ECONOMIE


Starre grondmarkt en rigide zuivelsector blokkeren uitbreiding in Frankrij k Franse melkvloed blij ft uit


Frankrij k is na Duitsland de grootste melkproducent van Europa. Met een productie van 25,7 miljard kilo melk produceert het land 16 procent van de melk in de Europese Unie. Z o’n zuivelreus zou met het wegvallen van de quotering de melkproductie fl ink kun- nen opschroeven. Maar voorlopig zal het zover niet te komen. tekst Tij men van Zessen


H


et EK voetbal, de Tour de France en het EK voor koeien in Colmar.


Frankrij k staat deze zomer bol van de grote evenementen. In de laatste week van ju ni was Frankrij k ook gastland


voor het congres van de European Dairy Farmers (EDF). Ruim driehonderd melk- veehouders uit heel Europa kwamen in La Baule bij een om te netwerken en hun cij fers te vergelij ken.


Frankrij k is na Duitsland de grootste melkproducent van Europa. Met een productie van 25,7 miljard kilo melk produceert het land 16 procent van de melk in de Europese Unie. De landbouw heeft er traditiegetrouw een stevige stem in de politieke besluitvorming en de grond is goedkoop (zie kaart 1). Kort- om: met het wegvallen van de melkquo- tering lij kt de weg vrij voor een forse uitbreiding van de Franse melkplas.


Quotering herleeft Maar niets is minder waar. De Franse zuivelsector heeft het melkquotum zelfs nieuw leven ingeblazen. Onbegrij pelij k, zo concludeerden veel aanwezige leden van EDF. Veel zuivelondernemingen na-


Fransen kiezen voor differentiatie van melkgeld


Een groot aantal Franse zuivelcoöpera- ties besloot na de afschaffi ng van het melkquotum de melkprij s te differenti- eren. Zuivelonderneming Sodiaal intro- duceerde een melkprij ssystematiek met een a- en een b-prij s. Als uitgangspunt neemt Sodiaal het melkquotum dat in het laatste quotumjaar geregistreerd stond bij haar leden. Die ontvangen voor negentig procent van hun toenma- lige quotum een a-prij s, de overige tien procent neemt Sodiaal af voor een b-


20 VEETEEL T JANUARI 1/2 2009 VEETEEL T AUGUSTUS 1 2016


prij s. In de eerste helft van dit jaar ligt de a-prij s op 26 euro per honderd kilo melk en de b-prij s op 18 euro per hon- derd kilo melk. In 2015 was dit respec- tievelij k 36 euro en 40 euro. De b-prij s is dus niet per defi nitie lager dan de a- prij s. Dit is afhankelij k van de situatie op de zuivelmarkt. Wie meer wil melken, krij gt voor de ex- tra melk de b-prij s. Sommige zuivelon- dernemingen laten de hoeveelheid b- melk vrij , andere stellen een maximum


van dertig procent, en weer andere heb- ben nog een staffel met een c-prij s. Bij - na elke fabriek heeft eigen regels voor wat betreft het uitbreiden van de melk- leveranties.


Particuliere zuivelfabrieken werken vaak met contracten. Lactalis hanteert bij voorbeeld één melkprij s en heft een superheffi ng als een veehouder meer produceert dan het contract. In zekere zin is de regulatie van de overheid over- genomen door de zuivelsector.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56