THEMA STEDELIJK WATERBEHEER Waarom krijgen succesvolle proefprojecten zo weinig vervolg? De pilotparadox
Steeds vaker worden complexe, maatschappelijke opgaven opgepakt in pilots, proef- tuinen en living labs. Zo proberen overheden nieuwe werkwijzen te ontwikkelen en toe te passen. Tegelijk zien we dat innovaties vaak blijven hangen in de pilotsfeer en niet verder komen. Onderzoekers Heleen van Vreugdenhil (Deltares en TU Delft) en Jitske van Popering (Erasmus Universiteit Rotterdam) vroegen zich af waarom dat is. En voor- al: hoe je de doorwerking van pilotprojecten kunt verbeteren.
Waarom doen jullie onderzoek naar pilotprojecten? “De meeste klimaatadaptatie-initiatieven zijn complex van aard. Je hebt te maken met veel partijen met verschillende belangen en zienswijzen, kennisleemtes en onzekerheden - zowel met betrekking tot klimaat als maatschappij. Er wor- den vaak innovatieve ideeën uitgedacht om een antwoord te geven op de adaptatie-uitdagingen. Vervolgens worden pilotprojecten gebruikt om meer te weten te komen over de werking van zo’n idee in de praktijk. Het vervelende is dat het overgrote deel van de ideeën strandt in deze pilotfase en slechts heel weinig ideeën verder worden ontwikkeld en in beleid terechtkomen - zelfs wanneer de resultaten positief zijn. Wij vroegen ons af waarom dat is en vooral hoe je de doorwerking van pilotprojecten kunt verbeteren.”
Wat is de pilotparadox?
“Bij pilots gaat het in eerste instantie om het toepassen en uitproberen van een innovatief idee. De mate waarin de pilot naar tevredenheid is uitgevoerd en kennis over de innovatie wordt ontwikkeld, noemen we intern succes. Extern succes daarentegen is de mate waarin we de pilot terug zien komen in nieuwe initiatieven en beleid en zo zien leiden tot blijvende verandering. De paradox schuilt erin dat condities die nodig zijn om intern succes te behalen, tegengesteld zijn aan de condities die nodig zijn om extern succes te behalen. Je ziet dan ook dat pilots die opgezet zijn om een groot intern succes te behalen, de grootste moeite hebben om tot door- werking te komen. Voorbeelden van tegengestelde condities zijn het type mensen dat je nodig hebt (creatievelingen ver- sus volhouders), de afstand die er is tot beleid (ruimte om te experimenteren versus aansluiting bij bestaande regels en denkbeelden) en de schaalgrootte (klein om beheersbaar te houden versus werkelijke schaal).”
30 WATERFORUM NR 1
Kunnen jullie een voorbeeld geven op het gebied van Ruimtelijke Adaptatie? “Eén van de pilots in Dordrecht is bijvoorbeeld de waterkraan. Door het aanleggen van watergangen, wordt het mogelijk om de waterkwaliteit in de binnenstad te verbeteren via de Nieu- we Dordtse Biesbosch in het zuiden van het Eiland van Dor- drecht. De waterkwaliteit is niet heel goed, maar nog niet zo slecht dat het waterschap moet ingrijpen. Als we dan alleen kijken naar intern succes, dan gaat het alleen om de vraag of het lukt deze watergangen te realiseren. Maar wanneer we kijken naar het extern succes komen nieuwe vragen in beeld. Lukt het een programma op te stellen en uit te voeren voor een probleem dat tot niemands kerntaak hoort? Lukt het de maatschappelijke baten goed mee te laten wegen? En hoe kunnen waterschap en gemeente hiervoor de samenwerking zoeken met maatschappelijke en private partijen? Als we dat leren, dan worden we daadwerkelijk slimmer in het realiseren van klimaatbestendige maatregelen.”
Hoe kan je omgaan met de paradox? “Belangrijke basisprincipes voor pilots voor klimaatadaptatie zijn het hebben van een uitnodigende houding en zorgen dat er voor ieder wat wils is, zodat partijen - ieder met hun eigen intensiteit - betrokken willen zijn en blijven. Er moet gespro- ken worden over doelen, zowel in de pilot als daarna, zodat helder is waarvoor de pilot wordt ingezet en er daarop ge- stuurd kan worden. Het ontwikkelen van een goed verhaal is belangrijk om de boodschap door te geven en te zorgen dat mensen geïnspireerd raken en blijven. Een voorbeeld ‘in actie’ draagt daaraan zeker bij, dus neem mensen mee het veld in. Cruciaal is het opbouwen van een goed, uitgebreid netwerk - zowel binnen de pilot als daarbuiten - zodat niet alleen deze mensen bekend raken met het idee, maar ook
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48