search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
980 | WEEK 02-03 12 JANUARI 2022


Ontgassen mogelijk gemaakt aan Amsterdamse havenwal


SCHEEPVAARTKRANT 30 JAAR GELEDEN


9


Het gaat vooralsnog om een mobiele ontvangstinstallatie.


AMSTERDAM Varend ontgassen is sinds 2017 in de provincie Noord-Holland verboden, maar beleid ontbrak nog voor het stilliggend en ge- controleerd ontgassen van binnenvaarttank- schepen. Tot eind december. Het is per direct mogelijk om restdampen in de Amsterdamse haven aan wal te verwerken.


De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) heeſt, in overleg met Port of Amsterdam, beleid gemaakt als alternatief voor het varend ontgassen. Dit beleid is met in- gang van 2022 van kracht geworden. Tot nu toe was er in het hele land alleen in de haven van Moerdijk een vaste ontvangstinstallatie voor gif- tige restdampen aanwezig.


Bij het gecontroleerd, stilliggend ontgassen wor- den de restgassen uit ladingstanks van schepen verwijderd en vervolgens aan de wal verwerkt in een zogenoemde (mobiele) ontgassingsinstal- latie. Dit heeſt circa 95 procent minder uitstoot van schadelijke stoffen ten opzichte van varend ontgassen tot gevolg. Ook het risico op geur- overlast wordt kleiner. Verschillende bedrijven hebben de afgelo- pen jaren op de Groene Kade getest met deze


dampverwerkingsinstallaties. Door het ont- breken van beleid was het onduidelijk hoe met deze restdampen om te gaan. Daar waren bij de betrokken partijen zoals het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de OD NZKG, de provincie Noord-Holland, dampverwerkers en het havenbedrijf verschillende, soms ook tegen- gestelde ideeën over. Moeten retourdampen als afval worden gezien of zijn zij onderdeel van een circulair proces?


Compatibiliteitsvaart Die duidelijkheid is nu gekomen. Hendrik-Jan Oost, projectleider bij Port of Amsterdam, is daar blij mee: “Hoewel er al jaren een verbod op varend ontgassen in onze provincie is voor ben- zeenhoudende ladingen, was er geen echt alter- natief voor handen.” De scheepvaart heeſt in de tussentijd niet stilgezeten.


“De afgelopen jaren heeſt de scheepvaart een aanzienlijke reductie van uitstoot weten te be- reiken door zoveel mogelijk met dezelfde sche- pen vergelijkbare lading te vervoeren, de com- patibiliteitsvaart. Uiteindelijk moet met de realisatie van ontgassingsfaciliteiten een reduc- tie van ten minste 98 procent van de uitstoot


Foto Port of Amsterdam


van schadelijke stoffen te realiseren zijn. Ik ben dan ook heel blij met het resultaat van deze ge- zamenlijke inspanning.”


Ontheffingen Nu de provincie Noord-Holland ontgassen met mobiele ontgassingsinstallaties aan openbare kades mogelijk maakt, heeſt de OD NZKG de mo- gelijkheid om hiervoor ontheffingen te verlenen. Hendrik-Jan: “Door de beleidsregel is voor alle partijen nu duidelijk aan welke voorwaarden een ontheffing voor het ontgassen moet vol- doen. Wij verwachten dat deze beleidsregel gaat helpen om het milieubelastende varend ontgas- sen terug te dringen. Dat vinden we belangrijk, omdat wij elke dag werken aan een schone en veilige haven voor gebruikers en omwonenden.’


Het verbod op varend ontgassen door de pro- vincie Noord-Holland van benzeen en benzeen- houdende ladingen is al in 2017 ingevoerd als maatregel voor een beter milieu en een schone- re binnenvaart. Hiermee liep de provincie voor- uit op een (inter-)nationaal verbod. Wanneer dat (inter-)nationale verbod op varend ontgassen er precies komt is nog niet duidelijk, maar gemikt wordt op medio 2024.


De Europese Commissie mag zich niet van wat men noemt salamitactiek bedienen om uiteindelijk alle toerbeurten uit te schakelen. Zo’n tactiek houdt in dat eerst een toerbeurt op bedrijfsniveau (Noord/ Zuid) wordt afgeschaſt, omdat zoiets niet strookt met de EEG-mededingingsregels, en vervolgens op basis van die beslissing ook het doek valt voor natio- nale wettelijke toerbeurten. Dat is volgens advocaat Onno Brouwer, gespecialiseerd in EU-recht, een onjuiste handelwijze.


20 JAAR GELEDEN


Onderzoek naar uitbreiding walstroom Rotterdam


ROTTERDAM Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam zijn een onderzoek ge- start naar de aanleg van walstroom op vier Rotterdamse terminals: Hutchison Ports ECT Rotterdam (ECT), APMT2, Vopak Botlek en Cruiseport Rotterdam. Doel is om te onder- zoeken hoe walstroom uitgerold kan worden in de Rotterdamse haven, om de CO2-uitstoot en luchtverontreiniging te verminderen.


"We willen in de komende jaren een forse im- puls aan walstroom geven”, zegt Arno Bonte, wethouder Duurzaamheid, Luchtkwaliteit en Energietransitie. “Als straks ook zeeschepen en cruiseschepen aan de stekker gaan wan- neer ze aan de kade liggen, kunnen de vervui- lende dieselgeneratoren uit. Dat levert flin- ke milieuvoordelen op. Het is goed voor de luchtkwaliteit en draagt bovendien bij aan de vermindering van geluidsoverlast voor omwonenden."


Jaarlijks bezoeken bijna 30.000 schepen de Rotterdamse haven. Waar deze nu nog energie opwekken uit vervuilende dieselgeneratoren, levert walstroom groen opgewekte stroom, di- rect vanaf de wal. Hierdoor kunnen schepen hun dieselgeneratoren uitschakelen. Dat be- spaart soms tot wel 25.000 liter diesel per dag per schip, zorgt voor een verbeterde lucht- kwaliteit en een stuk minder lawaai.


Energietransitie Met een gezamenlijke strategie van gemeente en havenbedrijf bereidt de Rotterdamse haven zich voor op de transitie naar een schonere scheepvaart. De ambities zijn groot. Minimaal 90 procent van de offshore, ferry’s, cruise- en roll-on-roll-off-schepen en containerschepen in Rotterdam moet in 2030 gebruikmaken van walstroom. Dit scheelt de uitstoot van onge- veer 200.000 ton CO2 en 2500 ton stikstof. De studie naar invoering van walstroom in de Rotterdamse haven is mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van 1,3 miljoen euro van de Europese Unie.


In de afgelopen tien jaar is er op de meeste kaden al walstroom gerealiseerd voor bin- nenvaartschepen. In de Rotterdamse ha- ven heeſt de terminal van Stena Line in Hoek van Holland walstroom en op de Landtong Rozenburg komen begin volgend jaar de enor- me offshore schepen van Heerema aan de grootste walstroominstallatie van Europa te liggen. Voor de Lloydkade en de Parkkade lig- gen de plannen klaar voor een walstroomaan- sluiting voor kleine zeeschepen.


Aansluitingen “De onderzoeken passen in het beleid van het Havenbedrijf om samen met de bedrijven en de gemeente te werken aan de energie- transitie van de haven”, zegt Allard Castelein,


CEO van het Havenbedrijf. Ze zijn ook belang- rijk omdat walstroom voor zeevaart complex is. “Dat komt onder andere door het forse stroomverbruik en het feit dat veel zeesche- pen nog niet de juiste aansluitingen aan boord hebben om gebruik te maken van walstroom”, vervolgt Castelein. “Voordat reders investe- ren in de nodige aanpassingen, willen ze ze- ker weten dat hun schepen gebruik kunnen maken van walstroom, ook in andere havens. Daarom werkt Havenbedrijf samen met ha- vens als Antwerpen, Bremen, Hamburg en Le Havre aan de ontwikkeling en planning van walstroomfaciliteiten. Dat moet leiden tot een versnelling van de toepassing van walstroom.” De onderzoeken op de vier terminals zijn naar verwachting in 2024 afgerond. “Met deze on- derzoeken bereiden we een definitieve beslis- sing voor een investering voor walstroom voor cruiseschepen voor”, aldus wethouder Arjan van Gils (Haven). “De volgende fase bestaat uit de realisatie van walstroom op de aange- wezen locaties in de haven waar dan naar ver- wachting al direct enkele tientallen scheep- bezoeken per jaar gebruik kunnen maken van de walstroom. Dit zal uiteindelijk oplopen tot honderden scheepsbezoeken per jaar wan- neer meer schepen zijn voorbereid op het ge- bruik van walstroom en in de haven meer lig- plaatsen zijn voorzien van een installatie. We streven er naar om uiterlijk in 2024 de sche- pen aan de stekker te hebben”.


Drie tweedejaars studenten communicatie van de Ichtus Hogeschool in Rotterdam hebben op initiatief van de Rabobank Sliedrecht-Graafstroom onderzocht hoe de binnenvaartondernemers aankijken tegen Sliedrecht als havenplaats. Voor 31 procent van de schippers is de reden om juist in Sliedrecht aan te leggen dat zij daar een vast waladres hebben. Binding met familie of omgeving werd door 51 procent van de ondervraagden opgegeven.


10 JAAR GELEDEN


Sven Oomens van het containerschip Nautictrans is het helemaal zat, zegt hij op vrijdag 6 januari. Hij ligt al sinds de nacht van maandag 2 op dinsdag 3 januari vast in de sluis van Eefde. Rond 2.00 uur zag hij hoe de 90.000 kilo zware sluisdeur naar beneden stortte, terwijl hij feitelijk klaar lag om de sluis uit te varen. Oomens en de andere opvarenden hadden geluk; ze kwamen met de schrik vrij. “Dit kost ons klauwen met geld”, verzucht hij.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44