WEEK 42-43 15 OKT. 2014
13 PTC wil voor elk schip een overlevingskans naar wetgeving 2025
CAPELLE AAN DEN IJSSEL Particuliere Trans- port Coöperatie PTC neemt het voortouw in het ontwikkelen van realistische overle- vingskansen per schip om uiteindelijk met de strenge norm van 2020-2025 schoon vervoer over water te kunnen realiseren.
“Los van het feit dat het voor onze coöperatie belangrijk is dat onze schippers met hun be- drijf een toekomst hebben is het voor de sector als geheel belangrijk dat we ons voorbereiden op de toekomst”, aldus Martin Seine, zaak- voerder bij PTC. Om iedereen bewust te maken van het effect van de norm die er voor 2025 op het gebied van uitstoot ligt neemt PTC het initiatief betrokken organisaties rond de tafel te krijgen en schippers hun eigen scenario te laten maken. PTC zet hierbij in op een tweespo- renbeleid: Enerzijds anticiperen op dat wat nu geldt als beleid en anderzijds bestaand beleid ombuigen tot realistische doelstellingen. Bin- nen de eisen van de Centrale Rijnvaartcommis- sie (CCR) richt de inspanning van PTC zich met name op de eisen ten aanzien van de uitstoot. De focus ligt daarbinnen, vanuit de vloot van PTC, op droge lading schepen. “De praktijk leert dat staand beleid kan veranderen of dat effectuering ervan kan worden uitgesteld. Maar zeker weten doen we dat niet. Daarom moet de schipper er wel beleid op voeren en zijn bedrijfsplan er op inrichten. Voorlopig moeten we de businesscases maken met de feiten zoals ze zijn. Samen met organisaties als BLN, EVO, ELV en NPRC willen we geregeld krijgen dat uitstoot bepalend is voor certificering en niet alleen de sticker op de motor. Ons inziens moet de overheid dit erkennen en de regelge- ving er op aanpassen. We hoeven als PTC de kar niet te trekken, dat zullen de betrokken organisaties zeker doen, maar we willen het debat graag met de nodige urgentie op gang brengen en onze bijdrage er aan leveren. Onze eerste bijeenkomst hiervoor staat gepland op 4 november.
Wetgeving uitstoot naar 2025 De emissienormering kent een aantal data die gekoppeld zijn aan het cijfer van de norme-
ring. CCR-I geldt per 1 januari 2003, CCR-II vanaf 1 januari 2008, CCR-III, was gepland op 1 januari 2012, maar is nooit geëffectueerd Dit bleek vanuit de fabrikanten van motoren niet realistisch. Vanaf 2020 geldt de strenge Euro 6 normering voor nieuwe motoren. Wordt nog gevaren met een pré CCR, CCR-I of CCR-II motor dan moet per 2025 wel voldaan worden aan de eisen die dan gelden. Vanaf 2025 mogen bovendien schepen met motoren beneden de CCR-II norm de Rotterdamse havens niet meer in. Mogelijk komen ook andere partijen met soortgelijke eisen. Motoren hebben een lange levensduur. Afhankelijk van onderhoud en het type, kwaliteit van de motor is een technische levensduur van 80.000 uren zeker realistisch. Het aantal jaren dat de motor in bedrijf is vari- eert. Een continue dienst in de bedrijfsvoering betekent in de praktijk 5.000 bedrijfsuren per jaar, voor dagvaart is dit 2.000 uur. De econo- mische levensduur van een motor is 25 jaar, bij een afschrijving van vier procent.
Martin Seine
“Onze praktijk leert dat wij in staat zijn een 44 jaar oude motor op CCR-II niveau
te krijgen”.
Markt heeſt kleine schepen nodig De categorie schepen tot 1.500 ton vaart mo- menteel hoofdzakelijk met een pré CCR motor. Juist deze categorie, vaak met een maximaal aantal bedrijfsuren van 2.000, heeſt in de regio’s met kleine vaarwegen de mogelijkheid de wegen te ontlasten van zwaar transport. We zien in de markt binnen deze categorie nog schepen uit de jaren vijſtig, zestig en ouder. Een levensduur van zestig jaar is dus niet onmogelijk. “Er is geen enkele klant of partij
Omvang nationale en internationale binnenvaartvloot Nederland
Droge Lading
Vloeibare lading Duwboten
Passagiersschepen Overige
Aantal schepen 4658 1122 1188 725
2489 West Europa
Aantal schepen 9355 2160 1950 2366 2647
(bron: The power of inland navigation uitgave 2013-2014
Motorontwikkeling in droge lading schepen 2013 tot 2025 Nederlandse vloot 2012 droge lading
Nieuwbouw schepen met CCR-II tot en met 2012 Vervanging motoren naar CCR-II tot en met 2012 Vervanging motoren naar CCR-II 2013-2015 Vervanging motoren naar EURO 6 2016-2024 Aantal te slopen schepen 2013-2025 Resterende pré CCR-II motoren na 2025
(in de tabel gaan we uit van honderd motorvervangingen per jaar)
4658 -600 -600 -300
-1000 -1200 958
( In de tabel wordt uitgegaan van honderd motorvervangingen per jaar ) 20 tot 25% van de Nederlandse binnenvaart vloot (4658) zal na 2025 nog met een pré CCr of CCR-I motor varen, dit zijn de schepen met een bouwjaar van voor 2008
die er belang bij heeſt de transportsector te verstoren. Overheid en (zee)havens hebben een milieubelang, binnenvaart en (zee)havens hebben een commercieel belang, gekoppeld aan het belang van werkgelegenheid. Juist omdat de levensduur van schepen lang is zou hierin het milieubelang moeten meewegen in ‘een gewogen eindcijfer voor onze sector’. Voor welke problemen ziet een haven als Rotterdam of Antwerpen zich gesteld als een groot deel van het transport naar het achterland niet meer over water kan plaatsvinden? Wanneer zouden we moeten beginnen met de vervan-
20 tot 25% van de Nederlandse binnenvaart vloot (4658) zal na 2025 nog met een pré CCR of CCR-I motor varen, dit zijn de schepen met een bouwjaar van vóór 2008
gende nieuwbouw voor schepen die de markt moeten verlaten? Ik zie momenteel, zeker vanuit de huidige financiële situatie en de overcapaciteit van aanbod, weinig schippers met bouwtekeningen voor hun neus”, ervaart Martin Seine.
Artikelreeks Dit artikel is er een uit een reeks waarin PTC de overlevingskansen van de binnenvaart in het licht van de wetgeving op het gebied van uitstoot helder wil krijgen en voor de schippers wil zoeken naar haalbare oplossingen.
ASV HERINNERT DIMITRIOS THEOLOGITIS (DG MOVE) AAN BELOFTE
ROTTERDAM Middels een brief herin- nert de ASV Dimitrios Theologitis (DG MOVE) aan de beloſte ‘dat zijn deur altijd open zou staan, acties niet nodig zouden zijn omdat een simpele klop op de deur genoeg is om hem te laten luisteren’. ASV doet dit omdat ‘alles waar wij jaren geleden voor gewaar- schuwd hebben nu bewaarheid wordt en dat wij nu lang genoeg het geduld hebben betoond waar om gevraagd is want ondertussen zijn de ontwikkelin- gen in de binnenvaart desastreus voor deze waardevolle sector’.
Enkele jaren geleden hebben de organi- saties Ons Recht, La Glissoire en de ASV na acties in Brussel gesprekken gevoerd met Theologitis over de economische situatie in de binnenvaart en de CCR regelgeving. ‘Wetende dat de heer Theologitis heel erg veel waarde hecht aan het milieu, vragen wij zijn aandacht voor het feit dat Europa zijn vloot klei- nere binnenvaartschepen moedwillig kapot maakt. Dit terwijl de universiteit van Cambridge concludeert dat wegens klimaatverandering er juist meer kleine binnenvaart zou moeten zijn om de schommelingen van het waterniveau op te vangen’.
De ASV verwijst in de brief aan Theolo- gitis naar de hoorzitting over de CCR in Nederland, die heeſt geleid tot de vraag om het vertrek van de heer van der Werf en tevens tot het aannemen van de mo- tie Graus. Hierin wordt de minister ge- vraagd er bij de CCR op aan te dringen
schepen tot 86 meter te vrijwaren van deze regelgeving, die het voortbestaan van die schepen onmogelijk maakt. ‘Het overhandigen van 1.000 handte- keningen die de petitie STOP de CCR ondersteunden, aan de secretaris generaal van de CCR, de heer van der Werf, en aan de heer Theologitis ontlokte de heer Theologitis de beloſte dat men er iets mee ging doen en wij daar vrolijk van zouden worden. Echter, het moratorium waar dit toe geleid heeſt is bij lange na niet voldoende’, aldus ASV. Er gebeurt volgens de vereniging op economisch gebied veel te weinig om de positie van de particuliere binnenvaartondernemer te versterken. ASV: ‘Het sloopfonds wordt ook maar niet ingezet, sterker; wij horen geruchten dat ESO en EBU een groot deel van dat fonds voor zichzelf willen bestemmen. Wij vragen de particuliere schipper te betrekken bij de bestemming van die gelden, zij hebben het opgebracht tenslotte’. De ASV wil tevens weten of de CCR zich wel heeſt gehouden aan de zaken die ze zelf heeſt geschreven in het rapport ‘schepen van de toekomst’ uit 2002. Aan Theologitis wordt gevraagd hierover met de CCR in gesprek te gaan. Ook wordt hem gevraagd van gedachten te wisselen over het reservefonds en de vraag ‘hoe kunnen we het verstandigst met dit geld omgaan?’ en met betrekking tot het CCR over de vraag ‘hoe zorgen we ervoor dat we dit waardevolle deel van de binnenlandse vloot kunnen behouden?’
Subsidie beschikbaar voor innovatieve duurzame binnenvaartprojecten
ROTTERDAM In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu voert het Exper- tise en InnovatieCentrum Binnenvaart (EICB) de subsidieregeling ‘Innovaties Duurzame Binnenvaart’ uit. Deze regeling staat open voor subsidieaanvragen ten behoeve van innovatieve projecten, die een wezenlijke bijdrage leveren aan de verdere verduurza- ming van de sector. Projecten dienen zich toe te spitsen op alternatieve brandstof- fen, voor- of nabehandelingstechnieken, motormanagement of inrichting en gebruik van het schip ten behoeve van CO2-, NOx- en fijnstofreductie bij de voortstuwing van schepen.
De sluitingstermijn voor indiening is 1 november 2014. De exacte voorwaarden en het aanvraag- formulier zijn beschikbaar via
www.eicb.nl/idb
Een onafhankelijke Innovatieraad beoordeelt de ingediende projecten en stelt een rang- schikking op. Overweegt u om een project in te dienen? Voor een goede beoordeling zal een projectaanvraag moeten beantwoorden aan de volgende drie vragen: In welke mate is de innovatie generiek toe- pasbaar voor binnenvaartschepen van een vergelijkbaar scheepstype of vaarprofiel?
In welke mate reduceert de innovatie uitstoot van CO2, NOx en PM?
In welke mate heeſt de innovatie een terug- verdieneffect voor degene die haar toepast?
Voor vragen of een toelichting kunt u contact opnemen met het EICB, telefoon 010-7989 830 of per e-mail
info@eicb.nl
Derde lustrum Dekatel zaalvoetbaltoernooi
ARNHEM In Arnherm wordt op zaterdag 8 november voor de vijſtiende keer het Dekatel zaalvoetbaltoernooi voor de schippersjeugd gehouden. Vijfentwintig teams strijden om de wisselbeker. Het toernooi is bestemd voor schipperskinderen in de leeſtijd van 6 tot en met 18 jaar. De wedstrijden worden zoals gebrui-
kelijk gespeeld in sportcomplex Valkenhuizen te Arnhem, Beukenlaan 15-23. De wedstrijden beginnen om 09.00 uur en de finales beginnen tussen 14.00 en 15.00 uur met aansluitend de prijsuitreiking. Het evenement wordt mogelijk gemaakt door Dekatel Telecom ( hoofdsponsor) en de specialist in scheepsverzekeringen EOC.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36