AI-verschijnselen hebben vaak een andere oorzaak
Pluimveehouders moeten hun dierenarts inschakelen bij verschijnselen die op een AI- besmetting kunnen duiden. Bijna altijd is het – gelukkig – geen AI, maar een andere oorzaak. ‘Meldingsangst’ is niet nodig.
DOOR HANS BIJLEVELD A
ls op een pluimveebedrijf een AI-besmetting wordt vastgesteld, komt er een heel ‘circus’ op gang. Daar zit niemand op te wachten. In
het verleden was wel sprake van ‘angst voor de witte pakken’, doelend op de ruimingsploeg die na een AI-besmetting in actie komt. Wat leidde tot een zekere schroom om de dieren- arts te melden dat er iets mis was met de uit- val, de voer- of drinkwateropname of het ge- drag van dieren. “Ik denk dat die angst minder groot is dan enkele jaren geleden”, zegt pluim- veedierenarts Rik van den Bos van Pluimvee- praktijk de Achterhoek in Ruurlo (Gld.). “Zeker bij verhoogde uitval, meer dan een 0,5% op 2 opeenvolgende dagen, zijn er maar weinig pluimveehouders die niet hun dierenarts bel- len. Ook bij klinische verschijnselen, zoals luchtwegontsteking, oogontsteking of snotte- ren, bellen de meeste pluimveehouders direct hun dierenarts.” Als de voer- of wateropname wat achterblijft, willen pluimveehouders het eerst nog wel even aanzien. Terwijl ze als die opname op 2 opeenvolgende dagen 5% of meer lager is, of de productie 5% lager, ze dat wel moeten melden. “Dat ze dat soms niet di-
Bij een AI-besmetting krijgt een pluimveebedrijf een ruimingsploeg over de vloer en bepalen instanties wat er op het bedrijf moet gebeuren.
rect doen, is niet zozeer uit angst, maar meer uit onwetendheid”, vermoedt Van den Bos. “Bij- voorbeeld omdat ze denken dat er een IB’tje door het koppel gaat.” Wanneer Van den Bos een telefoontje van een pluimveehouder krijgt met een dergelijke mel- ding, gaat hij er direct naar toe. Hij neemt dan early warning swabs en stuurt die op naar Wa- geningen Bioveterinairy Research. “Dat is gra- tis. En binnen 24 tot 48 uur is bekend of het AI is of niet.” Als Van den Bos bij het bezoek van het bedrijf AI vermoedt, neemt hij contact op met de meldlijn van de NVWA. “We overleggen dan wat we gaan doen. De NVWA kan het bedrijf op slot gooien, maar dat gebeurt zelden. Meestal wordt de uitslag van de swabs afgewacht.” Welke actie wordt ondernomen hangt wel af van de ziektedruk op dat moment. En of er al een AI-besmetting is in Nederland. “We heb- ben nu in Nederland een IB-virus dat plotselin-
ge productiedaling geeft. Als ik dan een tele- foontje van een pluimveehouder krijg, dan ga ik met een ander verwachtingspatroon naar dat bedrijf dan dat ik aan AI denk.” Ter geruststelling kan Van den Bos uit eigen er- varing vertellen dat de signalen die kunnen dui- den op een AI-besmetting in de meeste geval- len een andere oorzaak hebben. Zo weet hij dat in maart in heel het land zes early warning-mel- dingen zijn gedaan. “Allemaal loos alarm.” Vaak zijn het volgens hem IB-gerelateerde oorzaken. “Sinds eind vorig jaar zien we op de Veluwe kip- pen met bloederige luchtpijpen. Dat lijkt meer op AI, maar het blijkt steeds ILT te zijn.” Van den Bos benadrukt het belang voor pluim- veehouders om bij AI-signalen direct hun die- renarts te bellen. “Als ze afwijkingen snel mel- den, kunnen we sneller een diagnose stellen, sneller schakelen en de boel proberen recht te trekken. En daarmee de economische gevol- gen beperken.”
▶PLUIMVEEHOUDERIJ | 18 april 2019 41
FOTO: ANP
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68