WATERBOUW
Dijkversterking Gorinchem-Waardenburg langs de Waal, hier bij fort Vuren (foto: Waterschap Rivierenland).
Alliantie In het land worden meer middelen beproefd om de risico’s en faalkosten van projecten tegen te gaan. Eind 2017 koos Waterschap Rivierenland voor het versterken van de Waaldijk tussen Gorinchem en Waardenburg voor een opmerkelijke constructie: de alliantie. In alle drie de fasen van het eind 2017 vergunde dijkversterkingsproject - van de verkenning en planuitwerking tot en met de realisatie – trekt het water- schap intensief op met de bouwbedrijven Heijmans, GMB en De Vries & Van de Wiel. Opmerkelijk, want tot nu toe komen aannemers pas in de uitvoeringsfase in actie, na de gunning van een dichtgetimmerd contract. Daar is een goede reden voor. De versterking van het 23 kilometer tellende dijktracé tussen Gorinchem en de A2 bij Waardenburg wordt gefi nan- cierd door het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Nog zo’n 1100 kilometer aan vaderlandse dijken staat in deze mega-operatie uit het Deltaprogramma op de rol om aan de nieuwe waterveiligheidsnormen te voldoen. Een zorgpunt voor de waterbeheerders is dat het HWBP alle risico’s bij hen legt. Voor de waterschappen betekent dit dat de calculatie vooraf een strakke begroting moet opleveren, om tegenval- lers op te vangen. Bovendien wil het landelijk programma dat dijkversterkingen sober en doelmatig plaatsvinden.
Henriëtte Nonnekens (Rivierenland): “Bij het maken van het ontwerp is vaak onvoldoende aandacht voor de uitvoerbaar- heid ervan.
De aannemer komt dan voor problemen te staan.”
Martijn Karelse
(RoyalHaskoningDHV): “We kunnen al in de verkenningsfase de kosten en risico’s voor de volgende fasen beheersen. Dat later bij moeten sturen, is kostbaar.”
“In onze alliantie kunnen we al in de verkenningsfase de kos- ten en risico’s voor de volgende fasen beheersen. Er is alles aan gelegen dat later we niet hoeven bij te sturen, want dat is kostbaar”, zegt Martijn Karelse van RoyalHaskoningDHV, die namens de aannemerscombinatie in het alliantiemanage- mentteam zit. “We zien dat er bij de faseovergangen in pro- jecten veel kan misgaan”, vult Henriëtte Nonnekens vanuit het waterschap Rivierenland aan. “Allereerst is dat aan slech- te communicatie en informatie-uitwisseling te wijten. Bij het maken van het ontwerp is vaak onvoldoende aandacht voor de uitvoerbaarheid ervan. De aannemer komt dan voor pro- blemen te staan. In onze alliantie denken de bouwers van- af de verkenningsfase mee en kunnen ze hun kennis dan al toepasbaar maken. Daardoor zijn we in staat de inbreng van bewonersgroepen tijdig op haalbaarheid en maakbaarheid te toetsen. Dit soort projecten heeft een grote impact op de omgeving.”
Financieel gat Toch heeft de alliantie nog een fi nancieel gat. Zo bleek dat de tussentijdse kostenramingen 2,5 keer hoger uitvielen dan het oorspronkelijke budget van het waterschap, een euvel bij veel dijkversterkingsprojecten in het land. De nieuwe vei- ligheidsnormering speelt hierbij een grote rol, zegt Karelse, “maar inmiddels hebben we tientallen voorstellen ontwikkeld
16 WATERFORUM NR 4
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48