search.noResults

search.searching

note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
BEDRIJFSREPOR T AGE


Het is het resultaat van vasthouden aan het eigen fokdoel, dat gericht is op ster- ke en gezonde koeien, hoge producties en hoge gehalten.


Flynn heeft geen moeite om zijn eigen- gefokte stieren te verkopen aan andere melkveehouders. ‘Omdat vrijwel ieder- een een voorjaarsafkalvende veestapel nastreeft, worden de dieren in april en mei geïnsemineerd. Voor de dieren die dan nog niet drachtig zijn, loopt er op veel bedrijven een stier om de laatste die- ren te dekken’, aldus Flynn. Per jaar ver- koopt hij zo’n vijftig tot zestig stieren van één tot twee jaar oud.


Niet alleen andere melkveehouders na- men stieren af, ook verschillende ki-or- ganisaties kochten stieren bij de fanatie- ke fokker aan. Zo vermarkt Cogent de stier Coolmohan Flynn en Eurogene Ire- land vermarkt Coolmohan Rebnautical, beide zoons van de excellente Coolmo- han Rebecca Image 1. Progressive Gene- tics Ireland zet Coolmohan Gennautical in de markt. De veehouder is er trots op. ‘Het is ook een teken dat ik in de afgelo- pen jaren iets goed heb gedaan.’


Stamboekregistratie en mpr Voor Flynn zijn de mpr-cijfers en stam- boekregistratie die hij via de fokkerijor- ganisatie IHFA, de Irish Holstein Friesian Association, krijgt, leidend in zijn be- drijfsvoering. De mpr-gegevens gebruikt hij om melkkwaliteit in kaart te brengen en de uiergezondheid te managen. Het gemiddeld celgetal is 87.000 per ml. Droogzetten gebeurt in stappen: van één keer per dag melken in de eerste week, naar één keer per twee dagen melken in de tweede week en vervolgens nog eens één keer melken per drie dagen. ‘Daar- naast gebruik ik antibiotica en een teat- sealer voor droge koeien’, zegt Flynn. ‘Ik wil een laag celgetal houden.’ De stamboekregistratie zorgde er vol- gens hem voor dat de kwaliteit van zijn veestapel kon stijgen. ‘Als je niet weet


Stiermoeder Coolmohan Rebecca Image 1 (92 punten) produceerde in zeven lactaties meer dan 7000 kg melk met 4,63% vet en 4,05% eiwit in gemiddeld 300 dagen


waar de koeien vandaan komen, wat hun moeders en grootmoeders presteer- den, weet je ook niet hoe je naar de toe- komst toe kunt sturen’, zegt hij en hij wijst op een paar lactaties van zijn die- ren. ‘De gegevens van de stieren zeggen me ook niet zoveel. Ik kijk liever naar de moederdieren. Uit mijn eigen veestapel, maar ook naar de moederdieren van de stieren in de ki-catalogus.’


Vrouwelijke bloedlijnen Bij de keuze voor stieren let Flynn vooral op de kwaliteit van de bloedlijnen van de vrouwelijke dieren. ‘Als daar veel melk achter zit en hoge gehalten, tot diep in de pedigree, dan kan het niet anders of de dochters van die stieren willen ook veel melk geven. Die stieren passen bij mijn fokdoel.’ Op dit moment gebruikt hij de stieren Holwerdo Torello (12% hf, 82% british friesian), De Vennen Egbert (100% Fries Hollands), gefokt door Siem van der Vis uit het Groningse Dorkwerd, Burfen Nautical (12% hf, 82% british friesian), Lakemead Sunburst (100% british friesi-


an) en Lakemead Alfonso (100% british friesian). Eiwitvererving en exclusiviteit in de bloedlijn zijn belangrijke redenen om een stier in te zetten. Volgens Flynn kunnen de british friesi- an, of meer algemeen ‘Friese’ runderen, de omstandigheden waaronder ze melk moeten geven goed aan. ‘Ze zijn sterk en iets groter dan de Fries-Hollandse dieren die jullie in Nederland kennen. De kwali- teit van de melk is een belangrijk plus- punt om met dit ras door te willen gaan. De gehalten leveren mij geld op.’ Overigens waren de eerste stieren die hij voor ki gebruikte een gelukstreffer. ‘Voor mijn verjaardag wilde ik toen ik net was gestart met boeren graag een stikstofvat,’ lacht hij. ‘We vonden er een die we gevuld met rietjes konden kopen. Er zaten rietjes in van stieren met prach- tige oude bloedlijnen – welke stieren het waren weet ik nu niet precies meer. Maar dat was het begin van mijn investe- ring in een nog preciezere aanpak van mijn fokkerij die me veel plezier en suc- ces heeft gebracht.’ l


Het jongvee gaat na drie maanden naar buiten om te leren grazen. Dit houdt ook de opfokkosten laag


48


VEETEEL T AUGUSTUS 1 2016


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56