search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
PAASNUMMER VOGELGRIEP DE BAAS ▶▶▶ Omgaan met vogelgriep in de praktijk


In een roadmap-document kan veel aan het papier worden toevertrouwd, maar ondanks alle maatregelen blijft vogelgriep een weer- barstig virus. Dat weten de getroffen pluim- veehouders van de afgelopen jaren als geen ander. Allen hadden de kippen binnen voor- dat de besmetting toesloeg, allen hadden zo hun extra hygiënemaatregelen genomen en toch werd hun bedrijf getroffen. Pluimvee- houderij sprak een aantal getroffenen en te- kende de belangrijkste ervaringen en leer- punten op. Vogelgriep is geen subklinisch verschijnsel, al bij de eerste stappen in de stal weet je als pluimveehouder dat het mis is, de kippen zijn zichtbaar ziek, stil en er zijn er honder- den dood. Daarna is het zaak om zo snel mo- gelijk door te pakken, om verspreiding naar buren te voorkomen, maar ook om voor de volledige schadevergoeding in aanmerking te komen. Afwachten kan de helft van de dierwaarde kosten, dus meteen de eigen die- renarts bellen en hem/haar de NVWA laten bellen. Zodra AI op het pluimveebedrijf geconsta- teerd wordt, wordt een heel circus in werking gezet. De NVWA en de GD komen, het pluim- vee wordt nogmaals bekeken, evenals het ziektebeeld. Er worden swaps genomen die met een spoedkoerier naar het CVI (Centraal Veterinair Instituut) in Lelystad worden ge- stuurd. Vervolgens komt de taxateur voor het vaststellen van de waarde van de dieren. Die werken aan de hand van een waardetabel, navenant de leeftijd van de dieren staat daar een financiële schadevergoeding tegenover. Toch vraagt dit moment om scherpte bij de


baas te worden: “Natuurlijk zijn er nuancever- schillen als het gaat om wat men de belang- rijkste actie acht. Maar uiteindelijk wil elke partij zo min mogelijk besmettingen, de kracht van de Roadmap ligt in de optelsom van acties en maatregelen.”


Hoge kosten actiepunten Aan de uitvoering van alle actiepunten hangt een prijskaartje. Het uitvoeren van alle korte- termijn-aanbevelingen kost € 160.000, het uit-


12


pluimveehouder. Soms wordt niets vergoed voor dode dieren en slechts de helft voor zieke dieren. Die regel geldt alleen als men te lang wacht met melden. Ook is het goed om aan te geven welke andere kosten er zijn gemaakt, bijvoorbeeld entingen. Die kunnen ook wor- den vergoed.


Zelf in actie Bij een vogelgriepuitbraak worden pluimvee- houder en gezin volledig geleefd. Echter, men- sen denken vaak dat de NVWA het bedrijf overneemt en er niets meer zelf te bepalen is, maar dat is niet zo. Alles gaat in overleg. Be- trokkenen raden aan om ook zelf meteen in actie te komen. De eerste telefoontjes na het bellen van de eigen dierenarts moeten naar de voerleverancier, broederij, slachterij en/of eierhandelaar zijn. Je wil onder geen beding transport van en naar het bedrijf. Daarna volgt het informeren van de buren, stel ze op de hoogte, zelfs als er nog enige twijfel is over het exacte ziektebeeld. Dat is je collegiale plicht. En het is zaak om je als pluimveehouder voor te bereiden op de directe gevolgen van de uitbraak. Vergassen en ruimen, dat verloopt zeer goed georganiseerd. De NVWA zet de douche-units neer, bewaakt de toegang tot het bedrijf en zet netjes een vuile en schone route uit van en naar de stallen met tevens een reinigings- en ontsmettingsstraat. Bezoek wordt vanzelfspre- kend op een afstand gehouden, maar de vra- gen van buiten komen toch. Het duurt vaak niet lang voordat de pers lucht krijgt van de uitbraak en aan de telefoon hangt. Een goede taakverdeling binnen het gezin is cruciaal bij


voeren van alle langetermijn-aanbevelingen € 520.000. Het is de bedoeling jaarlijks te kij- ken welke aanbevelingen uitgevoerd zullen worden, afhankelijk van de beschikbare (finan- ciële) middelen. Zoals de minister al aangaf, zullen de partijen samen prioriteiten kiezen. Het voorkomen en bestrijden van vogelgriep heeft geen eindda- tum.


Alex Spieker namens Avined: “Het maken van een plan van aanpak voor vaccineren kan bij-


▶PLUIMVEEHOUDERIJ | 18 april 2019


het doorstaan van de hectische dagen na de uitbraak.


Traceringsonderzoek Nagenoeg tegelijk met het ruimen van de dieren start de NVWA een traceringsonder- zoek. Daarbij worden insleeproutes en ver- spreidingsmogelijkheden tegen het licht ge- houden, alsook de bedrijfshygiëne. Voor de getroffen pluimveehouder kan dat confron- terend zijn, maar er is ook veel uit te leren voor de sector. Zo’n interview naar de moge- lijke oorzaak van de besmetting wordt uitge- voerd door een traceringsonderzoeker van de NVWA. De vragen zijn gedetailleerd, wie is er in de stal geweest (logboek), hoe wordt er geventileerd, hoe wordt het ongedierte aan- gepakt, is er mest uitgereden, zijn er huisdie- ren die in de stal komen? Hoewel er vaak geen eenduidige besmettingsbron kan wor- den aangetoond, zet het wel aan tot naden- ken en verbeterpunten. Voor de getroffen pluimveehouder én voor collega’s. Op meer- dere getroffen bedrijven was sprake van bag- gerwerkzaamheden van sloten of baggerop- slag in de nabijheid van de stal rond de terug te rekenen besmettingsdatum. Verder is het afspoelen van vogelpoep van het dak een ri- sico gebleken. Lekkende goten en slechte af- watering kunnen leiden tot het lekken van uitwerpselen achter de sandwichpanelen tot op het inlaatventiel. Reparatie en zetwerk op de winddrukkappen, kan dit risico verklei- nen. En dat geldt eveneens voor alle hygië- nemaatregelen: vogelgriep is nooit uit te sluiten, het risico op besmetting kan wel worden verkleind.


voorbeeld wel in 1 jaar, maar het uitvoeren daarvan kan wel 10 jaar duren.” Een lange adem is nodig, vindt ook Jan Workamp: “Van de 28 aanbevelingen zijn er 15 te bestempelen als kortetermijnacties, die direct een bijdrage kunnen leveren aan het verkleinen van het risi- co op een uitbraak. De andere oplossingsrich- tingen vragen om meer kennis en soms ook een internationale setting, waarbij de maatre- gel ook gedragen wordt door de Europese re- gelgeving of buitenlandse afzetmarkt.”


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68