Kritiek en waardering
29
Nederlanders hebben waardering voor veteranen, blijkt uit recent opinie- onderzoek. Openstaan voor kritiek heeft nog een ander mogelijk voordeel. Je bent dan als veteraan bereid om met die (wellicht onwetende) buitenstaander de dialoog aan te gaan. Bereid om uit te leggen, toe te lichten en je eigen ziens- wijze te spiegelen aan die van een an- der. Die dialoog – in de media, tijdens verjaardagen, op het werk, op scholen of waar dan ook – leidt tot meer begrip voor het militaire vak. En ook tot meer inzicht in omstandigheden waaronder militairen soms moeten dienen en uit- eindelijk ook tot meer waardering. Bij veteranen kan die dialoog weer leiden tot een sterker gevoelde waardering en een sterkere binding met de samenle- ving die hen ooit heeft uitgezonden.
Tegenreacties Publiekelijk geuite kritiek, ongeachte of die (deels) terecht is of niet, leidt steevast tot meer en krachtigere uitingen van publieke waardering. Daar kun je bijna de klok op gelijkzet- ten. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw bijvoorbeeld was er veel kritiek op het Nederlands militair op- treden in voormalig Nederlands-Indië. Beschuldigingen van geweldsexcessen en oorlogsmisdaden leidden er toen toe dat de media veel aandacht kregen voor de ervaringen van de gewone sol- daat, die vaak voor meer dan drie jaar als dienstplichtige was ingezet. Toen pas kregen publiek en politiek door dat deze militairen in een meedogenloze en uiteindelijk uitzichtloze guerrillaoorlog hadden moeten vechten. Toen pas kregen publiek en politiek door wat Nederland destijds van hen had gevraagd. Toen pas ook kregen publiek en politiek door
dat Nederland ten opzichte van die bijna 200.000 veteranen op het gebied van nazorg, erkenning en waardering decennialang schromelijk was tekort- geschoten. Zo leidde een golf van kritiek tot een golf van begrip en waardering en tot de start van het Nederlandse veteranenbeleid. Een soortgelijke publieke reactie was zichtbaar ten aanzien van de Dutchbat III-veteranen die in 1995 in en rond Srebrenica dienden. Eerst jaren van felle kritiek, daarna jaren van verdieping en meer aandacht voor de onmogelijke inzetomstandigheden en vervolgens de waardering en sympathie van een flink deel van het publiek.
‘De dialoog leidt tot meer begrip voor het militaire vak’
Srebrenicaveteranen scoren qua waardering dus niet lager dan andere groepen veteranen. En wie tijdens de Nederlandse Veteranendag in het publiek staat wanneer duizenden veteranen door de Haagse binnenstad defileren, hoort jaarlijks welk detachement veteranen het meeste, hardste en langdurigste applaus krijgt.
Kritiek leidt blijkbaar tot aandacht en begrip, tot publieke verontwaardiging over een als onrechtvaardig gevoelde behandeling van veteranen en uiteinde- lijk tot meer respect en waardering.
Indiëonderzoek En hoe zit dat dan met de waardering voor Indiëveteranen? Zij kwamen vorig jaar opnieuw flink onder vuur te liggen. Begin 2022 verscheen het eindrapport van het onderzoek naar de toepassing
checkpoint
van extreem geweld door Nederlandse troepen in voormalig Nederlands-Indië. De conclusies over het gebruik van extreem geweld waren bepaald niet mals. Tal van Indiëveteranen en hun verwanten reageerden onthutst en geëmotioneerd, ook omdat de media de forse kritiek op dit militair optreden in de jaren 1945–1949 breed uitmaten. Ook nu volgde al snel een tegenreactie. Tal van betrokkenen namen het publie- kelijk op voor de Indiëveteranen. Zij uitten hun grote waardering voor de veteranen, en ook militaire en politieke autoriteiten spraken die nadrukkelijk en meermaals uit.
Bij het brede publiek lijken de kritische conclusies van het onderzoek opval- lend genoeg juist voor meer waardering voor de Indiëveteranen te zorgen. We hebben dit enkele maanden geleden in het eerdergenoemde publieke opinie- onderzoek uitgevraagd. 20 procent van de deelnemers was de Indiëveteranen door het verschijnen van het Indië- onderzoek anders gaan waarderen. Maar liefst driekwart van hen positie- ver! I rest my case.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76