search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
THEMA: ICT-AUTOMATISERING


Inzet op proefl ocatie Winterswijk van een Munisense sensor bij het WaterSNIP-programma voor de ontwikkeling van een landelijke monitoring van oppervlakte- wateren in het Landelijk Meetnet Effecten Mestbeleid. Op dit moment verricht het LMM jaarlijks duizenden chemische analyses in het laboratorium (foto: RIVM).


Ruim baan voor bioassays Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) wil in het waterkwaliteitsbeleid steviger inzetten op bioassays, meldt ze in een recente brief aan de Tweede Kamer. Deze meetmethoden op basis van biologisch materiaal (van water- vlooien en algen tot menselijke en dierlijke cellen) kunnen een goed beeld geven van het totale effect van de duizenden chemische stoffen in ons water op de mogelijke risico’s voor het ecosysteem en de menselijke gezondheid. Denk ook aan ‘opkomende stoffen’, zoals de industriële GenX-stoffen, de uitdijende categorie ZZS’en (Zeer Zorgwekkende Stoffen) en het palet aan geneesmiddelen in het oppervlaktewater, die nu niet standaard worden gemeten.


Dat inzicht is ook van belang voor de realisatie van de doe- len van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Voor de KRW worden tot nu toe alleen chemische analyses toegepast, die individuele stoffen in het water meten. Van Nieuwenhuizen verwacht dat bioassays probleemstoffen en probleemlocaties kunnen detecteren, om die vervolgens gericht aan te pakken. Door deze prioritering vallen er kosten te besparen. Ook de Unie van Waterschappen stelt in haar positionpaper over de KRW dat de inzet van kosteneffectieve technieken als bio- assays verder uitgewerkt moet worden en een plek dient te krijgen in de bestaande normeringssystematiek.


Toepassing van bioassays kan samen met chemische metin- gen een optimaler inzicht geven in de waterkwaliteit, beaamt toxicoloog Milou Dingemans van KWR. “Ook de aanwezigheid van andere mogelijk risicovolle stoffen, die je met chemische analyses mist, komen met bioassays in beeld.” Inmiddels is er


volgens Dingemans voldoende kennis over bioassays ontwik- keld. Een aantal waterschappen werkt al met de verschillende typen van bioassays die worden aangeboden door kennisin- stituten, universiteiten en commerciële laboratoria.


In opdracht van Van Nieuwenhuizen gaat KWR samen met Deltares, RIVM en WENR (voorheen Alterra) binnen de Kennis- impuls Waterkwaliteit werken aan methodieken en keuze- hulpen voor de beschikbare bioassay-technieken. De ver- taalslag naar een wettelijke normeringssystematiek moet nog worden gemaakt, aldus Dingemans, “Duidelijk is dat de be- leidsmakers in ons land en daarbuiten geïnteresseerd zijn. Ook in de WHO-richtlijnen voor waterhergebruik worden bioassays expliciet genoemd. Al wordt dat nog niet concreet ingevuld en toepasbaar gemaakt voor de praktijk. Dat is precies wat wij beogen met de methodieken en keuzehulpen die we voor de Kennisimpuls Waterkwaliteit gaan maken. Die kunnen de opmaat naar regelgeving vormen.”


WATERFORUM JUNI 2019


33


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48