This page contains a Flash digital edition of a book.
SHELL VENSTER MEI


n


JUNI 2013 15


Ingevolge de bevelen van Zijne Majesteit den Koning heb ik de eer ter kennis van Uw Hoog Edel Gestrenge te brengen, dat Zijne Majesteit heeft goedgevonden gunstig te beschikken op Uw verzoek van 4 april l.l., en Uw Hoog Edel Gestrenge mitsdien vergunt, de Maatschappij bedoeld in Uw request den naam te doen voeren van “Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot exploitatie van Petroleum bronnen in Nederlandsch-Indië”, onder voorwaarde evenwel, dat hierin, ook voor de toekomst, slechts zal worden gezien een bewijs van Zijner Majesteits zedelijken steun. U Hoog Edel Gestrenge gelieve de verzekering te aanvaarden mijner gevoelens van bizondere hoogachting. de Adjudant – Particulier secretaris des Konings


Brief van kapitein S.M.S. de Ranitz, de particulier secretaris van koning Willem III, waarin het predikaat Koninklijke wordt verleend. Door een nooit verklaarde verschrijving van de secretaris voegde hij het woord Nederlandsche toe aan de naam van de onderneming en maakte de toch al lange naam tot verbazing van de directie nóg langer: Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Nederlandsch-Indië.


ENGELSE PLC ÉN ROYAL DUTCH? Dat ‘De Koninklijke’ de loffelijke bijvoeging toebedeeld kreeg, is bijzonder. Over het algemeen komen alleen bedrijven in aanmerking die ‘langdurig bestaan en bewezen solide zijn’. De maatschappij moest echter nog worden opgericht toen Willem III het predikaat Koninklijk al verleende. De nieuwe petroleummaatschappij kreeg 18 april 1890 de goedkeuring en werd 16 juni pas notarieel opgericht. Willem III had overigens géén aandelen in de onderneming; de ondersteuning was slechts van ‘zedelijke’ aard. Tijdens de tweede wereldoorlog mocht Koninklijke/Shell de eretitel in Nederland niet gebruiken. De zetel was echter verplaatst naar de Antillen, waar dit probleem niet speelde. In het Haagse kantoor zetelde in die tijd een Duitse bewindvoerder. Het werk ging gewoon door. In 2005 werd de voorheen duale Koninklijke/Shell-groep samengevoegd tot één onderneming: Royal Dutch Shell plc. Bij die ‘unificatie’ bleek dat op de brief uit 1890 over de toekenning nimmer een oorkonde was gevolgd. Bij bestendiging van het predikaat – voor vijf jaar in plaats van 25; kennelijk moest de ‘nieuwe onderneming’ zich eerst weer opnieuw bewijzen – kreeg Royal Dutch die oorkonde alsnog. De kroon verstrekt die maar één keer en wie hem kwijt raakt heeft pech. Dat een plc de Nederlandse betiteling mag voeren is te verklaren uit drie feiten. Het is een voortzetting van een Nederlandse N.V. die het predikaat al bezat, de aandeelhouders gingen over naar die nieuwe onderneming en de activiteiten werden vanuit Nederland voortgezet. Inmiddels is opnieuw bestendiging verkregen – op 28 maart 2011. Nu geldt de toekenning weer voor 25 jaar.


GOED OP KOERS Beschikken over het vorstelijke keurmerk Koninklijk is niet alleen gunstig voor de algemene reputatie van een bedrijf, het blijkt ook gunstig voor beleggers. De meeste beursgenoteerde ‘Koninklijke’ ondernemingen hebben het de afgelopen jaren onlangs de crisis namelijk uitstekend gedaan. De AEX-index daalde sinds 2007 met 30 procent. Vier van de vijftien Koninklijken slaagden er echter in koerswinst te behalen in deze lastige periode: Ahold, Imtech, DSM en Vopak. De koers van laatstgenoemde is zelfs meer dan verdubbeld. De koersen van Philips, Boskalis Westminster, Brill, Royal Dutch Shell en Ten Cate staan weliswaar nu lager dan eind 2007, maar deze bedrijven wisten met hun activiteiten toch het AEX-gemiddelde te overtreffen. Slechts een derde van het aantal Koninklijken presteerden minder dan de AEX-index: PostNL, BAM, KPN, Air France-KLM en Porceleyne Fles.


NIET VRIJBLIJVEND Het verwerven van de loffelijke toevoeging Koninklijk brengt niet alleen rechten met zich mee maar ook verplichtingen. In de “Bepalingen betreffende het Predicaat Koninklijk” zijn deze vastgelegd en het bedrijf of de vereniging verbindt zich hieraan door ondertekening. Een recht is bijvoorbeeld om de Koninklijke kroon te voeren. Een belangrijke verplichting is dat de predikaatgerechtigde alles na zal laten wat zijn reputatie zal schaden. Een organisatie die zich niet houdt aan de Bepalingen kan de eretitel worden ontnomen.


INLEVEREN! In principe kan een organisatie de betiteling aanvragen als zij minimaal honderd jaar bestaat. Een bedrijf of organisatie krijgt de erenaam Koninklijk echter niet voor de eeuwigheid. Tot aan de regering van Beatrix waren er weinig formaliteiten, maar zij heeft strenge regels en procedures laten opstellen. Zo kan het predikaat tussentijds worden ontnomen, al komt dat nauwelijks voor. Koninklijke Ahold liep dat risico nadat in 2003 een boekhoudschandaal aan het licht kwam. In 2006 besliste Beatrix echter dat Ahold het predikaat Koninklijk mag behouden. Vendex KBB verloor in 2006 echter wel het predikaat, vanwege de overname door een investeerderconsortium. Op internet (petities.nl) loopt zelfs een publieksactie om PostNL het keurmerk te laten ontnemen. n


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32