search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Vicky Hendriks, Woordvoerder en communicatieadviseur bij de VNCI


De chemische industrie heeft nog altijd te maken met een slecht imago. Het klimaat- akkoord, de discussie over stikstof en PFAS hebben dat imago niet verbeterd. “Terwijl chemiebedrijven juist werken aan mooie innovatieve projecten. En die moeten we beter zichtbaar maken”, meent Hendriks. “De industrie wordt door velen gezien als een van de veroorzakers van de problemen met CO2


en PFAS, maar de realiteit is dat de


industrie juist aan de duurzame oplossingen werkt die een bijdrage leveren aan het halen van de klimaatdoelen. Denk aan materialen voor de isolatie van huizen en slimme scho- nere producten om auto’s lichter te maken. Omdat er geen complete Tesla’s uit onze fabrieken rollen, is dat voor de consument soms lastig te zien.”


Geen alternatief Over PFAS is ook veel onduidelijkheid bij de consument. Hoewel in Nederland bij Chemours PFAS-achtige stoffen worden geproduceerd, is het zeer waarschijnlijk dat het overgrote deel van de PFAS in de Neder- landse grond uit het buitenland afkomstig is. Toxicoloog Martin van den Berg zei eerder al in een interview met de NOS dat Nederland ‘het rioolputje van West-Europa is’, door de aanvoer uit omringende landen. Daar komt bij dat de toepassing van PFAS in diverse producten tot significant betere producten leidt, plus dat er in veel gevallen nog geen alternatief is voor PFAS. Hendriks: “Ze wor- den, ook in Nederland, al decennia gebruikt in veel dagelijkse producten zoals cosmetica en kleding. Maar ook in de gezondheids- zorg, luchtvaart en mobiele telefonie. Pro- ducten afgeleid van PFAS verminderen vaak het risico op infecties of uitval van appara- tuur. Voor bedrijven die werken met stoffen die niet makkelijk afbreken gelden strenge emissie-eisen. De intentie is om deze hulp- stoffen te vervangen en op zoek te gaan naar effectieve alternatieven. Voor veel van de toepassingen zijn er niet direct effectieve alternatieven beschikbaar. Dit kost tijd.”


rugverdienen.” Het klimaatakkoord dat deze zomer werd gepresenteerd, brengt de no- dige onzekerheid met zich mee. “Er moeten nog heel veel technische elementen worden uitgewerkt in dat akkoord”, weet Hendriks. “Zo is er nog geen duidelijkheid over welke projecten wel of niet in aanmerking komen voor de Subsidieregeling voor Duurzame Energie (SDE++). Uit het Conceptadvies van het PBL van afgelopen zomer weten we dat de SDE++ voor een beperkt aantal technologieën wordt opengesteld. Veel CO2


-


reductiemaatregelen van de wat kleinere ETS-bedrijven en projecten op het gebied van elektrificatie, komen niet in aanmerking. En dat is een gemiste kans.”


CO2 -heffing In principe gaat in 2021 de CO2 -heffing in.


Investeringsklimaat De Nederlandse chemie wil verduurzamen en zich hard maken voor investeringen in noodzakelijke en grote veranderingen, meent Hendriks. “Maar we willen ook de sector aantrekkelijk houden op de wereld- markt. Dit kan alleen als de investeringen in innovatieve oplossingen zich op termijn te-


Uit het Conceptadvies van het PBL van


afgelopen zomer weten we dat de SDE++ voor een beperkt aantal


technologieën wordt opengesteld...


“Ook daar is nog veel onduidelijkheid over. Als er grote investeringen gedaan moeten worden, moet daar een gunstig investe- ringsklimaat voor zijn en onduidelijkheid is altijd nadelig wat dat betreft. In het klimaat- akkoord staat dat de 300 grootste bedrijven in Nederland de heffing gaan betalen als zij de heffingsvrije grens overschrijden, maar de hoogte en grondslag zijn nog onduidelijk en vooral hoe de investeringen met een onrendabele top met behulp van de SDE++ kunnen worden gecompenseerd.”


Stikstof Hoewel er in de bouw al faillissementen worden aangevraagd vanwege stilvallende projecten, is dat in de chemie volgens Hen- driks nog niet het geval. “Het is wel zeer belangrijk dat die vergunningsverlening zo snel mogelijk weer op gang komt. Het zure is dat veel van de projecten die nu vertraging oplopen uiteindelijk tot een CO2


-


reductie leiden. Daarbij raken investeerders onzeker over ons investeringsklimaat, dat is uiteraard een onwenselijke situatie”.


Arbeidsmarkt Een grote uitdaging is het vinden van vol- doende jonge en enthousiaste medewer- kers. “In 2040 is de helft van de mensen die nu in de industrie werken met pensioen. Bij Chemelot zijn ze net begonnen met een grote wervingscampagne en bij de VNCI gaan we daar komend jaar ook aandacht aan besteden. Wat ons betreft is het cruciaal dat er de komende tijd geïnvesteerd gaat worden in de banden tussen het lokale be- drijfsleven en de MBO’s. Denk aan gastcolle- ges en excursies: studenten moeten kunnen zien dat een baan in de chemie veel kansen biedt en een goed salaris oplevert.”


10 | nummer 7 | 2019


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64