ECONOMIE Comté goed voor melkprij s boven de veertig cent per liter
Tegen de Zwitserse grens ligt de regio Comté. Het bergachtige gebied is de ba- kermat voor de gelij knamige comté- kaas. Comté is een kaas met een be- schermde oorsprongsbenaming (BOB); de melkveehouders die produceren voor het exclusieve product, bevinden zich in een straal van 25 kilometer van elkaar. Dankzij de toegevoegde waarde van de kaas ontvangen de melkveehou- ders een melkprij s van circa 44 euro per honderd kilo melk.
Comtékaas staat bekend om de speci- fi eke smaak, die volgens zij n bereiders een direct gevolg is van strenge rand- voorwaarden. Zo mogen de boeren al- leen montbéliardekoeien melken en bestaat het ruwvoer uitsluitend uit hooi. De bedrij ven zij n extensief, 4600 liter per hectare is het maximum. Melkrobots zij n taboe en de melk moet binnen 24 uur na melken zij n verwerkt tot kaas. Jaarlij ks gaat er maximaal 650.000 ton comté over de toonbank.
De markt is sterk gereguleerd, zodat de kaas exclusief en lucratief blij ft.
men het oorspronkelij ke quotum als re- ferentie voor een te betalen a-prij s, ter- wij l extra liters worden uitbetaald als een b-prij s (zie kader pagina 20). Som- mige ondernemingen hanteren zelfs een c-prij s, die volledig wordt afgeleid van de wereldmarkt. Benoit Rouyer, directeur bij CNIEL, de Franse evenknie van ZuivelNL, vertelde in La Baule dat het melkquotum is ge- bonden aan regio’s. Om ontvolking van het platteland tegen te gaan hechten de Fransen aan spreiding van de zuivelpro- ductie (zie kaart 2). Rouyer: ‘De diversi- teit aan melkveebedrij ven is groot in Frankrij k, in het zuiden is er veel specia- lisatie, in het noorden liggen veel ge- mengde bedrij ven. En een zesde deel van
Frankrij k telt 246 kaasvariëteiten
de zuivelproductie komt in Frankrij k uit bergachtig gebied.’
Die diversiteit is een kracht en een zwak- te tegelij k. De productiviteit is lastig te verhogen door de versnippering en kleinschaligheid van melkveebedrij ven. Ook de zuivelindustrie is sterk versnip- perd (zie kaart 3). Rouyer concludeerde echter dat dit ook bij draagt aan een gro- te diversiteit in het portfolio van de Franse zuivelproductie. Zo telt het land 246 kaasvariëteiten en is bij na tien pro- cent van de zuivel bestemd voor lokale producten met een beschermde status. Deze beschermde oorsprongsbenaming (BOB) zorgt voor extra toegevoegde waar- de, met als sprekend voorbeeld de com- tékaas (zie kader).
Marge vastleggen De Franse zuivelsector is sowieso sterk gericht op de (forse) interne markt. Het betekent dat de effecten van de interna- tionale grillige zuivelhandel minder diep doordringen tot Frankrij k. Damion Lacombe, voorzitter van de Franse zui- velcoöperatie Sodiaal, ziet de toegeno- men volatiliteit in zuivelprij zen niette- min als de grootste uitdaging voor de sector. Sodiaal besloot de melkprij s te ondersteunen door een viertal maatrege- len. Naast het differentiëren van de melkprij s in a- en b-prij zen kunnen leve- ranciers contracten afsluiten tegen vaste prij zen. ‘We werken voor de langere ter- mij n aan contracten waarin we ook een marge kunnen vastleggen of verzeke- ren’, stelde Lacombe. Het systeem van a- en b-prij zen en de herintrede van het quotum kwam op een deel van de EDF-leden over als een merkwaardig besluit. Lacombe kreeg het verwij t te wachten op een afzetmarkt. ‘Elke liter melk heeft een plek nodig in de markt. Die plek moet er eerst zij n voordat we onze leden toestaan meer te melken. Alle leden zullen zich in die
22 VEETEEL T JANUARI 1/2 2009 VEETEEL T AUGUSTUS 1 2016
strategie moeten schikken’, stelde La- combe. Hij wees erop dat dit een van de oorzaken was dat de melkproductie in Frankrij k in 2015 slechts beperkt steeg.
Zesduizend euro per hectare Wie de cij fers van de Franse melkvee- houders vergelij kt met het Europees ge- middelde, zal merken dat de kosten voor grond in Frankrij k aanmerkelij k lager zij n (zie kader pagina 21). Zeker in verge- lij king met Nederland en Vlaanderen is het contrast enorm. De gemiddelde grondprij s staat in Frankrij k op zesdui- zend euro per hectare, pachten kan voor een doorsneebedrag van 143 euro per hectare. Toch profi teert de Franse melkveehou- der er weinig van, want grond kopen is in Frankrij k uitermate ingewikkeld. Elke transactie moet worden goedge- keurd door een regionaal comité. De zo- geheten Safer werkt als tussenpersoon en is vij ftig jaar geleden opgericht om de agrarische belangen te behartigen. Het moest speculatie door grootgrondbezit- ters beperken en kleine en startende boeren de kans geven een bedrij f te be- ginnen. In de publieke opinie overheerst het idee dat dit systeem de leefbaarheid op het Franse platteland bevordert. Ont- volking is een groot probleem in som- mige streken van Frankrij k. Maar de middelgrote melkveebedrij ven zij n er nu de dupe van. Transacties komen alleen tot stand als het comité ermee instemt. Terug naar de beginvraag. Hoe groot is de kans dat Frankrij k grote stappen zet als zuivelproducerend (en -exporterend) land? Het EDF-congres in La Baule maak- te het de goede verstaander wel duide- lij k: die kans is klein. De Franse zuivel- industrie richt zich merendeels op de in- terne markt en is relatief conservatief in haar marketing. De grondprij zen zij n laag, maar de mobiliteit van grond is ver te zoeken. l
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56