bedrijf zijn eigen krachtvoermix met een eiwitgehalte van 16 procent dat ter plaatse wordt gemengd in loonwerk. De mix bevat 35 procent spelt, 10 procent gerst, 7,5 procent soja, 20 procent mineralenmix, 10 procent maisvlokken, 10 procent luzerne en 7,5 procent lijnzaadkoek. ‘De kalfjes nemen de krachtvoermix vlot op’, aldus Ruben, die er een prijs van 402 euro per ton op plakt. ‘Daarnaast werken we met volle koemelk in de opfok en die vullen we verder aan met hooi. We verwarmen de melk altijd tot ongeveer veertig graden. Een goede start is bij de jongste kalfjes van enorm groot belang.’ Vanaf 4 maanden verandert de krachtvoersamenstelling weer tot een eiwitrijker concentraat met 20 procent gerst, 20 procent spelt, 10 procent mineralenmix, 25 procent lijnzaadkoek en 25 procent soja. Daarbij komen ruwvoerproducten als mais en gras. Met de zelfgemaakte krachtvoermixen wordt een deel van de zelfgeteelde granen verwerkt. Naast 22 hectare mais, 21 hectare weiden, 6 hectare gras-klaver teelt het bedrijf immers 17 hectare wintertarwe, 3 hectare gerst en 1 hectare spelt; waarvan met name de laatste twee teelten voor eigen gebruik bestemd zijn.
Meer loonwerk inzetten Voor het landwerk doet de familie Heremans steeds meer een beroep op de loonwerker. ‘Alle mest wordt bijvoorbeeld door de loonwerker uitgereden’, zegt William Heremans. Ruben ver- volgt: ‘Het is geen doel om meer in machines te investeren. Als de arbeidsbehoefte stijgt, dan kiezen wij ervoor om meer loon- werk in te zetten.’ Daarmee formuleert de jonge melkveehou- der een van zijn belangrijkste doelen voor de toekomst. ‘Het doel is om stilaan het aantal melkkoeien uit te breiden en ver- volgens plaats te maken voor een nieuwe stal.’ De klemtoon ligt op het behalen van de best mogelijke bedrijfs- resultaten. De ligboxen en roosters worden twee keer per dag schoongeveegd en de boxen worden ingestrooid met kalk en zaagsel. Na het melken kunnen de koeien niet gaan liggen door een eigengemaakte afsluiting die tijdelijk achter de ligboxen komt te zitten. Het nauw toezien op de uiergezondheid leverde het bedrijf een certificaat van beste melkkwaliteit op, waarvoor het bedrijf gelauwerd werd door Melkcontrolecentrum (MCC) Vlaanderen.
Met groei van het bedrijf in het achterhoofd ligt een belangrijke focus op de fokkerij, geeft Ruben Heremans aan. ‘Ingezette stie- ren moeten meer dan 110 totaal exterieur scoren en zijn liefst positief in de gehalten.’ Uiergezondheid en vruchtbaarheid zijn de gezondheidskenmerken waar de meeste aandacht naar uit-
Het rantsoen wordt grof gemengd en met de voederbak verstrekt
gaat, aldus Ruben. ‘Dat zijn de belangrijkste redenen van afvoer bij onze koeien en die wil ik maar wat graag beperken.’ Zijn vader William vat het fokdoel kort samen: ‘We willen eigenlijk koeien die simpelweg veel goede melk produceren. Koeien moe- ten gezond zijn en veel melk geven met goede gehalten.’
Streng selecteren
Omdat het bedrijf ook af en toe op een keuring wil meedraai- en, wordt soms een extremere exterieurstier ingezet. Dat geldt voor hooguit tien procent van de melkkoeien. ‘Dat is niet de standaard en dat zal het nooit worden. Doorgaans kies ik voor een functioneel exterieur met goede uiers en benen. Ik wil koeien die lang blijven lopen, dat zijn open koeien met brede ribben.’
De inseminaties doet Ruben zelf en twintig procent van de koeien of één op de vijf krijgt een witblauwe stier als partner. Elke twee maanden vindt een uitgebreide vruchtbaarheidscon- trole plaats. Het teveel aan jongvee wordt verkocht en van de beste melkkoeien worden de mannelijke nakomelingen als dekstiertjes verkocht. De melkveestapel telt zeventig procent zwartbont en dertig procent roodbont. ‘Ik houd de roodbonte koeien graag roodbont, maar het is moeilijker om daar de juis- te fokstieren bij te vinden.’ Ruben kiest bewust voor gebruik van veel fokstieren. Ranger, Saxobeat, Brewmaster, Mogul, Spike, Doorman, Reflector en Kingboy krijgen onder meer kan- sen bij zwartbont, Rager, Prestige, Aikman en Brandy bij rood- bont. ‘Ik kies per koe de best passende stier en dat betekent dat ik ook veel stieren gebruik.’
Jonge stieren komen er nog maar weinig aan te pas. ‘Ik probeer echt streng te zijn als ik jonge stieren selecteer. Pas als er een goede koefamilie achter schuilgaat en wanneer de stieren ook echt super scoren op de kenmerken die ik belangrijk vind, ga ik een jonge genoomstier inzetten.’
Werk moet haalbaar zijn
Ruben Heremans haalt Golden Dreamsdochter Gina naar vo- ren, zijn favoriete fokkoe. Deelname aan Agriflanders zal niet lukken, omdat ze straks te dicht bij de keuring moet kalven. Maar de familie Heremans houdt wel twee andere ijzers in het vuur, terwijl een tweetal Finaldochters in de running zijn voor dochterpresentaties. ‘Keuringen zijn mooi meegenomen, maar vormen voor ons geen prioriteit. We willen het werk ook haal- baar houden.’
De zorg voor de koeien gaat voor, beklemtoont William Here- mans nogmaals. ‘Het moet in de stal verdiend worden.’ l
Eigen krachtvoermix voor de jongste groep
veeteelt NOVEMBER 2 2018
57
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72