Tekst: Herman van Nouhuys Beeld: Marcel Leuning
Onvergetelijk
Wanneer is iets kunst en hoeveel mag een kunstwerk kosten? Vragen die voor de onvergetelijke patiënt van tandarts Herman van Nouhuys geen enkele rol speelden.
Zorg- of kunstroof? “
Als er iets is waar ik een bloedhekel aan heb, dan is het wel telefonisch shoppen. Wat kost een vulling, wat een kroon? Dat soort vragen dus. Ik antwoord meestal met een plaagstootje. ‘Ik heb nog een paar redelijk passende kronen in voorraad. Wilt u de kroon opgestuurd krijgen of komt u hem even afhalen?’ Meestal wordt er gauw neergelegd. Ik weet nog steeds niet of mijn intonatie of mijn woorden de mensen doen afha- ken. Misschien voelt men zich niet serieus geno- men en kom ik beledigend over. Maar dit soort vragen overdondert mij. Het gaat per slot van rekening niet over een pond suiker. Zelfs met schoenen doe je dat niet. Vanuit marketing- overwegingen moest ik daar niettemin toch maar iets aan doen. Blijft overeind mijn verba- zing, dat er mensen zijn die in eerste instantie zo veel belang stellen in het prijskaartje. Ik zou toch eerst weleens willen weten aan wie ik mijn mond ga toevertrouwen. En trouwens, wie zegt dat die kroon nodig is? In de tijd dat de tarieven nog niet voor ieder-
een wettelijk waren vastgesteld, kreeg ik weer eens zo’n telefoontje. ‘Dokter, kunt u mij zeggen wat bij u een kunstgebit kost?’ Jazeker meneer, protheses die ik zelf vervaardig, kosten net zo veel als een schilderij. Ik verwachtte niet anders dan dat ik de ingesprektoon te horen zou krijgen.
‘Is dat even treffen’, zei de man monter. Oh ja?, vroeg ik verbaasd en gooide er nog een schepje bovenop: wilt u dan een Mondriaan of een Appel? ‘Nou’, zei hij, ‘ik heb niet zo veel verstand van
‘Ik ben er vrij zeker van dat ik last heb van een reproductie’
kunst, maar ik ben er vrij zeker van dat ik last heb van een reproductie.’ We hebben samen gelachen en een afspraak gemaakt. Het was geen eenvoudige klus. Zowel functioneel als esthetisch heb ik heel wat zweetdruppeltjes laten parelen op mijn voorhoofd. Hij kwam altijd als laatste op een praktijkdag. Dan kon ik uitlopen en – niet onbelangrijk – met hem lachen. Hij was bereisd en had een vlotte babbel. Mijn Rem- brandt zat ten slotte als een Schumacher in zijn Ferrari. Hij dankte mij hartelijk. Stapte in zijn bolide en claxonneerde nog even toen hij de bocht om ging. Nooit heb ik hem meer gezien, evenmin als zijn remise. Dus, mocht u iemand met een Rembrandt in zijn mond zien, dan weet u dat die gestolen is.
”
Oproep Iedere medisch professional heeft wel een patiënt (gehad) die hij of zij nooit vergeet. Omdat de omstandigheden bijzonder waren, het behan- deltraject aangrijpend, of juist omdat zich iets grappigs voordeed in het contact. Wilt u ons uw verhaal (laten) vertellen, dan nodigen wij u uit contact op te nemen via 030 247 46 64 of
wout.de.bruijne@
artsenauto.nl
ArtsenAuto oktober 2016
031
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84