HOOFDAR TIKEL
op een rij zet, constateer ik bij na altij d dat droge koeien te veel voer vreten. Gemid- deld lag de vem-dekking bij de droge koei- en in de periode van 2005 tot 2015 op 124 procent. De melkgevende dieren hebben een vem-dekkingsgraad van 103 procent.’ De hoge vem-dekkingsgraad bij droge koeien heeft Šebek altij d opmerkelij k ge- vonden. ‘Veehouders gaven mij altij d aan dat de voeding van de droge koeien volop aandacht heeft, maar dat droge koeien kennelij k standaard meer voer nodig heb- ben dan ze op papier gevoerd zouden moeten krij gen.’
Een hogere vem-dekkinggraad heeft ge- volgen voor de KringloopWij zer, omdat er dan meer voer nodig is en er meer mest geproduceerd wordt. De Kringloop- Wij zer rekent standaard met een vem- dekkingsgraad van 102 procent voor de hele veestapel volgens Šebek. ‘Als je de hogere vem-dekking die Wou- ter Spek voorstelt voor de droge koeien op bedrij fsniveau doorrekent, dan neemt de totaal opgevreten hoeveelheid voer toe met 1 procent. Voer je de rekensom uit op basis van de cij fers van de Koeien en Kansen-deelnemers, dan stij gt de to- tale voeropname met 1,5 procent’, nuan- ceert Šebek de gevolgen. ‘Het effect van de voeropname van de droge koeien op het totale bedrij fsniveau is beperkt. Maar als je in de toekomst afgerekend wordt op de KringloopWij zer, dan telt straks wellicht elke procent.’
Effi ciënter omgaan met voer Samen met Šebek dook Spek dieper in de cij fers. ‘Koeien zij n de afgelopen jaren gericht gefokt om meer melk te produ- ceren, maar ook om effi ciënter melk te produceren. Koeien maken van dezelfde hoeveelheid voer meer melk’, denkt Spek. ‘Daar komt nog bij dat ook de ruw- voerkwaliteit door veredeling is verbe- terd. Naast het aanpassen van de ener- giebehoeftenormen is het ook gewenst om de vem-waardering van ruwvoeders opnieuw onder de loep te nemen.’ Šebek geeft aan dat het maag-darmstel- sel van een droge koe minder actief is dan van lacterende koe. ‘Door de lagere activiteit – er hoeft immers geen melk geproduceerd te worden – wordt ook de omvang kleiner en daarmee daalt de onderhoudsbehoefte. Droge- en laagpro- ductieve koeien krij gen een rantsoen
Tabel 2 – Onderhoudsbehoefte voor energie in kg droge stof bij verschillende melkproducties melkproductie (kg/dag)
0
ds-opname bij huidige rekenregels (kg/dag) ds-opname bij nieuwe aannames (kg/dag) toename ds-opname (kg/dag)
12
6,2 8,1 1,9
VEETEEL T AUGUSTUS 1 2016 10
11,2 12,7 1,5
20
16,1 17,2 1,1
30
20,9 21,6 0,7
40
25,7 25,8 0,1
50
30,3 30,0 -0,3
met een lagere energiedichtheid. Ook daarmee moet je rekening houden.’ Aan de hand van literatuuronderzoek maakte Spek een berekening over de ge- volgen van het verhogen van de onder- houdsbehoefte voor energie. Hij liet de metaboliseerbare energie met 30 pro- cent stij gen van 0,488 naar 0,634 MJ per kg metabool lichaamsgewicht en hield ook rekening met een verbeterde voeref- fi ciëntie. De resultaten in tabel 2 laten zien dat een niet-lacterende koe 1,9 kg droge stof meer nodig heeft dan volgens de huidige normen. ‘Vanwege de verbe- terde voereffi ciëntie, waarmee energie wordt omgezet in melk, is er minder voer nodig om een kilogram melk te pro- duceren. Dit compenseert op een gege- ven moment de extra voerbehoefte voor onderhoud naarmate
de productie
stij gt’, legt Spek uit. Šebek vult hem aan: ‘Je ziet dat de huidige normering voor energiebehoefte voor koeien tussen de 30 en 40 kg melk ongeveer overeenkomt met de nieuwe berekeningen. Maar ligt de melkgift lager, dan wordt de behoefte groter dan we nu aanhouden.’
Gevolgen voor KringloopWij zer Volgens Šebek bieden de ‘verkenningen’ van Spek aanknopingspunten om goed te kij ken naar de huidige normering. ‘Er zij n genoeg signalen uit de praktij k die deze eerste conclusies bevestigen.’ On- derschatting van de onderhoudsbehoef- te betekent volgens Šebek ook dat de met de KringloopWij zer berekende ruw- voerproductie verandert. ‘Bij zelfgeteeld ruwvoer zorgt een hogere ruwvoerpro- ductie voor een hogere stikstof- en fos- faatonttrekking door het gewas. Wan- neer veehouders straks mogen bemesten op basis van onttrekking van stikstof en fosfaat aan de bodem, en zo via Kring- loopWij zer beloond of afgerekend wor- den, dan is een verfij ning van het vem- model wellicht nodig.’ l
Conclusies
– De huidige energienormen voor onderhoud zij n gebaseerd op het type koe van 50 jaar terug.
– Met het stij gen van de melkgift is ook de omvang van het maag- darmstel toegenomen.
– Het is aannemelij k dat de on- derhoudsbehoefte van een niet- lacterende koe 30 procent ho- ger ligt dan huidige norm.
– Een hogere onderhoudsbehoef- te heeft gevolgen voor de Kring- loopWij zer.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56