10
Mijn held
Drie veteranen vertellen over hun ‘unsung heroes’: mensen die op een cruciaal moment in hun leven
een heel belangrijke rol voor ze vervulden. Tekst Johan Kroes Fotografie Lin Woldendorp
Pascal Jonker (54) over Sandra Jonker-Degen, echtgenote
MISSIES BOSNIË 1996, MACEDONIË 1999, IRAK 2004–2005, AFGHANISTAN 2009–2010, 2014, MALI 2016–2018 FUNCTIE ADJUDANT
‘In 2004 ging ik samenwonen met Sandra en snel daarna moest ik op missie naar Irak. Dat was onze vuurdoop. Die hebben we uitstekend doorstaan en in 2009 zijn we getrouwd. Mijn wittebroodsweken heb ik in Afghanistan doorgemaakt omdat ik weer op missie moest. Dit was de slechtste uitzending ooit. Sandra kreeg in de periode een lichte TIA, wat later een acute nekhernia bleek te zijn. Ik ben toen even naar Nederland
teruggegaan. Vervolgens kreeg mijn vader een hartinfarct en hij leek niet lang meer te hebben. Ook toen ben ik op-en-neer gevlogen. In december 2009 mocht ik met verlof. De Cougar waarmee ik naar Kandahar vloog werd met een klein kaliber wapen geraakt. Twaalf angstige minuten volgden en uiteindelijk hebben we een noodlanding gemaakt. Dit was de aanzet tot de psychische problemen die ik later kreeg. Al die tijd heeft mijn vrouw me gesteund, ook al was ik erg onredelijk. Ik werd boos omdat een dopje scheef op een tube mayonaise zat. Op een gegeven moment zat ik zo in de knoop met mezelf dat ik Sandra en de kinderen de deur uit heb geschopt en we gescheiden zijn. Toch hielden we dagelijks contact en ging ik regelmatig bij haar eten. Ondertussen volgde ik therapie en kwam er het nodige naar boven. Twee jaar later kwam ik tot de conclusie dat ik een stomme fout had gemaakt. Uiteindelijk zijn we in 2017 weer getrouwd en ben ik weer gelukkig. De jaren dat ik in mijn
checkpoint
eigen wereldje leefde, bleef Sandra mij altijd steunen. Zij is zo’n liefdevolle en zelfstandige vrouw. Na die periode in Afghanistan ben ik nog vier keer op missie geweest en ook toen was Sandra de stabiele factor. Het helpt enorm als je weet dat ze achter je staat. Toch was het voor haar zeker niet makkelijk. In Afghanistan gebeurde het vier keer dat ik Sandra aan de lijn had terwijl er een raket insloeg op het kamp. Tijdens mijn latere missies heeft ze best weleens wakker gelegen en geworsteld met de angst om mij kwijt te raken. Iedere auto die voor de deur stopte zou slecht nieuws kunnen brengen. Tijdens mijn tweede missie naar Afghanistan werd ik voor de eerste keer opa. Sandra is dan zo iemand die beschuit met muisjes opstuurt. Het zijn dit soort dingen die het verschil maken. Je moet maar zo’n vrouw hebben.’
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76