffecten”, vindt de minister.


Artists Impression van de verruiming van de sluis bij Kornwerderzand van het Projectbureau De Nieuwe Afsluitdijk


LCC berekening Ten slotte is een LCC berekening gemaakt van zowel de regiovariant als de Rijksvariant. LCC staat voor Life Cycle Costing en deze houdt rekening met alle investeringskosten, vervangingskosten en beheer en onderhouds- kosten tot 2100. Uit de LCC berekening komt naar voren dat de regiovariant over deze hele periode 70 miljoen euro duurder is dan de Rijksvariant. Schultz:”Dit betekent dat er ook vanuit dit oogpunt geen aanleiding is de Rijksvariant te heroverwegen dan wel extra te investeren in de regiovariant”.


Richtlijnen Vaarwegen (RVW) De vaarweg in de Afsluitdijk heeſt als vaar- klasse Va. Dit is ook het uitgangspunt bij de planuitwerking van het project Afsluitdijk. Van uitbreiding naar vaarklasse Vb is op basis van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) nu en in de toekomst geen sprake. In het ontwerp voor de Afsluitdijk wordt op dit moment uitgegaan van een ‘losse’ keersluis ten noorden van de brug bij Kornwerderzand. Van noord naar zuid krijgt het scheepvaart- verkeer in de toekomstige situatie eerst te maken met de nieuwe keersluis, dan de brug en dan de Lorentzsluizen. De doorvaartbreed- te van de brug is iets minder dan 16 meter.


De doorvaartbreedte van de Lorentzsluizen is 14 meter. In het referentieontwerp van het project Afsluitdijk werd rekening gehouden met een breedte van de nieuwe keersluis van ruim 16 meter. Van de drie doorgangen, die in samenhang werden bekeken, was de keersluis de breedste doorgang. Bij nader onderzoek is gebleken dat de sluis met deze breedte, in combinatie met een lengte van de keersluis van 30 meter, niet voldoet aan de RVW. Bij een keersluis van deze lengte is op deze plek een breedte van 18 meter nodig zodat de scheep- vaart met voldoende tempo de sluis en de brug kan passeren. Een te smalle doorgang vermindert de mogelijkheid tot een snelle passage. In het referentieontwerp zal daarom een bredere keersluis worden opgenomen, die tevens voldoet aan de RVW.


Toekomstvaste variant Tegelijk met de kostenvergelijking is door Rijkswaterstaat een variant van de keersluis verkend die breed genoeg is om de regio- variant op termijn mogelijk te maken. In plaats van twee kleinere keersluizen wordt er dan één grote keersluis van circa 42 meter gebouwd. De uitvoering van de regiovariant kan dan losgekoppeld worden van het project Afsluitdijk en op een later moment alsnog ge-


realiseerd worden. “Uit de studie is naar voren gekomen dat door een slim ontwerp deze va- riant niet duurder is dan het vorige referentie- ontwerp en dat deze variant daarom binnen het budget van het project Afsluitdijk opge- vangen kan worden. Ik heb dan ook besloten dat deze toekomstvaste variant het nieuwe uitgangspunt wordt binnen het project Afsluit- dijk. Deze variant is met de regio besproken en zij delen de conclusie dat realisatie van de regiovariant past binnen deze toekomstvaste oplossing voor de keersluis”, schrijſt Schultz in haar brief aan de Tweede Kamer.


Bijdrage regio Uitgangspunt voor Schultz is dat voor de ontwikkeling van deze brede sluis de regio de financiering op zich moet nemen. “Ik ben blij dat ik u kan melden dat we door een goede afstemming tussen Rijk en regio tot een toekomstvaste oplossing zijn gekomen. Deze oplossing zorgt er voor dat we op tijd de Afsluitdijk veilig kunnen maken. Daarbij blijſt bij deze oplossing de door de regio gewens- te toekomstige verbreding van de sluis bij Kornwerderzand mogelijk”. Gezien de grootte van het te financieren bedrag tussen beide varianten is het de regio (nog) niet gelukt in de financiering van deze meerkosten te voorzien.


Premier opent tentoonstelling ‘Topstukken’


ROTTERDAM Minister-president Rutte heeſt woensdag 1 oktober de tentoonstelling ‘Top- stukken’ in het Maritiem Museum Rotterdam geopend. Hij onthulde het model van het 850 miljoen dollar kostende hightech offshore schip Aegir samen met de bouwer van het schip Joop Roodenburg van Huisman Equipment, reder Pieter Heerema van Heerema Marine Contractors en algemeen directeur Frits Loomeijer van het Maritiem Museum. De premier ontving tevens het eerste exemplaar van het fotoboek ‘Topstuk- ken’, met daarin vijſtig objecten van de meest bijzondere en unieke stukken uit de eeuwenoude museumcollectie.


Meer informatie over de permanente tentoon- stelling is te vinden op www.maritiemmuseum.nl/topstukken


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36