search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
WATERBOUW Zeespiegelstijging, maar hoeveel?


De zeespiegel voor de Nederlandse kust is de afgelopen 128 jaar gestaag met 1,86 mm per jaar (18,6 cm per eeuw) ge- stegen, naar 11 cm boven NAP. Er is nog geen sprake van een versnelling in de stijging door klimaatverandering, aldus de Zeespiegelmonitor 2018 van Deltares. Het kennisinstituut baseert zich op (satelliet)metingen.


De huidige stijging zit daarmee onder het lage scenario voor zeespiegelstijging dat het KNMI in 2014 opstelde. Dat lage scenario leidt tot een zeespiegelstijging van maximaal 38 cm boven NAP in 2050, en 80 cm in 2100. Maar het KNMI heeft een stijging van anderhalve meter (150 cm) in 2100 ondertus- sen ook “niet ondenkbaar” genoemd.


Wereldwijd bedraagt de zeespiegelstijging nu 3,2 mm per jaar. Het verschil met de Noordzeespiegelstijging verklaart Deltares door een gunstige ligging. Smeltwater van Groenland komt niet bij ons terecht door zwaartekrachteffecten. Maar het ijs op Antarctica smelt ook, en steeds sneller, bovendien krimpen gletsjers wereldwijd. Dat ook de Noordzeespiegel versneld zal stijgen, lijkt onontkoombaar. Maar hoeveel is erg onduidelijk. Het onderzoek naar zeespiegelstijging is de afgelopen jaren enorm gegroeid, maar paradoxaal genoeg levert dat geen scherper toekomstbeeld op. De schattingen lopen juist steeds meer uiteen, waarschuwt de Zeespiegelmonitor.


Het Nederlandse kustfundament (in donker- en lichtblauw) met zee- waarts de -20 meter NAP-lijn. Aan de landzijde omvat deze alle duingebieden én alle daarop gelegen harde zeeweringen. De zandvolumes in de blauwe zones worden continu gemonitord. Ervan uitgaand dat de kustlijn moet mee- groeien met de zeespiegelstijging, moet het zandvolume minimaal gelijk blijven. Aan de hand van het gemeten zandverlies uit de zone, kan worden vastgesteld hoeveel zand uit de Noordzee gesuppleerd moet worden om dat verlies te compenseren. Zo kan de wettelijk vastgestelde basiskustlijn worden vastgehouden.


2100 is dichtbij Ook Aarninkhof schat in dat we voldoende tijd hebben om te onderzoeken wat er ná 2050 moet gebeuren. Maar daar moeten we nu mee beginnen, stelt de hoogleraar. “Ik las laatst dat Duits verplicht zou moeten worden op scholen, omdat de Randstad straks onbewoonbaar wordt. Dat vind ik nogal alarmistisch. Tegelijkertijd komt er mogelijk een ongekende uitdaging op ons af in kustverdediging. Dat roept reële vragen op. Tegen welke zeespiegelstijging kunnen we op suppleren? Tegen welke kosten? Voordat je maatregelen hebt bedacht, doorgerekend en gepland, ben je snel 20-25 jaar verder. Dan is 2100 dus al dichterbij dan je denkt.”


als de buitendelta-suppletie bij het Amelander zeegat (zie kader). Voor een toekomstig zandtekort door suppletie is Van Gelder-Maas niet bang. “We zijn gezegend met een enorme hoeveelheid zand voor de kust, daar kunnen we echt jaren en jaren mee vooruit.” Aarninkhof is wat voorzichtiger: “Er zal in Nederland niet snel een zandtekort ontstaan, maar je moet je wel afvragen: waar halen we het precies vandaan en wat kost dat als je van 12 naar 24 miljoen, of misschien 50 miljoen kuub per jaar gaat? De ruimte is schaars, er zijn bijvoorbeeld ook veel grote windmolenparken gepland voor de kust.”


18 WATERFORUM NR 2


Graag zou de hoogleraar zien dat er voor de kust een proefgebied aangewezen wordt waar allerlei pilots kunnen plaatsvinden om de benodigde kennis te vergaren. Een soort proeftuin voor grootschalige kustuitbouw inclusief mega-suppleties, mini-suppleties, maar misschien ook ‘har- de’ elementen. “Ik ben niet mordicus tegen hard, als dat maar functioneel is. Een vliegveld voor de kust om de Randstad te ontlasten, of eilanden voor energiewinning op zee: goede ideeën die in een specifi eke behoefte voorzien. Maar gaat het je om kustveiligheid en kustontwikkeling, dan kun je dat zand beter direct op de kust leggen.” Aan de TU Delft gaat vanaf september het Delta Futures Lab van start, vertelt Aarninkhof. Daar zullen interdisciplinaire studententeams gaan nadenken over de beste oplossingen voor verschillende klimaatscena- rio’s, en die doorrekenen. Het gaat niet alleen om technische


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48