beschermt tegen een brede reeks H5-virusvari- anten, maar is niet geschikt voor massa-appli- catie’, meldt Peeters.
Poedervorm Een andere manier die massa-applicatie wel mogelijk maakt is een AI-vaccin gebaseerd op geïnactiveerd virus. Dat is in poedervorm via de lucht te verspreiden. “Enkele jaren geleden hebben we daar al onderzoek naar gedaan met pluimvee in kleine hokjes. Meer onder- zoek is nodig om erachter te komen of dit ook toepasbaar is in een stal met duizenden die- ren. Het voormalige Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) heeft ooit een onderzoeksvoorstel in die richting overwogen, maar verder is het niet gekomen.” Gevaccineerde dieren moeten te onderschei- den zijn van dieren, die zijn besmet met een veldvirus. Dit zogenoemde DIVA-principe (Dif- ferentiating Infected from Vaccinated Animals) is voor Beerens en Peeters geen punt van dis- cussie. Beerens: “En dat hoeft bij de ontwikke- ling van AI-vaccins ook geen breekpunt te zijn. Zowel van het H-segment als van het N-seg- ment van het AI-virus kun je variaties in je vac- cin bouwen, zodat je onderscheid kunt maken
tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde dieren.”
Evolutie AI-virus Actueel onderzoek van Wageningen Bioveteri- nary Research richt zich onder meer op de evo- lutie van het AI-virus. “We proberen te weten te komen hoe het virus evolueert. En we ho- pen aanknopingspunten te vinden om te kun- nen voorspellen of een AI-virus ook voor de mens gevaarlijk kan worden”, aldus Peeters. Beerens vertelt dat het risico voor de mens so- wieso een belangrijk aandachtspunt is bij alles wat er bij Wageningen Bioveterinary gebeurt op het gebied van vogelgriep. “We controleren bijvoorbeeld iedere keer als er sprake is van een nieuwe virusvariant of die al eens bij de mens gevonden is.” Volgens Beerens is vogelgriep nergens ter we- reld zo goed gecontroleerd als in Nederland. Dat komt onder meer door uitgebreide moni- toring en een goed earlywarning-systeem. “Ook zijn we heel snel als het gaat om diag- nostiek. Wat dat betreft is er op alle fronten veel vooruitgang geboekt sinds de grote uit- braak van vogelgriep in 2003. De kans op ver- spreiding van het AI-virus van het ene naar het
Peeters (l) en Beerens van Wageningen Bio- veterinary Research zien regelgeving en kos- ten als sta-in-de-weg voor vogelgriep vacci- natie.
andere pluimveebedrijf is ook flink afgenomen door een verbetering van de contactstructuur en veel betere bedrijfshygiëne. Ondanks het feit dat er momenteel sprake is van een constante AI-dreiging, omdat wilde vogels de laatste jaren regelmatig hoogpatho- gene virusvarianten bij zich blijken te dragen, kunnen we met surveillance en vroege detec- tie het risico beheersbaar houden.” Volgens viroloog Beerens zijn er nog wel een paar zwakke plekken. “Onder meer het grotere besmettingsgevaar bij pluimveebedrijven met uitloopkippen.” Ook de locatie waar in Neder- land een pluimveebedrijf zich bevindt, heeft veel invloed op de kans om een besmetting met het AI-virus binnen het bedrijf te krijgen. “In waterrijke gebieden is het risico veel groter. Daar zou je eigenlijk niet gevestigd moeten zijn met een pluimveebedrijf. De Gelderse Val- lei waar veel pluimveebedrijven zich bevinden, is gelukkig niet waterrijk en uit oogpunt van AI-risico heel geschikt voor vestiging van pluimveebedrijven.”
▶PLUIMVEEHOUDERIJ | 18 april 2019 53
FOTO: BERRIE KLEIN SWORMINK
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68