search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
1008 | WEEK 06-07 8 FEBRUARI 2023


Kiellegging voor nieuw prototype KNRM-reddingsboot


15


Foto's Palfinger Marine


DONRIJP Het Oostenrijkse bedrijf Palfinger heeſt voor de KNRM een nieuw type state- of-the-art rigid-hulled inflatable boat (rhib) ontworpen. Het prototype is de eerste van de twaalf boten die al in 2022 zijn besteld. Om de officiële start van het bouwproces te markeren, vond een traditionele kiellegging plaats in het Friese Dronrijp.


Begin 2022 heeſt Palfinger een order gekre- gen van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) voor twaalf op maat gemaakte rhibs voor reddingsoperaties. Met de kiellegging van vrijdag 27 januari vierden Palfinger en KNRM de start van de produc- tiefase in Dronrijp, waar de robuuste romp van het eerste prototype zal worden gemaakt.


De stevige rubberboten van Palfinger Marine zijn speciaal ontworpen voor snelle operaties onder de meest ruige omstandigheden op zee. In nauwe samenwerking met de Nederlandse reddingsorganisatie is een prototype ontwik- keld voor een nieuwe serie 7,5 meter lange dubbele aluminium rhibs met buitenboord- motor. Het nieuwe ontwerp omvat zowel een geoptimaliseerde zitergonomie voor de be- manning als betere prestaties op het gebied van stabiliteit en kijklijnen.


Enthousiasme Arnoud Straakenbroek, salesdirecteur bij Palfinger over het project: “Tot nu toe kij- ken we terug op een zeer succesvolle samen- werking. Meer dan 120 ontwerpbeslissingen


Oud-vlootinspecteur Dick Veen en compagnon Chaterina Hollenga, die de kiel legde.


resulteerden in een goed presterend, op maat gemaakt prototype van onze nieuwe rhib-se- rie. De kiellegging versterkt de banden nog meer en voedt ons enthousiasme, nu we de volgende stappen in het project zetten – het bouwen en testen van het prototype, gevolgd door de bouwproductie van de overige elf bo- ten.” “Palfinger heeſt de optimale oplossing ontworpen die voldoet aan onze speciale ei- sen op het gebied van betrouwbaarheid, vei- ligheid en kwaliteit voor ons reddingsperso- neel”, zegt Jacob Tas, algemeen directeur van de KNRM. De organisatie doopte de nieuwe bootklasse Chaterina D, naar de namen van de eerste bootdonoren, voormalig vlootin- specteur Dick Veen en compagnon Chaterina Hollenga, die op de ceremonie de kiel legde.


Testen Na de rompconstructie zal de montage van de eerste boot plaatsvinden in de botenproduc- tiefaciliteit in Harderwijk. In juli 2023 zullen de KNRM en Palfinger de boot intensief testen volgens de geldende kwaliteitscriteria. Als het aan alle verwachtingen voldoet en door de or- ganisaties is goedgekeurd, start Palfinger met de bouw van de overige elf rhib’s. “Als lid van de International Maritime Rescue Federation (IMRF) is Nederland een van de we- reldspelers in het Search and Rescue-segment (SAR). Met dit project zetten we een belang- rijke stap verder in dit segment en bereiden we ons voor op meer spannende projecten en samenwerkingen in de toekomst”, aldus Straakenbroek.


EURIS – EUROPEAN RIVER INFORMATION SERVICES Nieuwe online omgeving voor reisplanning binnenvaart


Harbers houdt vast aan een internationaal verdrag om varend ontgassen te verbieden


DEN HAAG Minister Harbers (IenW) houdt vast aan het afwachten van een internatio- naal verbod op varend ontgassen en wijst een direct nationaal verbod van de hand. Dat schrijſt de bewindsman in een brief aan de Tweede Kamer naar aanleiding van een onderzoek door de Erasmus Universiteit, dat juist pleit voor een direct nationaal verbod.


nationaal verbod zou de rekening bij de schip- per leggen, omdat hierin de kostenverdeling niet kan worden geregeld.


Mark Harbers.


ROTTERDAM Voor een betrouwbare reisplan- ning van de Europese binnenvaart is een ge- heel nieuwe online omgeving opgezet: EuRIS – European River Information Services. Dit live platform biedt eenvoudig toegang tot statische en dynamische informatie die 24/7 een actueel beeld geeſt van de situatie op de Europese vaarwegen.


Een samenwerkingsverband van dertien Europese landen helpt met het platform (www.eurisportal.eu) de vaarweggebruikers om hun reis- en aankomsttijden door heel Europa te plannen binnen één gebruiksvrien- delijke digitale omgeving. Voorheen moesten schippers daarvoor talloze websites en infor- matiebronnen raadplegen om alle relevante informatie op te halen, vooral bij grensover- schrijdende reizen. EuRIS is sinds september 2022 de one-stop- shop voor alle relevante vaarweg- en verkeers- gerelateerde informatie door de noodzake- lijke gegevens van dertien landen op één plek te bundelen en combineren. Schippers en an- dere gebruikers kunnen op elk moment real- time informatie verzamelen en inzicht krijgen in de actuele verkeerssituatie op hun vaar- route, wachttijden, incidenten of verstoringen


die de reistijd kunnen beïnvloeden. Ze kunnen ook informatie delen met anderen, bijvoor- beeld hun ETA. Alle informatie staat in een af- geschermde omgeving, zodat de privacy ge- waarborgd is.


Hoofdcorridors Het platform bestrijkt de belangrijkste on- derling verbonden binnenvaarwegen in Europa met de zeven hoofdcorridors (Rijn, Donau, Elbe, Moezel, Duinkerken - Schelde, Amsterdam - Antwerpen - Luik, Amsterdam - Antwerpen - Brussel) en nog veel meer. Het huidige samenwerkingsverband bestaat uit de volgende landen: Oostenrijk, België, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Luxemburg, Nederland, Roemenië, Servië en Slowakije.


De samenwerking op binnenvaartgebied heeſt geresulteerd in dit gezamenlijk ontworpen grensoverschrijdende systeem, dat uniek is in zijn grootte en aangeboden diensten van grote toegevoegde waarde. De landen zul- len hun samenwerking voortzetten om het platform de komende jaren verder te ont- wikkelen, afhankelijk van de behoeſten en gebruikerseisen.


“Omdat de verplichting voor het aanleggen van ontgassingsinstallaties is opgenomen in dit verdrag, zou een nationaal verbod zon- der het aanleggen van ontgassingsinstal- laties in strijd zijn met de bepalingen”, zo schrijſt Harbers. En: “Bovendien moet voor- lopige toepassing van het ontgassingsverbod door een verdragsstaat in de wijziging van het Scheepsafvalstoffenverdrag zelf zijn geregeld. Daar is nu geen sprake van. Dat is een aanwij- zing dat een vooruitlopende regeling onder dit verdrag niet mogelijk is. Als dit alsnog mo- gelijk moet worden gemaakt, dan moet het verdrag opnieuw worden aangepast en onder- tekend. Hier besteedt het Erasmus-onderzoek geen aandacht aan.”


Stilleggen Bovendien zou een nationaal verbod wei- nig doeltreffend zijn. Omdat er nog onvol- doende ontgassingsinstallaties beschikbaar zijn in Nederland en de verdragsstaten, zou dit praktisch neerkomen op het stilleggen van de tankervaart in Nederland of de sec- tor voor hoge kosten stellen. In de wijziging van het Scheepsafvalstoffenverdrag is opge- nomen dat de verlader verantwoordelijk is voor het bekostigen van de ontgassingen. Een


Harbers: “Ik heb de conclusies van het juri- disch onderzoek door de Erasmus Universiteit Rotterdam in opdracht van de provincie Flevoland geanalyseerd. Hoewel het onder- zoek concludeert dat er vanuit het internatio- naal juridisch kader geen belemmering is om nationaal maatregelen te nemen om varend ontgassen te verbieden, hanteert het ministe- rie het uitgangspunt dat een dergelijke maat- regel in strijd is met doel en voorwerp van het verdrag en daarom niet mogelijk is. Artikel 18 van het Verdrag van Wenen inzake het verdra- genrecht bepaalt dat na ondertekening van een verdrag de ondertekenaar dient te han- delen in lijn met voorwerp en doel van het verdrag.”


Gehandhaafd Het ministerie blijſt daarom van mening dat een internationaal verbod op grond van het CDNI-verdrag de beste manier blijſt om het varend ontgassen aan banden te leggen. Harbers: “Ik zeg u toe dat zo snel als de ratifi- catie een feit is, er zal worden gehandhaafd op het ontgassingsverbod.” Met betrekking tot de opmerking in het onderzoek van de Erasmus Universiteit dat in strijd wordt gehandeld met het mensenrechtenverdrag merkt hij op dat Nederland de initiator was van de opname van een ontgassingsverbod en dat de regelge- ving klaarligt voor implementatie. “Nederland heeſt dus zijn verantwoordelijkheid op dat ge- bied genomen.”


Harbers bestrijdt de beschuldiging dat de Nederlandse regelgeving sterk afwijkt van de buurlanden Duitsland en België: “Nederland heeſt destijds één op één de Benzinedistributierichtlijn geïmplementeerd, zonder nationale kop. Ook wordt er gesteld dat België een nationaal ontgassingsverbod heeſt afgekondigd. Die bewering klopt niet, omdat het ontgassingsverbod daar alleen toe- ziet op de Antwerpse haven. Elders in België wordt net als in Nederland het ADN gevolgd.”


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38